11 sep 2019
‘Op de dag dat we naar ons mogelijk toekomstige vastgoed gingen kijken, zag het er heel verdrietig uit’, vertelt Edwin van Schajik. Het Rotterdams iconische en industrieel monument, de Van Nelle Fabriek, was gekweld door afgebladderde verf en verouderde installaties. ‘En dat het regende hielp ook niet mee. Toch kijk je daar snel doorheen en weet je dat het een fantastische locatie is waar je iets prachtigs kunt neerzetten.’
Van origine is Van Schajik advocaat, maar in de rechtszaal komt hij zelden meer. Sinds hij in februari 2018 directeur werd van de Van Nelle Fabriek heeft hij zijn werkplek op het terrein, naast het oude ketelhuis. ‘Midden in de hectiek. Je ziet vrachtauto’s laden en lossen, de bewegingen van de bijna drieduizend mensen die op het terrein werken. En, niet onbelangrijk, je ziet flink wat onderhouds-mensen in de weer, die het beton en het ijzerwerk wassen, ontroesten, schilderen en andere storingen verhelpen. We zorgen ervoor dat de kantoren van zowel bestaande als nieuwe huurders er piekfijn uitzien.’
Van Nelle Fabriek
De in 1929 gebouwde fabriek werd in 2001 herontwikkeld en biedt bedrijfsruimte voor meer dan negentig bedrijven. Daarnaast is het één van de grootste vergader-, congres- en evenementenlocaties van ons land, met maandelijks rond de 10.000 bezoekers. Het Van Nelle-terrein is 4,5 hectare groot en het gebouwoppervlak is ongeveer 60.000m2. Sinds 2014 is de Van Nelle Fabriek officieel wereld-erfgoed. Virgata vastgoed, van oprichter Jordi Goetstouwers, kocht de Van Nellefabriek in februari vorig jaar.
Wat vinden we allemaal op het terrein? ‘Wat vind je er niet?’, kaatst Van Schajik de vraag terug. ‘Architecten, consultants, kunst- en modebedrijven, goede doelen-stichtingen, om maar wat te noemen.’ Gemiddeld komen er maandelijks zo’n tienduizend bezoekers op de congressen en andere evenementen af. De internationale vijfdaagse kunstbeurs Art Rotterdam trok in februari overigens alleen al 28.000 bezoekers, onder wie koning Willem-Alexander en koningin Máxima, die er ‘incognito’ een dagje uit van maakten. Maar Van Schajik, die zich af en toe een soort burgemeester van het Van Nelle-dorp voelt, wil ook after hours meer reuring op het terrein, de leefbaarheid verhogen. ‘Er komen binnenkort al een fitness-centrum en een restaurant, maar wij willen ook meer maakindustrie, winkels op de begane grond en misschien wel een hotel. Ook een upgrade van het bezoekerscentrum staat op de planning en de oude filmzaal zouden we graag in ere her-stellen.’
‘Daarnaast zijn we bezig met het opzetten van de Van Nelle Academy. Een plek waar scholieren en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt praktijkopleidingen kunnen volgen in verschillende sectoren. Daarvoor zoek ik verbinding met andere grote bedrijven in Spaanse Polder en onderwijsinstellingen. Zo willen we ook onze maatschappelijke rol spelen.’
Voor bezoekers en mensen die er werken, moet de Van Nelle Fabriek een speciale ervaring zijn, vindt Van Schajik. ‘Als je na je opleiding een certificaat hebt behaald, moet daar aandacht voor zijn. Een uitreiking door een prominente gast in onze Tearoom – een glazen koepel, bovenop de fabriek, met uitzicht over de stad – bijvoorbeeld. Ook vind ik de heropening van de halte van de watertaxi hier aan de kade onontbeerlijk. Sowieso moet het openbaar vervoer verbeterd worden. Busdiensten zijn de laatste jaren flink uitgedund. Bezoekers komen nu aan bij een bushalte boven op de Beukelsdijk. Via trappen kun je dan naar beneden. Mensen in de rolstoel moeten echter anderhalve kilometer omrijden om hier te komen. Er zijn wel plannen voor nieuwe OV-verbindingen, maar daar is het zeker nog een aantal jaren op wachten.’
De Van Nelle Fabriek was ooit ontworpen als innovatief en duurzaam gebouw. Gericht op de menselijke maat, met veel daglicht in de werkruimtes, en toen al met voorzieningen om water te hergebruiken. Trekken jullie die lijn door? ‘Zeker, het energieverbruik van het totale complex – het equivalent van een kleine drieduizend huishoudens – kopen we duurzaam in. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn warmte te gaan betrekken uit het datacenter hier op het terrein, waarmee we van het gas af zouden kunnen. Bovendien zouden we duurzame energie willen opslaan in grote batterijen met een capaciteit van 8 MW, hier in het ketelhuis, liefst met energie opgewekt op eigen terrein.’
(C)Roel Dijkstra-Vlaardingen – Foto Dennis Wisse
Rotterdam / Van Nelle Fabriek