Marijn Bravenboer is de nieuwe wijkagent van de Spaanse Polder. ‘Mijn voorganger Leen Dekker is met pensioen en zocht een opvolger. Ik heb meteen ja gezegd omdat ik een band heb met de polder; een gebied waar veel gebeurt.’ Bravenboer licht toe hoe die band is ontstaan, wat de aandachtspunten in 2015 zijn en met welke bedreigingen het industrieterrein te maken heeft. Bravenboer is gestationeerd op het Bijdorpplein in Schiedam en werkt voor twee gemeentes. Het Schiedamse deel van de Spaanse Polder valt namelijk onder basisteam Schiedam en het Rotterdamse deel onder basisteam Midden-Schieland. ‘Het nadeel daarvan is dat ik twee keer zoveel vergaderingen heb’, zegt de wijkagent. ‘Ik ben veel liever op straat. De samenwerking met beide gemeentes verloopt overigens uiterst soepel.’ Rotte appels Dertien werkjaren heeft Bravenboer er inmiddels opzitten bij de politie. ‘Ik heb het vak geleerd in de Spaanse Polder, waar ik de eerste twee jaar werkte. Ik ken het gebied dus al, de ondernemingen en weet waar de rotte appels zitten. Bovendien had ik me de specifieke wetgeving al eigen gemaakt. Dus dan weet je waar je op moet letten en wat je bevoegdheden zijn. Eigenlijk kon ik gelijk instappen.’ Extra aandacht Welke zaken krijgen de komende tijd extra aandacht? ‘Het Schiedamse deel van de polder is een beetje achtergebleven, vind ik. In dat deel gaan we integrale controles uitvoeren. Verder gaan we meer letten op het dumpen van afval en autowrakken. Bij auto’s uit Schengenlanden lukt het bijna altijd de eigenaar te traceren. Achtergelaten auto’s uit niet-Schengenlanden laat ik meteen weghalen. Ik hou van een voortvarende aanpak.’ Leegstand Leegstand is de grootste bedreiging in de polder, vind de wijkagent. ‘Staat een pand leeg, loop je de kans dat het gekraakt wordt. Vanwege de ingewikkelde wetgeving is het moeilijk krakers te verwijderen. Vaak ruïneren zij het pand volledig: leidingen worden losgetrokken, koper, aluminium en andere waardevolle materialen worden eruit gesloopt. Tussen het zich opeenhopende vuil liggen uitwerpselen, spuiten en injectienaalden. Een aantrekkelijk geheel voor ratten. Omdat het dan ook een veiligheids- en hygiënisch probleem wordt, zijn we bevoegd het buiten op te ruimen. Dat deden we onlangs bij het pand op de kruising van de Giessenweg/Industrieweg waar we twee containers aan vuil verwijderden. Keurmerk Veilig Ondernemen Om een veilige bedrijfsomgeving te waarborgen, is in Schiedam gestart met het Keurmerk Veilig Ondernemen. ‘Dat gaan we komend jaar verder uitrollen. Daarnaast wil ik graag een beroep doen op ondernemers om de politie te helpen misstanden op te lossen. Dat kan bijvoorbeeld via het meldpunt Meld Misdaad Anoniem, via 0800-7000. Gedumpt vuil of vreemde auto’s kun je met de BuitenBeter app melden, die op elke smartphone te downloaden is. De gemeente zorgt dan voor een adequate oplossing.’ Let niet op de rommel … Leegstand trekt mensen aan met, laten we zeggen, een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Als zij de kans krijgen, kraken ze het pand en maken er hun eigen paradijsje van. Door ingewikkelde wetgeving is het voor politie en gemeente erg lastig om de krakers er weer uit te krijgen. Afslag 12 nam een kijkje in het pand op de kruising van de Giessenweg/Industrieweg. Gewoon om te zien hoe een krakersfamilie woont. Oja, en let niet op de rommel.
Cleantech, Medical en Food. Dat zijn de drie sectoren die voor de toekomst van de regio Rotterdam belangrijk zijn. Tenminste, dat vindt de gemeente Rotterdam, die voor de ontwikkeling van de foodsector speciaal Clusteraanpak Food oprichtte. Sharon Janmaat is daar projectmanager van: ‘Een initiatief dat de business in de hele foodsector een boost gaat geven.’ Met de Clusteraanpak Food willen we de foodsector in de regio Rotterdam op de wereldkaart zetten’, zegt Janmaat. ‘Het initiatief moet uiteindelijk leiden tot een publiek-private samenwerking waarin de markt bepaalt en de gemeente faciliteert en stimuleert.’ Prominente rol Clusteraanpak Food is twee jaar geleden begonnen met het interviewen van een groot aantal stakeholders. Ook bekende bedrijven uit de Spaanse Polder zoals de Groothandelsmarkt, Sligro, Zegro, Schmidt Zeevis en Verstegen Spices & Sauces hebben daaraan bijgedragen. ‘Het Foodcluster moet je breed zien’, zegt Janmaat. ‘We richten ons op de hele keten, van zaadveredeling tot en met logistieke en verpakkings- en opslagbedrijven. Door de gesprekken die we hebben gevoerd, hoor je wat de belangrijke thema’s zijn en daar proberen we een prominente rol in te spelen.’ Wereld van smaak ‘Wat die thema’s zijn? Internationale marketing, kennisontwikkeling & innovatie, multimodale bereikbaarheid en onderwijs & arbeidsmarkt bijvoorbeeld.’ Zijn er al een paar concrete voorbeelden te noemen van acties van het Foodcluster waar food-bedrijven in de Spaanse Polder meteen iets van merken? Janmaat: ‘Onlangs ging in de Markthal het interactieve food innovatiecentrum De wereld van smaak van start, waarin bijvoorbeeld Verstegen Spices & Sauces participeert.’ Bedrijven bepalen Een andere concrete actie is de oprichting van de Food Inspiration Academy. Daarmee bevorderen we een betere verbinding tussen het onderwijs en de praktijk. De Academy is een samenwerkingsverband tussen de Topsector Agri & Food, de gemeentes Vlaardingen en Rotterdam, de Lentiz onderwijsgroep en Steensma bakery ingredients. In september beginnen de eerste leerlingen aan de mbo 3 en 4-opleiding die gericht is op procestechnologie in de levensmiddelenbranche. Bedrijven bepalen wat er onderwezen wordt en stellen hun mensen, machines en ruimte beschikbaar. Het is de bedoeling dat leerlingen ook in de Spaanse Polder stage kunnen lopen en daar later aan het werk kunnen.’ Ver-van-mijn-bed-show? Internationale marketing is ook een speerpunt. Janmaat: ‘Elke ondernemer heeft wel zijn eigen internationale netwerk, maar zij doen weinig aan gezamenlijke promotie. Dat gebeurt bijvoorbeeld wel op de World Expo 2015 in Milaan. Daar staat straks een Hollandpaviljoen waarin we 26 weken lang de foodsector in deze regio over het voetlicht brengen. Voor veel food-ondernemers in de Spaanse Polder is dit wellicht de ver-van-mijn-bed-show, toch denk ik dat iedereen hier in de toekomst van gaat profiteren.’ Nils Clement, CEO van Euro-Caps: ‘Ondernemers willen snelle, praktische oplossingen’ ‘Prima initiatief, dat de gemeente samen met ondernemers in de polder de foodsector naar een hoger plan wil tillen. Maar de gemeente moet er wel voor waken dat het geen stroperig overlegclubje wordt. Ondernemers willen best samenwerken, hun nek uitsteken en mee-betalen, zo is mijn ervaring, maar ze willen ook snelle, praktische oplossingen voor problemen. Tijd is geld.’ Dat zegt Nils Clement, CEO van Euro-Caps. Het bedrijf op de Sevillaweg produceert en levert koffiecupjes voor Nespresso-apparaten aan retailbedrijven als Lidl, Hoogvliet, Coop en Plus. Euro-Caps heeft zich in het najaar van 2012 in de Spaanse Polder gevestigd en is in korte tijd flink gegroeid. Mede daardoor heeft Euro-Caps behoefte aan meer parkeerplaatsen en frequentere ov-verbindingen. ‘Veel van onze medewerkers komen met het openbaar vervoer vanuit onder meer Schiedam en Vlaardingen, en de aansluitingen zijn bepaald niet altijd optimaal’, zegt Clement. ‘Daar zou de gemeente een faciliterende rol in kunnen spelen, net als in de uitbreiding van parkeerplekken.’ ‘Wat de foodsector ook verder zou helpen is een digitaal platform dat up to date wordt gehouden. Ik las in Afslag 12 dat ondernemers in de polder zelf een eenvoudige databank hadden opgezet waarin zij boventallig personeel en vacatures melden. Dat zijn de initiatieven die aan zo’n platform gekoppeld kunnen worden en waar we echt wat aan hebben met zijn allen.’ Toch ben ik ook sceptisch. We zitten nu tweeënhalf jaar in de Spaanse Polder en ik heb nog steeds geen idee waar ik moet zijn met mijn vragen. Ik wil bijvoorbeeld een oplaadpaal voor een medewerker met een elektrische auto. Waar kan ik aankloppen? Een vast aanspreekpunt of loket van de gemeente ontbreekt hier. Misschien een idee dat ze dat eerst eens goed regelen.’ Jan van der Horst, directeur Solina Netherlands ‘Eerst werken aan een goede basis’ ‘Ik sta positief tegenover het plan van de gemeente voor een gezamenlijke profilering van foodbedrijven in de regio. Maar voordat we daar actief mee aan de slag gaan, lijkt het me zinnig dat we eerst de basis op orde brengen.’ Dat zegt Jan van der Horst, directeur van Solina Netherlands (voorheen Jadico Specerijen) aan de Linschotenstraat. Het bedrijf maakt onderdeel uit van de Solina Group. ‘Prioriteit nummer één voor alle ondernemers is dat het gebied schoon, heel en veilig is, en dat de handhaving en het toezicht goed geregeld zijn. Op dat terrein valt er nog wel wat werk te verrichten. Vooral in de avond en nacht is de polder niet zo’n beste plek. Wij ondervinde n bijvoorbeeld overlast van internationale chauffeurs die hier met hun wagens overnachten. Zij laten vaak veel rotzooi achter op de parkeerplekken. Daarnaast kun je je afvragen hoe veilig dat overnachten voor deze mensen zelf is. Meer bewaakte parkeerplekken langs de rijkswegen zijn wellicht een oplossing. Natuurlijk hebben bedrijven zelf ook een verantwoordelijkheid. Je ziet in de polder nu ook dat bedrijven werken aan zelfbeheer, een positieve ontwikkeling.’ ‘Als ondernemers in de foodsector hebben we een aantal gedeelde belangen, bijvoorbeeld als het gaat om personeel. Solina heeft continu behoefte aan goed opgeleide technische medewerkers en deskundigen op het terrein van voedselkwaliteit en voedingsmiddelentechnologie. Er zijn ongetwijfeld collega-bedrijven met dezelfde vraag. Samen met de opleidingen kunnen we werken aan passende opleidingstrajecten. Van de gemeente verwacht ik vooral dat ze een voorwaarden-scheppende rol speelt. Ze kan bijvoorbeeld zorgen voor goede en prikkelende beroepsvoorlichting aan jongeren over de foodsector. Het is een gezonde sector die volop in ontwikkeling is en waar zeker plek is voor jongeren die iets van hun toekomst willen maken.’ Léon van Bokkem, directeur Zegro ‘We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid’ ‘Het plan van de gemeente om de positie van de foodsector te versterken vind ik een goede zaak’, zegt algemeen directeur van Zegro Léon van Bokkem. ‘De clustering van foodgerelateerde bedrijven moet leiden tot een toenemende bedrijvigheid. Daar varen zowel de bedrijven als de gemeente wel bij.’ Als CEO is Van Bokkem betrokken bij de gesprekken met de gemeente over de plannen. Zegro is gevestigd aan de Schuttevaerweg en groothandel voor horeca en grootverbruiker. Van Bokkem: ‘Voor het slagen van dit initiatief is het belangrijk dat zowel de gemeente als de bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. We hebben een gezamenlijk belang en we hebben elkaar hard nodig. De gemeente is gebaat bij goedlopende bedrijven. Die zorgen voor werkgelegenheid en kunnen de economie een impuls geven. Ondernemers op hun beurt zitten graag in een gemeente die goed bereikbaar, aantrekkelijk, schoon en veilig is. ‘De gemeente moet in de polder vooral een faciliterende rol spelen. Dat betekent onder meer: de juiste mensen uit de sector bij elkaar brengen, de infrastructuur op orde brengen en zorgen voor een goede afvalverwerking. Om de versnippering van bedrijven terug te dringen kan ze foodbedrijven van buiten Rotterdam verleiden naar de polder te komen tegen gunstige voorwaarden. Tegelijkertijd hebben bedrijven natuurlijk ook een taak, ze kunnen niet alles op de gemeente schuiven. Het minste dat je van een bedrijf mag verwachten is dat ze de eigen straat schoonhoudt en het eigen pand onderhoudt. Door de economische tegenwind van de afgelopen jaren zag je diverse panden achteruitgaan. Dat straalt af op de hele polder. Dat moet dus beter. De gemeente mag in dat opzicht ook best wat doortastender naar bedrijven optreden.’
Het nieuwe jaar begon goed voor Eerland Services en MAES-water. Ze verruilden hun kantoor aan de Vliststraat voor een gloednieuw kantoorpand aan de Overschieseweg. Directeur Hans Kuijpers is blij dat het bedrijf in de Spaanse Polder kon blijven. Bedrijf: Eerland Services bv & MAES-water bv Adres: Overschieseweg 19 Werkzaamheden: Eerland Services: tanksaneringen, tankplaatsingen en grootschalige saneringen, grond-, straat- en rio-leringswerk en terreinonderhoud. MAES-water: complexe grondsane-ringen, beheerssystemen en rioleringstechniek (gemalen). Eigenaar: Hans Kuijpers Medewerkers: 6 Website: www.eerlandservices.nl www.maeswater.nl We zijn hier bekend en kunnen om de hoek onze benodigdheden zoals rvs-staalkoppelingen en pvc kopen. Ook de besturingskasten voor rioolgemalen laten we hier in de Spaanse Polder maken. Wanneer is het bedrijf opgericht? Piet Eerland schreef Eerland Services in 1981 in bij de Kamer van Koophandel. In 1986 kwam ik in dienst, om twee jaar later weer te vertrekken. In1993 vroeg Piet Eerland me echter terug om het bedrijf over te nemen. Dat heb ik gedaan. Wat is jullie specialisatie? Eerland Services is gespecialiseerd in tanksaneringen, tankplaatsingen en grootschalige saneringen. Daarnaast verzorgt Eerland grond-, straat- en rioleringswerk en terreinonderhoud. En MAES-water? ‘In 1994 zijn we een samenwerking aangegaan met Milieu Aanpak en hebben we het nieuwe bedrijf MAES-water opgericht. MAES-water voert complexe grondsaneringen en beheerssystemen uit. De laatste tien jaar hebben we ons verder gespecialiseerd in rioleringstechniek en hebben we in de regio verschillende rioolgemalen aangelegd. Verder hebben we bijvoorbeeld de sanering van een wasserij aan de Nieuwe Binnenweg voltooid en de complexe biologische grondwaterzuivering gerealiseerd bij de gas-fabriek in Kralingen. Noem een mooi project dat je nu onder handen hebt … Op de voormalige stortplaats in de Noord Oost Abtspolder komt een 27 holes golfbaan. Bij het ontwerp ervan is rekening gehouden met bodem-beschermende voorzieningen. Die bestaan uit een gedeeltelijke onderafdichting, drainagesystemen voor afvoer van verontreinigd water, een bovenafdichting met afdichtingslagen en een hemelwaterdrainage-systeem. Er zit vijftien kilometer leidingwerk en 25 kilometer aan kabels onder de grond. Maar daar zie je dus niks van. Dat is soms wel een nadeel van ons werk. Wel kunnen we alle relevante gegevens over het grondwater en pompen via geavanceerde software op kantoor uitlezen en monitoren. Daar zijn de opdrachtgevers, de Provincie Zuid Holland en Golfpark Rotterdam, erg blij mee. Hoe zijn jullie de crisis doorgekomen? Met enige moeite. Er was weinig werk en we moesten lage tarieven hanteren. Maar door een aantal langdurige onderhoudscontracten en door onze vaste klanten goed te blijven bedienen, klimmen we nu uit het dal. We hebben een nieuw kantoor aan de Schie en er komen steeds meer aanvragen binnen; er zit weer wat in het vat!’
Ongewenste situatie? Zet ook die BuitenBeter app op je telefoon. Met deze gratis app kun je snel en simpel een melding maken van een ongewenste situatie op straat. Normaal gesproken melden ondernemers problemen zoals kapotte lichtmasten, zwerfvuil of achtergelaten auto’s via Rotterdam.nl/meldingen of via de telefoon (14 010). Maar met de BuitenBeter app gaat dat makkelijker. Constateer je een ongewenste situatie? Open dan de app, maak een duidelijke foto, geef de locatie op, selecteer een probleem uit de lijst en geef bij de omschrijving eventueel aanvullende informatie. Druk op ‘versturen’ en de melding gaat direct naar de gemeente. Daar wordt de melding doorgegeven aan de buitendienst. De buitendienstmedewerkers gaat vervolgens met de melding aan de slag kan het probleem – dankzij de meegestuurde foto en GPS-coördinaten – snel oplossen. Als je melding is afgehandeld, ontvang je daarover een bericht. Je kunt de status van je melding ook bekijken op de app. Is voor alle smartphones te downloaden.
Shuttlebusjes verbinden station Schiedam met bedrijventerreinen Op 5 februari lanceerden RMC en De Zakenpartner de shuttledienst ZOEFF. Deze shuttle rijdt tussen station Schiedam en de bedrijventerreinen Spaanse Polder en Noord-West. Nu, een maand na de start, rijden er dagelijks al 22 personen mee. Na de versobering van de reguliere busdiensten van en naar de bedrijventerreinen Spaanse Polder en Noord-West, is er ruimte gekomen voor alternatieven. ZOEFF is er zo eentje. Tijdens en na de spits zet RMC 8-persoonsbusjes in. In de daluren rijden de taxibusjes op afroep en stoppen naar wens overal tussen bedrijventerrein Noord West en treinstation Schiedam Centrum (deur tot deur service). Van deur tot deur De voordelen liggen voor de hand. Reizigers worden voor de deur afgezet en hoeven geen grote afstanden te overbruggen. Ook in het donker over een verlaten industrieterrein lopen, is verleden tijd. De busjes zijn op afroep beschikbaar via een app of per telefoon. Daarnaast worden de persoonlijke voorkeuren van de gebruikers gemeten en gebruikt om een dienstverlening te optimaliseren. Ook aanmelden? Aanmelden voor ZOEFF kan heel gemakkelijk via www.zoeff-rotterdam.nl/aanmelden/. Eenmaal aangemeld kun je online of telefonisch een rit bestellen.
Op 1 juni 2013 nam Eric Birkhoff Ravestein Gereedschapslijperij over van Anja Brans en Karel Ravestein. Bedrijf: Ravestein gereedschapslijperij Adres: Industrieweg 97c Werkzaamheden: Herslijpen en produceren van verspanende gereedschappen en handel in gereedschap Eigenaars: Eric Birkhoff en Teresa van der Horst Medewerkers: 7 Hoe kwam dat zo? Na mijn mavo ging ik in dienst. Vervolgens ben ik gaan werken. Onder andere in een gereedschapslijperij van de vader van een vriend van mij. Daar heb ik het vak geleerd. Want voor het slijpen van gereedschap bestaat geen opleiding. Eerst werkte ik dertien jaar in de werkplaats, daarna in commerciële functies. Toen ik alle facetten onder de knie had, kreeg ik de ambitie iets voor mezelf te beginnen. Ik trof Karel Ravestein toevallig op een bijeenkomst van de branchevereniging en hij zag wel iets in mij als opvolger. Wie zijn je klanten? We hebben een groot aantal vaste klanten. Voornamelijk interieurbouwers, constructiebedrijven kunststofbewerkers, aannemers en machinefabrieken. Eens per week maken we een rondje en halen we het te slijpen gereedschap op. Denk aan zaagbladen, boren en frezen. Die bewerken we met onze ultramoderne slijpmachines. De specials zijn voor ons de grootste uitdaging. Specials? We kregen bijvoorbeeld een vraag van een klant die ledverlichting op helikopterplatforms verzorgt. Je weet wel, in de vorm van de bekende H. Om de verlichting te monteren moet er door de toplaag van het platform geboord worden, daar zitten soms zes lagen keihard antislipmateriaal op. Of wij daar iets op konden verzinnen. Binnenkort lever ik de eerste order van vijftig frezen die dat kunnen. Een nieuwe groeimarkt, tot het in China wordt gekopieerd natuurlijk. Wat heb je met de Spaanse Polder? Ik ben hier opgegroeid. Mijn moeder woont er nog steeds. Er is hier de laatste jaren veel opgeknapt. De verpaupering, die tien jaar geleden vooral in de omgeving van de Vliststraat toesloeg, is verdwenen. Het ziet er nu beter uit. Maar het moet ook zo blijven. Heb je tips daarvoor? De handen ineen slaan. Elke week komt er zich hier wel een vuilophaaldienst presenteren. Als we zoiets gezamenlijk oppakken, kan dat vast goedkoper. Geldt ook voor het groenonderhoud. Toekomstplannen? We hebben een breed pakket aan diensten, dat vormt een goede basis. Het gaat erom dat we met een leuk ploegje ons ding kunnen blijven doen. Ik hoef geen dertig man personeel. Zo blijf je flexibel en houd je de kosten in de hand.
Een groot aantal ondernemers heeft besloten de handen ineen te slaan om de leefbaarheid en de veiligheid in de Spaanse Polder te waarborgen. Niet alleen de grote ondernemingen, maar ook middelgrote en een aantal kleinere hebben zich aangesloten. Goed nieuws, want hoe groter de groep, hoe beter we door kunnen pakken. De Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP) bereidt op het moment een paar nieuwe initiatieven voor. Er zijn twee pilotgroepen gevormd: afval en veiligheid. De BVSP benadert deze ondernemers om facturen te verstrekken van hun vuilophaaldiensten en beveiligingsbedrijven. Voorzitter Frank Kapsenberg: ‘De uitkomsten geven ons een indicatie van de besparing die we met elkaar kunnen bereiken. Het voordeel trekt weer nieuwe leden aan en zo wordt de sneeuwbal steeds groter.’ Cafetaria Verder is het de bedoeling dat BVSP-leden volgend jaar gebruik kunnen maken van een aantal nader te bepalen diensten in een soort cafetariamodel, dat de vereniging al dan niet in samenwerking met de gemeente wil realiseren. ‘Denk bijvoorbeeld aan groenonderhoud, ongediertebestrijding, vegen van bedrijfsterreinen, het legen van kolken of het verwijderen van graffiti. Ook hierover sturen we binnenkort een aanbieding naar de ondernemers.’
‘Ik ga met een goed gevoel weg’ Zeven jaar lang was hij de schakel tussen ondernemers, gemeente en politie. Per 1 januari 2015 kiest Leen Dekker, wijkagent Spaanse Polder, voor de mogelijkheid van flexibel pensioen. Afslag 12 kijkt met Leen terug en vooruit. ‘Denk maar niet dat ik achter de geraniums ga zitten.’ Hoe ben je wijkagent Spaanse Polder geworden? ‘Mijn hand opgestoken toen de vacature ingevuld moest worden. Het was weer eens wat anders dan een woonwijk. En ik kende het industrieterrein al als mijn broekzak. Ik woonde in Overschie en ging vroeger vaak stappen in Schiedam. We reden dan met onze brommertjes door de Spaanse Polder. Ik werk nu 38 jaar bij de politie en tot op de dag van vandaag met plezier.’ Kon je je ei kwijt? ‘De politiek en mijn organisatie bepalen natuurlijk de kaders. Maar ik vergelijk het met een vijfbaans snelweg. Je kunt binnen die witte lijnen min of meer je eigen werkwijze kiezen. Dat heb ik ook altijd gedaan. Ik vind dat je een verbindende schakel moet zijn. Tussen ondernemers en gemeente in dit geval. Je bent een spin in een web. Als je het web goed spant en de trillingen opvangt, ben je er op tijd bij. Als wijkagent kun je dan het verschil maken.’ Geef eens een voorbeeld… ‘De mening of klacht van een ondernemer leidt bij de gemeente niet altijd tot de gewenste actie. Ik kan een probleem zuiver inschatten. Ik beoordeel de situatie ter plekke, hoor argumenten aan en bemiddel. Tijdens overleggen die ik met de gemeente heb, kaart ik het probleem aan. Bij belangrijke onderwerpen vraagt de gemeente mij ook vaak hoe ondernemers erin staan.’ Wat waren de hoogtepunten de afgelopen zeven jaar? ‘De totstandkoming van de quatronde is er één. Er waren te veel verkeersbewegingen en er werd te hard gereden – ooit iemand geflitst met 124 km/h terwijl 50 is toegestaan – waardoor ernstige aanrij-dingen ontstonden. De kruising Giessenweg/Industrieweg werd aangemerkt als een blackspot. De quatronde straalt rust uit en voldoet. De aanleg betekende aanzienlijke overlast voor ondernemers, maar ja, geen voordeel zonder nadeel. Een andere succesvolle actie was het ontruimen van het clubhuis van de Hell’s Angels. Dat hebben we in goed onderling overleg en zonder machtsvertoon voltooid. Verder ben ik blij met ‘Veilig ondernemen’, een project dat we samen met ondernemers en gemeente hebben gedaan. We hebben camera’s geplaatst en zo diverse inbraken opgelost en inzicht gekregen in vluchtroutes. Ook de revitalisering werpt zijn vruchten af, het ziet er allemaal heel wat beter uit.’ Wat is niet gelukt? ‘We zijn er niet in geslaagd de rommelbootjes te verwijderen in de Bornissehaven. Die trekken crimi-naliteit aan. Wil je dat structureel aanpakken dan zal de gemeente Rotterdam, die probleemeigenaar en beheerder is, actief moeten handhaven. Verder zijn er veel gegevens verzameld over de criminele activiteiten in de polder, die in de toekomst wellicht tot iets kunnen leiden. Dat zijn dingen voor mijn opvolger om af te ronden.’ Wie wordt je opvolger? ‘Dat is nog niet bekend.’ Noem een bedreiging voor de polder… ‘Leegstand. Dat trekt maatschappelijke parasieten aan en de politie heeft slechts beperkte middelen om het kraken aan te pakken. Dat kan alleen met volledige medewerking van de pandeigenaar. Verder moeten we de interne criminaliteit in de polder niet onderschatten.’ Samenwerken is het credo? ‘Precies. Ook integrale controles van politie met DCMR, de energiemaatschappij en Bouw en Woningtoezicht werkten goed. Het aantal hennepkwekerijen is hierdoor geminimaliseerd De politie-inzet zal in de komende jaren door reorganisaties veranderen. We moeten dus slimmer acteren en krachten bundelen.’ Goede raad voor ondernemers? ‘Word lid van BVSP, ontwikkel een vorm van park-management en bouw het Veilig Ondernemen verder uit.’ Goede raad voor de gemeente? ‘Zorg voor een integraal veiligheidsbeleid dat bestuurlijk ingebed is.’ Wat ga je trouwens doen? ‘Ik heb destijds een opleiding Security Management afgerond. Ik ben voor mezelf begonnen als adviseur op veiligheidsgebied. Verder haal ik mijn motor wat vaker uit de schuur en ga ik weer drummen in een rockband.’
Op 18 november 2013 begon de gemeente Rotterdam met de herinrichting van het gebied rond de Giessenweg. Een jaar later is het aanzicht van het gebied verbeterd, de (verkeers)veiligheid vergroot en is het parkeren makkelijker geworden. In het oog springend fenomeen is de quatronde. Door deze nieuwe soort rotonde stroomt het verkeer nu soepeler door. De gemeente heeft het project tegelijkertijd aangegrepen om een gescheiden rioolstelsel voor afval- en hemelwater aan te leggen.
Nu de crisis niet meer alle energie opeist, ontstaat er ruimte voor nieuwe gedachten en inzichten. Dat moet ook wel, want ook de condities die een bedrijventerrein tot een goed terrein maken blijken veranderd te zijn. Hoe gaat de gemeente Rotterdam daar mee om? Er zijn veel zzp’ers bijgekomen die bij voorkeur opereren vanuit bedrijfsverzamelgebouwen met kleine werkunits en elkaar met cross over-activiteiten stimuleren. Daarnaast blijkt, als plezierige verrassing, dat bedrijven veel milieuvriendelijker zijn geworden. Ze zijn veiliger omdat gevaarlijke processen vervangen zijn en er minder schadelijke stoffen worden gebruikt, die dus ook niet overblijven of weer afgevoerd hoeven te worden. In veel gevallen zijn machines kleiner en geluidsarmer dan vroeger, terwijl de productie verveelvoudigd is. Met andere woorden: veel grote, monofunctionele terreinen zijn niet langer nodig en het is dan ook precies dáár waar de leegstand toeneemt en in sommige gevallen zelfs zorgwekkende vormen aanneemt. Behoefte van bedrijf centraal Een stad is een organisch geheel. Hier verdwijnt wat, daar ontstaat iets. Rotterdam evolueert geleidelijk van havenstad naar zakenstad. Hoe faciliteren we die verandering? Als eerste maken we een aantal gebiedsprofielen. Wat zijn de kwaliteiten van een gebied: ligt het bij een woonwijk of juist erbuiten, hoeveel ruimte is er, hoe is het met de bereikbaarheid gesteld, al dan niet met openbaar vervoer, zijn er voorzieningen zoals horeca en winkels, heeft het gebied iets unieks? De tweede stap is vooruitkijken, door trends te analyseren en te zien welke ruimte een bestemmingsplan biedt. Verder moeten we alert en flexibel zijn ten aanzien van de kansen die zich voordoen en moeten we niet bang zijn voor experimenten. Voorheen was het terrein het uitgangspunt en werden daar de geschikte bedrijven bij gezocht. Tegenwoordig staan de behoeften van een bedrijf centraal en de vraag waar het bedrijf het beste tot zijn recht komt. Nieuwe instrumenten De conclusie is dat op bedrijventerreinen, net als op de kantorenmarkt, de leegstand snel oploopt en niet meer vanzelf verdwijnt. Terwijl de vraag naar goede bedrijfshuisvesting blijft. Oude instrumenten als acquisitie zullen blijven, maar zijn onvoldoende. Nieuwe instrumenten zijn nodig. Beter nog, een andere manier van kijken en handelen. De markt heeft het voortouw en de gemeente kan het de markt gemakkelijker maken door kennis in te brengen, procedures te vereenvoudigen en partijen bij elkaar te brengen.
Het bestemmingsplan voor de Spaanse Polder is ‘er door’, eindelijk. Wat betekent dit plan voor ondernemers, voor de toekomst van de polder en waarom heeft het vaststellen van een bestemmingplan zoveel voeten in de aarde? Jim Ekkelenkamp is strategisch adviseur bij de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam en sinds twee jaar manager Bestemmingsplannen. Saaie materie, zo op het eerste gezicht. ‘Niets is minder waar’, vindt Ekkelenkamp. ‘Er zijn altijd veel partijen die er belang bij hebben hoe een gebied eruit gaat zien. Daar gaan heel wat overleggen, discussies en gelobby overheen voordat iedereen min of meer tevreden is. Dat is ook bij bestemmingsplan Spaanse Polder het geval geweest.’ Milieucategorie 5 In 2003 en 2004 is er een ontwikkelingsvisie gemaakt voor Spaanse Polder. ‘Dat is een grove schets van waar we met de polder naar toe willen. Het plan om de Polder te revitaliseren in de periode 2005-2015 is daar een onderdeel van. Er is destijds duidelijk gekozen voor een bedrijventerrein. Spaanse Polder heeft nu zelfs milieucategorie 5 gekregen. Dat betekent dat ook de zware (chemische) industrie zich hier mag vestigen, met uitzondering van olieraffinaderijen of kerncentrales, die behoren tot de hoogste klasse, categorie 6. Dit houdt wel in dat bedrijfsvreemde elementen, zoals kantines van verenigingen, detailhandel en woningen – zie ook het kader over woonboten – niet meer in de Spaanse Polder thuishoren.’ Faciliteren Dat de totstandkoming van het bestemmingsplan lang heeft geduurd, heeft een aantal oorzaken. Ekkelenkamp noemt er een paar. Er waren verschillende ontwikkelingen gaande waar we rekening mee moesten of konden houden. Er waren bijvoorbeeld ontwikkelingen bij de Groothandelsmarkt, de Van Nellefabriek - die vanaf 21 juni 2014 op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat – en Schmidt Zeevis die zich in Spaanse Polder gaat vestigen. Een bedrijf als Schmidt verwelkomen we graag in de Polder, alleen moesten we wel weten wat hun plannen precies zijn. In welke volumes en hoe hoog willen ze bouwen bijvoorbeeld. Dan zouden we het bestemmingsplan daarop kunnen aanpassen, of: dan zouden we dat kunnen faciliteren, zoals wij dat noemen.’ Getouwtrek Verder hanteert de provincie Zuid-Holland strenge regels met betrekking tot kantoorruimte en detailhandel. ‘Af en toe zijn daar gesprekken voor nodig om te zorgen dat die regels in sommige gevallen niet zo strikt worden toegepast’, vertelt Ekkelenkamp. ‘Omdat dat beter is voor iedereen. Schmidt Zeevis wil een verkooppunt bij hun vestiging. Valt dat onder detailhandel? Daar moet je over praten. Dat is ook het leuke van het maken van bestemmingsplannen. Er is altijd getouwtrek, waardoor het bestemmingsplan een tijdje kan stilliggen, maar je komt er altijd uit.’ Helderheid Ekkelenkamp is blij als er weer een bestemmings-plan af is. ‘Dat is beter voor alle partijen. Voor de Spaanse Polder is de situatie nu duidelijk. Iedereen weet welke activiteiten, met welke milieubelasting je waar mag ontplooien en op welke manier. Ook is nu helder waar je mag bouwen, hoe hoog je mag bouwen en in welke volumes. Het is een uitgangspunt waar iedereen zich aan moet houden.’ Woonboten Het bestemmingsplan voor de Spaanse Polder is vastgesteld, maar voor de woonboten is er een voorlopige voorziening aangevraagd. De gemeenteraad heeft beslist dat de woonboten niet in het gebied kunnen blijven. De bewoners van de Woonboten hebben echter bezwaar gemaakt tegen die uitspraak bij de raad van State. Binnenkort is de definitieve uitspraak bekend. 154 bestemmingsplannen Rotterdam heeft 154 gebieden waarvoor een bestemmingsplan nodig is. De gemeente beschikt sinds een paar jaar over een speciaal team Bestemmingsplannen. Tachtig procent van de plannen zijn nu actueel. Veertig bestemmingsplannen zijn nog onderhanden. Vier fases van een bestemmingsplan Startfase Alle partijen die belangen hebben bij het gebied - DCMR, grote ondernemingen, stadsontwikkeling bijvoorbeeld – komen aan tafel. Zij praten over alle ontwikkelingen in het gebied, zodat er een goed beeld ontstaat van wat er speelt. De startfase mondt uit in een startnotitie, een globale schets waar het college van burgemeester en wethouders zijn toestemming aan geeft. Ontwerpfase Het team Bestemmingsplannen maakt een ontwerp waarbij DCMR en de provincie hun opmerkingen plaatsen. Vaak maakt ook een milieu-effectrapportage deel uit van deze fase. Vaststellingsfase Het ontwerp ligt ter inzage en iedereen mag zijn zienswijze daarop indienen. De gemeente kijkt of deze zienswijzen gehonoreerd worden. Als een zienswijze ten onrechte niet is gehonoreerd, kan de gemeenteraad beslissen dat er een hoorzitting over moet komen. De gemeenteraad stelt vervolgens het plan vast. Voor Spaanse Polder is dit op 1 juli 2013 gebeurd. Onherroepelijk verklaring Als je vindt dat je zienswijze onterecht is afgekeurd, kun je nog beroep aantekenen bij de Raad van State. Omdat de Raad van State veel dossiers heeft, kan de behandeling van je beroep lang duren. Ondertussen gaat het proces wel gewoon door. Afslag 12 vroeg twee ondernemers naar hun bevindingen over het proces van de totstandkoming van het bestemmingsplan. Aad Beemster, directeur van de Bevago-groep: ‘De communicatie tijdens de totstandkoming van het bestemmingsplan vond ik erg verwarrend. En dan druk ik mij nog zacht uit. De Bevago-groep bezit panden in zowel het Schiedamse als in het Rotterdamse deel van de Spaanse Polder. Het is fnuikend als die twee gemeenten niet op één lijn zitten. Je weet als ondernemer niet waar je aan toe bent. Voor het Schiedamse deel zit ik in een klankbordgroep, maar dat heeft vooralsnog geen enkel effect. Er is een autosloperij bijgekomen waar de auto’s vijfhoog staan opgestapeld. Dat lijkt me niet in overeenstemming met het bestemmingplan of in de geest van de revitalisering. De gemeente Schiedam werkt mee aan de verkoop van objecten op strategische plekken, wat het plan van revitalisatie volledig doorkruist. Noch DCMR, noch de gemeente Schiedam onderneemt daar tot op heden iets tegen. Verder is het verwarrend dat in de loop van het proces van het clusterbeleid is afgeweken. Berichten over die koerswijziging heb ik nooit ontvangen. Ook de communicatie bij de gemeente Rotterdam schiet ernstig tekort. Ik ben drieënhalf jaar bezig geweest om een bepaald kaveltje te bemachtigen. Degene die erover ging, presteerde het om drie maanden lang niet op e-mail of telefoon te reageren. Dat zijn voor ondernemers onaanvaardbare handelswijzen.’ Bette Holterman van Holterman Autoschade: ‘In 2011 werd er een ingrijpende wijziging van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Die wijziging is echter niet bij de belangenverenigingen of bij de ondernemers terechtgekomen. Via via ben ik daarachter gekomen. Vooral voor ons bleek die van belang omdat de straat waaraan we gevestigd zijn, definitief zou worden afgesloten. Ik heb een ochtend lang moeten bellen voor ik iemand van de gemeente te pakken had die ik kon duidelijk maken waar ik het over had. Ik dacht dat de gemeente er was om burgers te informeren en niet andersom. De contactpersonen die ik had, bleken intern herplaatst of op vakantie. ‘Het ligt op de Coolsingel’, was uiteindelijk het antwoord. Moest ik daar dan zelf maar gaan zoeken? Daarna kwam er een brief waarin een spoedbijeenkomst werd gepland, maar waarin ook werd onderstreept dat de inspraakprocedure inmiddels was gesloten. We hebben daar onze mening geventileerd, maar nooit meer iets vernomen. Een andere opmerkelijke actie vond plaats rondom het clusterbeleid. Ons was beloofd dat ondernemers daarover als eerste ingelicht zouden worden. Tot mijn grote verbazing waren wij ineens ingedeeld in het ‘foodcluster’. Dat heeft voor een autoschadeherstel-bedrijf nogal wat consequenties. Met andere ondernemers hebben we ernstig bezwaar gemaakt, met als gevolg dat het clusteren niet doorging. En dan lees je later in de stukken dat dit in goed overleg gebeurd zou zijn.’ Draagvlak voor vorm van zelfbeheer groeit Op woensdag 10 september jl vond een vervolgbijeenkomst plaats over zelfbeheer in de Spaanse Polder. De kopgroep van zestien die in juni hiervoor een intentieverklaring tekende, blijkt inmiddels fors uitgebreid. En dat is goed nieuws. Want een stevig draagvlak is een noodzakelijke stap naar een vorm van zelfbeheer. De bijeenkomst was een vervolg op een eerdere bijeenkomst op 16 juni waar de zestien grootste ondernemers in de polder een intentieverklaring tekenden tot verdergaande samenwerking rondom het beheer van de polder. Een belangrijke doelstelling die tijdens die bijeenkomst werd geformuleerd was het creëren van een breed en stevig draagvlak. Met ruim veertig aanwezige ondernemers blijkt de steun inderdaad fors toe te nemen. ‘Maar we zijn er nog niet’, waarschuwt Frank Kapsenberg, voorzitter van de Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP). ‘Ik hoop dat u bij de volgende bijeenkomst opnieuw een of twee buren meeneemt zodat het draagvlak als een olievlek uitbreidt.’ Ondernemers als collectief ‘Draagvlak’ en ‘krachtenbundeling’. Het zijn ook de sleutelwoorden in het betoog van Henk van der Beek, directeur vervoersbedrijf RMC, en voorzitter van MKB Rotterdam. Op uitnodiging van de BVSP vertelt hij hoe het MKB tegen zelfbeheer van ondernemers aan kijkt. ‘Het College streeft ernaar dat Rotterdam de lijst meest ondernemersvriendelijke stad van Nederland aanvoert. Helaas is Rotterdam op die lijst gezakt van nummer 10 naar 36. Daarover is het MKB met het College in gesprek. Punt is dat de gemeente eigenlijk niet goed weet wat Rotterdamse ondernemers willen. Er is geen gezamenlijke visie. De uitdaging is dus dat we als collectief de krachten bundelen en speerpunten formuleren. Dan krijgen we de overheid ook mee.’ Meedoen loont De heer Putmans begeleidt ondernemersverenigingen en maakt duidelijk waar krachtenbundeling van ondernemers op een bedrijventerrein toe kan leiden: ‘In Eindhoven is het gelukt om voor alle projecten die onder de noemer ‘leefbaarheid en veiligheid’ vallen, vijftig procent cofinanciering van de gemeente te krijgen. Ook zijn er duidelijke afspraken gemaakt over tijdige informatie rondom wegwerkzaamheden en bereikbaarheid, vlot herstel en onderhoud van de openbare ruimte, de aanstelling van een terrein-conciërge in een wsw-constructie. En als de veiligheid goed geregeld is, is het mogelijk kortingen te krijgen op verzekeringspolissen.’ De samenwerking leidt bovendien tot mooie nieuwe initiatieven. Putmans: ‘Zo hebben ondernemers een eenvoudige databank opgezet waarin zij boventallig personeel én vacatures melden. Op deze manier worden er maandelijks 35 vacatures onderling opgevuld. Dat scheelt direct in de wervingskosten.’ Boter bij de vis Mooie voorbeelden, maar zoals iedere ondernemer weet, gaan de kosten voor de baten uit. Kapsenberg: ‘Concreet moeten we nu investeren in een revisie van onze gezamenlijke camerabeveiliging. We vragen u daarom om een bijdrage van 250 euro per ondernemer. En dat is niet alles wat ik van u vraag. De BVSP is bezig om inzichtelijk te maken wat de afvalinzameling ons momenteel kost en hoe dat goedkoper kan. Dus geef ons alstublieft inzage in die facturen! Tot slot: we moeten blijven investeren in verdere krachtenbundeling, want daar valt of staat alles mee.’ Steunt u dit initiatief ook, en wilt u een uitnodiging ontvangen voor de volgende bijeenkomst? Stuurt u dan een e-mail naar het secretariaat van de BVSP: dannyhoutman@scoron.nl
Door gebruik te maken van slimme, handige en duurzame anti-file diensten, maken we de bedrijven in de Spaanse Polder gezamenlijk beter bereikbaar voor klanten, medewerkers en goederen. Bovendien kunnen we met veel spitsmijdende diensten tijd en geld besparen en bijdragen aan een beter milieu. Dat zijn niet twee, maar vier vliegen in één klap. Onlangs schreef De Verkeersonderneming een aanbesteding uit voor innovatieve spitsmijdende diensten, die de bereikbaarheid van Rotterdamse bedrijven verbeteren. Hierop kwamen ruim dertig inzendingen binnen. Daar zitten interessante alternatieven voor ondernemers in de Spaanse Polder tussen, zoals: Zoeff Vanaf het OV-station Schiedam rijdt een deur-tot-deur pendelbus voor werknemers en bezoekers naar de bedrijventerreinen Rotterdam-Noordwest en Spaanse Polder. Tijdens de spits rijdt de dienst structureel en daarbuiten op afroep via een handige app of telefonisch bij de centrale. Zoeff is een prima aanvulling op het huidige openbaar vervoernetwerk. Door de deur-tot-deur service hoeven reizigers geen grote afstanden meer te overbruggen naar of van de bushaltes binnen het gebied. Een rit kost ongeveer € 1,75. Kijk voor meer informatie op www.zoeff-rotterdam.nl. Initiatief: Rotterdamse Mobiliteit Centrale. Fietsen verleer je nooit Werkgevers leasen een e-bike voor hun medewerkers. Voordelen zijn: fittere werknemers, geen vertraging meer door files, lagere reiskosten. Door subsidie van De Verkeersonderneming ontvangen werknemers een beloning voor elke gerealiseerde spitsmijding. Kijk voor meer informatie op www.fietsenverleerjenooit.nl. Initiatief: Mobylis B.V. TripManager Auto nodig? TripManager brengt de huurauto naar het werk en haalt hem daar ook weer op. Zo gebruik je alleen een auto als je hem echt nodig hebt. Kijk voor meer informatie op www.tripmanager.nl. Initiatief: TripManager. Geïnspireerd? Kijk voor meer duurzame anti-file diensten op: www.marktplaatsvoormobiliteit.nl
GPR Meubelfournituren B.V., van oorsprong Gebr. Peters B.V., is een fournituren-groothandel voor meubelstoffeerderij, meubelindustrie, woning-en project-inrichting en leverancier van stoffeerdersbenodigdheden, meubelstoffen en (kunst)leer in Nederland, België en Duitsland. In 2000 vestigde GPR zich in de Spaanse Polder, waar het bedrijf absoluut niet meer weg wil, zegt directeur Ronald Peters. Bedrijf: GPR Meubelfournituren Adres: Sevillaweg 90 Werkzaamheden: groothandel voor woninginrichting en meubelstoffering. Medewerkers: 10 Website: www.gpr-rotterdam.nl Wat is de historie van GPR? Het is een echt Rotterdams familiebedrijf, in 1936 opgericht in Krooswijk door mijn opa. Daarna runden mijn vader en mijn oom de zaak. Zelf kwam ik hier in 1985 werken en in 1992 nam ik het bedrijf over. Toen in 2000 mijn broer Arthur mededirecteur werd, was er opnieuw sprake van ‘gebroeders Peters’, maar we voeren liever onze merknaam GPR. Die naam gebruiken we ook voor onze eigen productenlijn. Waarin onderscheiden jullie je? Wij zijn leverancier van vele A-merken, tot genoegen van onze klanten. Wat GPR uniek maakt is het feit dat we nooit een keuze hebben gemaakt tussen óf meubelstoffering óf woninginrichting, zoals de meeste bedrijven in onze branche. We zijn altijd beide markten blijven bedienen. Voor woning- en projectinrichting hebben we een breed assortiment aan artikelen, waaronder alle soorten raam- en vloerbedekking. (Luxaflex, gordijnstoffen, harde- en zachte vloerbedekking, tapijten, laminaat, houten vloeren, pvc-vloeren, etc.) Door onze grote kennis van materialen en technieken spelen we vaak een adviserende rol. Hoeveel werknemers heeft GPR? We zijn met tien mensen. Al onze medewerkers leiden we allround op, zodat ze kennis hebben van én de meubelindustrie én de woninginrichting. Iedere medewerker van GPR moet een echte duizendpoot zijn. Waar ben je trots op? Op onze flexibiliteit, ons brede assortiment en onze vakkennis. Zo hebben we ons gespecialiseerd in lijm en garen. Met succes, want hoewel de meubelindustrie een krimpende markt is, is de afzet van GPR/SABA- lijm, juist gegroeid in deze markt. Daarnaast leveren we lijm aan de jachtbouw, rubberindustrie, auto-beklederij, etc. We geven klanten professioneel advies over de juiste verwerkingsmethode, want er is altijd maar één manier van lijmen de beste manier. Garen leveren we ook aan meerdere branches, zoals de kledingindustrie, vlaggenmakerij, boekbinderijen, etc. Heel leuk en leerzaam voor ons. In de woninginrichting zijn we het aanspreekpunt voor de klant en proberen hem zoveel mogelijk regelwerk uit handen te nemen. Ook dat doen we goed, want we krijgen zelden klachten. Bevalt de Spaanse Polder? Toen ik in 2000 een andere locatie zocht, trok dit terrein me helemaal niet aan. Toch zijn we hierheen verhuisd, want hier konden we genoeg grond kopen voor nieuwbouw. Nu wil ik hier absoluut niet meer weg. Vooral qua logistiek is deze plek perfect, dicht bij de snelweg, centraal in de randstad en goed bereikbaar voor klanten.
De Spaanse Polder moet schoon, heel en veilig! Om meer grip te krijgen op het onderhoud en beheer van de bedrijfsomgeving streeft de BVSP naar een vorm van parkmanagement. De eerste stap is gezet. Op 16 juni jl. tekenden de 16 grootste bedrijven in de polder een intentieverklaring tot verdergaande samenwerking. Waarom Parkmanagement? In 2015 loopt het revitaliseringprogramma van De Spaanse Polder af. De bemoeienis van de overheid met de polder zal op een lager pitje komen te staan en ook het beschikbare overheidsbudget zal kleiner worden. Nu is dus hét moment waarop wij als ondernemers zelf de regie moeten pakken om de Spaanse Polder vitaal en aantrekkelijk te houden. Met parkmanagement kunnen we de volgende zaken zelf regelen: collectief beheer en onderhoud van de openbare ruimte gezamenlijke afvalverwerking het uitbouwen van de collectieve beveiliging afspraken maken met de gemeente Rotterdam en Schiedam over financiering en taakverdeling onderling afspraken maken over onderhoud directe bedrijfsomgeving op termijn eventueel gezamenlijke inkoop van energie, uitbreiding van camerabewaking en surveillance, en meer verlichting Wat is de rol van de BVSP? De Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP), waarin een groot deel van de ondernemers verenigd is, maakt zich sterk voor parkmanagement. Een groot draagvlak is daarbij van groot belang; hoe meer bedrijven zich aansluiten, hoe beter. Als collectief vormen we een stevige gesprekspartner voor de overheid. Dat is belangrijk want gemeenten zijn zelf ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de buitenruimte en voor handhaving van de wet- en regelgeving. We moeten dus afspraken maken over de taakverdeling en over de mogelijke financiering daarvan. Hoe nu verder? Op 10 september om 16.00 uur komen de betrokken bedrijven opnieuw bij elkaar (locatie Au Marché). In de tussentijd willen we zoveel mogelijk kleine en grote bedrijven uit de Spaanse Polder betrekken bij dit initiatief. Daarnaast wordt hard gewerkt aan een concreet plan van aanpak. De reeds participerende bedrijven zullen hun buren en bevriende relaties persoonlijk uitnodigen voor deze bijeenkomst. Steunt u ons initiatief en wilt u erbij zijn in september? Laat het ons weten door een mail te sturen naar Danny Houtman (secretariaat BVSP): dannyhoutman@scoron.nl en zegt het voort! Tijdens de algemene ledenvergadering op 12 juni 2014 zijn twee nieuwe bestuursleden benoemd. Het gaat om de heer Özcan Atilgan, directeur GOB (links) en de heer Mehmet Kolay, directeur van Stahlie-Cam Automaterialen BV (rechts).
In de polder wordt geld gemaakt. Maar er wordt ook geld terug geïnvesteerd in de samenleving. Menig bedrijf in de Spaanse Polder sponsort sociaal-maatschappelijke activiteiten: sport- of culturele evenementen, goede doelen, plaatselijke non-profitorganisaties zoals een sportvereniging, school of kinderboerderij. Andere bedrijven zetten zich massaal in voor ‘NL doet’, maatjesprojecten of de Roparun. ‘We gaan graag duurzame verbintenissen aan’ Doornbos Equipment verhuurt en verkoopt hoogwerkers, heftrucks, verreikers, hogedrukpompen en vacuüm-units. Het materieel wordt ingezet voor een scala aan werkzaamheden: van scheepsonderhoud en gevelrenovaties tot op- en afbouwwerkzaamheden voor festivals en evenementen. Doornbos is een familie-bedrijf dat al meer dan 50 jaar in de Spaanse Polder is gevestigd. Er werken zo’n 90 mensen op de vestigingen in Rotterdam, Amsterdam, Engeland en Frankrijk. Het bedrijf sponsoort al vele jaren een aantal grote evenementen in Rotterdam. Directeur Denise Doornbos: ‘Wij stellen materieel beschikbaar voor de jaarlijkse CHIO (Concours Hippique International Officiel), aan Like2Run (de organisatie achter de Ladies Run, City Pier City en de Marathon Rotterdam) en aan City Racing Rotterdam. Ook zijn we al jaren Gildelid van het Rotterdams Philharmonisch Orkest waarmee we het orkest financieel ondersteunen. Daarnaast leven we soms materieel uit aan kleinere evenementen zoals het zeilspektakel Skûtsjessilen op de Kralingse Plas en de restauratie van het Havenmuseum. We krijgen veel aanvragen en maken zelf de keuze wat we wel en niet sponsoren. Vaak gaat het om verzoeken van zaken-relaties of personen met wie we een band hebben. Waarom we dit doen? Vanuit onze betrokkenheid; we zijn een bedrijf dat graag duurzame verbintenissen aangaat. We voelen ons verantwoordelijk en willen een steentje bijdragen aan de stad Rotterdam; de omgeving waar we zakelijk maar ook persoonlijk mee verbonden zijn.’ ‘Een mooi boek over de liefde van Rotterdamse kunstenaars voor hun materiaal’ Directeur Frank Kapsenberg van Kapsenberg van Waesberge bv Print media Services, is de drijvende kracht achter de Belangenvereniging Spaanse Polder. U kent hem wel, de man achter het voorwoord van dit blad. Maar Kapsenberg zet zich belangeloos in voor veel méér dan de ondernemers in de polder. ‘Wij verzorgen regelmatig drukwerk ‘om niet’. Van een sponsorblaadjes voor de plaatselijke hockey-vereniging tot drukwerk voor SIRE (Stichting Ideële Reclame). En we doen ook wel mee aan allerlei acties die voorbij komen en die we goed vinden. Een paaseitjesactie voor een gehandicaptenstichting of speculaaspoppen om een andere goed doel te steunen. Mits de kwaliteit maar goed is, en het doel zelf natuurlijk. Verder sponsoren we deelnemers aan de Alpe d’HuZes en de Roparun. We drukken soms postertjes of ander materiaal voor opdrachtgevers die zich zelf inzetten voor een goed doel, zoals bijvoorbeeld een congres waar het Oogziekenhuis Rotterdam bij betrokken is. Een erg leuk project waar we – samen met fotograaf Twan de Veer en ontwerp-bureau Vuurrood – onlangs aan meewerkten, is het boek ‘Uit de Hand’. Een boek waarin de liefde voor hun materiaal van 11 Rotterdamse kunstenaars heel mooi in beeld is gebracht. Dat zijn dingen waar we zelf ook plezier aan beleven en graag aan bijdragen.’ ‘In onze visie op duurzaamheid verdient alles en iedereen een tweede kans’ ‘Op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en duurzaamheid is Oranje B.V. een voorloper’, vertelt Gert Jan de Gier, directeur commerciële zaken. ‘Onze in 2011 overleden directeur Freek Oranje was een echte visionair. Hij heeft het duurzaam amoveren uitgevonden, oftewel het hoogwaardig recyclen van vrijkomende materialen. Naast duurzaam recyclen is Oranje specialist op het gebied van asbestsanering en bodemsanering. We willen met onze bedrijfsactiviteiten bijdragen aan een gezonde balans tussen People, Planet en Profit. Maar we investeren ook in nieuwe kansen voor mens, maatschappij en milieu. Zo zijn we aangesloten bij diverse platforms zoals MVO Nederland, Rotterdam Climate Initiative, Rotterdam Cirkelstad en Ik zit op Zuid (IzoZ). De laatste twee platforms richten zich op leer-/werk-trajecten voor mensen met een lagere opleiding of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bij Oranje leiden we deze mensen op in ons eigen opleidingscentrum en nemen hen in dienst als het goed gaat. In onze visie op duurzaamheid verdient alles en iedereen een tweede kans. We sponsoren goede initiatieven zoals de Oranje Foundation, opgericht door en vernoemd naar Freek Oranje. Deze foundation biedt de helpende hand aan kinderen in een achterstandspositie. Een leuk initiatief dat we sinds kort financieel ondersteunen is Pole Soccer@, een soort ‘straatvoetbal’ in een speciale voetbalarena die bij evenementen snel kan worden opgebouwd. Pole Soccer@ heeft een samenwerkingsverband met Feyenoord en de focus ligt op sportparticipatie, gezondheid, talentontwikkeling en sociale contacten voor alle kinderen, zonder onderscheid. Ook hebben we dit jaar de Alpe d’HuZes gesponsord door een van de deelnemende teams te voorzien van een bus en een financiële bijdrage. Het team heeft 85.000 euro bij elkaar gefietst, een mooi resultaat!’
In de Spaanse Polder groeit en bloeit meer dan het onkruid tussen de stoeptegels. Jongeren leren er een vak of vinden er een baan. Diverse bedrijven in de polder bieden stageplaatsen, leerwerkplekken en banen aan mensen met een arbeidshandicap of een afstand tot de arbeidsmarkt. Jaap Kuipers, eigenaar van Kuipers Zeilmakerij aan de Bornissestraat: ‘Iemand die wil werken en het vak wil leren, kan hier prima functioneren’ Kuipers begon zijn bedrijf in 1992 in Pernis en verhuisde in 2012 naar de Spaanse Polder. Het bedrijf is gespecialiseerd in afdekzeilen en bootkappen voor de watersport en industriële afdekkingen voor met name de scheepvaart en offshore. Een uniek product is de ‘paardenbroek’, ontworpen om paarden die te water zijn geraakt, op te takelen. Deze wordt vooral geleverd aan brandweercorpsen. Bij de zeilmakerij werken vijf man in vaste dienst en daarnaast is er regelmatig een leerling in tijdelijke dienst. De medewerkers hebben uiteenlopende achtergronden, vertelt Kuipers. ‘Er zit een schoenmaker bij, mensen uit de confectie-industrie maar ook mensen die nog nooit achter een naaimachine gezeten hebben. Dit is een specialistisch vak waar geen opleiding voor bestaat. Dus als er nieuwe mensen binnenkomen, dan leren ze het vak in de praktijk.’ Een van Kuipers’ medewerkers kwam circa zes jaar geleden binnen via de BGS (een Schiedams Wsw (Wet sociale werkvoorziening)-bedrijf). ‘Op een dag werd ik gebeld door de gemeente Schiedam met de vraag of ik een man met een oorlogstrauma kon plaatsen. Omdat hij een prima beoordeling van zijn vorige werkgever had en bereid was om het vak te leren, heb ik ‘ja’ gezegd. Het is een handige man die hier goed functioneert. Soms heeft hij een dip. Ik ben geen therapeut maar ik hou wel rekening met zijn mogelijkheden en beperkingen. Hij wordt vanuit de BGS begeleid.’ Vorig jaar heb ik hier nog een Wsw’er gehad. Maar dat pakte niet goed uit, hij kon het psychisch niet aan en is na ongeveer een jaar vertrokken. Het is voor mij vrijwel onmogelijk om mensen met de juiste ervaring te vinden. Dus iemand die wil werken en het vak wil leren, kan hier in principe functioneren. Dat geldt ook voor mensen die om psychische of andere redenen minder snel aan de bak komen.’ Wsw wordt Participatiewet De huidige Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gaat per 1 januari 2015 op in de Participatiewet. De gemeente wordt dan verantwoordelijk om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (inclusief arbeidsgehandicapten) aan het werk te helpen. Door de Participatiewet kunnen mensen die nu met een Wsw-regeling op detacheringsbasis bij een bedrijf werken, in dienst komen. Gemeente en werkgever bepalen samen wat de reële loonwaarde is van de betreffende werknemer. De gemeente vergoedt het verschil tussen de loonwaarde en 70 procent van het wettelijk minimumloon. Naast deze loonkostensubsidie blijft ook de werkbegeleiding (jobcoaching) door de gemeente bestaan. Ramon Dölle, unitmanager Groepsdetacheringen bij dienst Werk en Inkomen: ‘In het sociaal akkoord hebben werkgevers afgesproken 100.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (tot 2026). Er blijft daarnaast ook een voorziening voor beschut werk overeind, bedoeld voor mensen die een aangepaste (beschutte) werkplek nodig hebben.’ Voor de uitvoering van de Participatiewet worden 35 arbeidsmarktregio’s opgericht waarin gemeente, UWV, werkgevers en werknemers samenwerken. Voordeel is dat bedrijven niet meer met verschillende instanties te maken hebben maar met een contactpersoon uit het regionale arbeidsmarktnetwerk. De Participatiewet is ook voor werkgevers in de Spaanse Polder interessant. Dölle: ‘We hopen het voor werkgevers aantrekkelijk en makkelijk te maken om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Niet het hebben van een vacature moet het uitgangspunt zijn maar werk dat blijft liggen, of is ondergebracht bij mensen met een te hoge opleiding voor dat werk. Het gaat om eenvoudige werkzaamheden waar geen speciale scholing of kennis voor nodig is. Door bijvoorbeeld functies op te knippen en het eenvoudige werk in één functie onder te brengen, creëer je een extra baan en nieuwe kansen voor mensen die niet zo snel ander werk kunnen vinden.’ Meer weten over wat de Participatiewet voor uw bedrijf kan betekenen? Neemt u dan contact op met Marcel Steenbergen, senior accountmanager Werkgeversservicepunt Rijnmond. T: 010-2677976/ 06-13159860 E: mwjm.steenbergen@rotterdam.nl W: www.wsprijnmond.nl Jan Kerremans, directeur Operationele Zaken bij Verstegen Spices & Sauces: ‘Al onze medewerkers zijn deel van de Verstegen-family’ De foodindustrie is een belangrijke bedrijfstak in de Spaanse Polder. Verstegen Spices & Sauces biedt werkgelegenheid aan mensen met een Wsw-indicatie. Daarnaast voert het bedrijf een actief beleid op het gebied van stages en opleidingsplaatsen. Dat is mooi, want er zijn volop kansen in de food. Verstegen Spices & Sauces is in 1886 opgericht en sindsdien actief binnen alle segmenten van de foodbranche: gericht op de industrie, de retail en de consument. Het familiebedrijf heeft 370 mensen op de loonlijst staan en biedt daarnaast werkgelegenheid aan 100 arbeidsgehandicapten. ‘Deze mensen hebben een Wsw-indicatie en werken gedeeltelijk op onze inpandige werkplaats en gedeeltelijk op de afdelingen in de productie,’ vertelt Jan Kerremans. ‘Het gaat om eenvoudige werkzaamheden die niet machinaal gedaan kunnen worden. Denk aan het afvullen van laurierblaadjes; dat moet gewoon handmatig. Vroeger besteedden wij dit werk uit aan sociale werk-plaatsen maar zo’n tien jaar geleden hebben we hier een eigen werkplaats ingericht. Nu komen de mensen bij ons en maken ze deel uit van de Verstegen-family. Ze zeggen: “Ik werk bij Verstegen” in plaats van “Ik werk bij een sociale werkplaats”. Dat geeft een stuk trots.’ De begeleiding van deze medewerkers is in handen van werkmeesters vanuit de gemeente Rotterdam en Schiedam. Daarnaast voert Verstegen een actief beleid op het gebied van training en opleidingen. Kerremans: ‘We zijn al een aantal jaar bezig om vmbo-leerlingen te interesseren voor de foodindustrie, en starten hier binnenkort zelfs mee op basisscholen. We geven gastlessen over de mogelijkheden en ontwikkelingen binnen de food-industrie en via snuffelstages proberen we kinderen warm te maken voor een baan of opleiding bij ons bedrijf. Sinds dit jaar hebben we vijf mbo’ers in dienst op een leerwerkplek. Ze werken vier dagen en gaan één dag in de week naar school. Wij betalen hun opleiding en brengen hen in de praktijk alle kneepjes van het vak bij. Na twee jaar zijn ze all round food operator en hebben meteen een baan. De wens is om dit verder uit te breiden want de werkgelegenheid in deze sector neemt de komende jaren alleen maar toe.’ Behalve de leerlingen lopen er altijd wel een paar stagiaires rond bij Verstegen. ‘We werken nauw samen met verschillende vmbo- en mbo-scholen: Melanchton, Lentiz, InHolland en het Wellant’, zegt Kerremans. ‘En ook binnen onze eigen Food Academie bieden we tal van cursussen en trainingen. Bijvoorbeeld over de complexe wet- en regelgeving op het gebied van food, en taalcursussen voor medewerkers die contacten hebben met onze buitenlandse vestigingen.’ ‘Na mijn diploma kan ik hier blijven werken en ook nog verder doorleren’ De 29-jarige Hisham kwam 3,5 jaar geleden uit Palestina naar Nederland en volgt sinds 10 maanden de tweejarige mbo-opleiding tot all round food operator. Hij is getrouwd en heeft een kind. Het gezinsleven combineert hij met vier dagen per week werken bij Verstegen en een dag per week naar school (Lentiz). ‘Ik ben erg blij met deze opleiding. Na mijn diploma kan ik hier blijven werken en ook nog verder doorleren. Het is een mooie kans, zeker omdat ik nu ook goed Nederlands leer spreken. De opleiding is interessant, ik leer van alles over machineonderhoud, allergenen, grondstoffen en de wetten en regels voor de voedselindustrie. Tot nu toe heb ik al mijn examens gehaald!’ ROTTERDAMMERS WERKEN! Van mei tot eind 2014 loopt het pilotproject ROTTERDAMMERS WERKEN! in de Spaanse Polder. Met dit project wil de gemeente Rotterdam mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in contact brengen met ondernemers. De gemeente wil maatwerkoplossingen bieden zonder extra regelwerk en neemt alle administratieve rompslomp uit handen, zorgt voor begeleiding en advies en ondersteunt met verschillende (financiële) middelen om de eventuele plaatsing tot een succes te maken. De aanpak is eenvoudig. Via een zogenoemd ‘prettig gesprek’ organiseren de projectleiders een groepsbijeenkomst tussen ondernemers en een aantal kandidaten. Per keer worden 30 kandidaten (werkzoekenden) uitgenodigd bij een bedrijf dat zich voor dit project heeft opgegeven. Door prettig met elkaar in gesprek te gaan, ontwikkelen de kandidaten meer zelfvertrouwen en krijgen ondernemers op hun beurt zicht op de kwaliteiten van de kandidaten. Wilt u meer weten over dit project? Of heeft u plaats voor onbenut talent in uw bedrijf? Neem dan contact op met Kees de Ruwe (06 – 51 92 63 46) of Yvonne van Amstel (06 – 24 23 59 84).
Jarenlang werd het beeld van de Spaanse Polder beheerst door nachtelijke straatraces, verkeersopstoppingen, louche handelaren en illegale activiteiten. En nog steeds kleeft er iets van dat verloederde gebied van weleer – waar met een omvangrijk herstructureringsprogramma ruim 45 miljoen in is geïnvesteerd – aan het huidige imago van de polder. In dit nummer van Afslag 12 presenteren wij een andere kant van de medaille. De polder als een op volle sterkte draaiende motor voor de economie van Rotterdam. Een melkkoe die niet alleen de ondernemers zelf een goede boterham oplevert maar die ook nog eens elk jaar miljoenen in de gemeentekas laat vloeien. Feiten & de cijfers Maatschappelijke waarde De bedrijventerreinen Spaanse Polder en ‘s-Graveland-Zuid bieden werk aan ruim 10.000 personen in ruim 900 bedrijven. De bedrijven maken daarnaast meer dan gemiddeld gebruik van tijdelijk extra personeel. Bovendien is de bedrijvigheid in de polder goed voor nog eens 5.000 afgeleide banen. Het gaat vooral om werkgelegenheid voor laag- en middenhoogopgeleid personeel. Ruim zestig procent van de werknemers is afkomstig uit Rotterdam en Schiedam. Daarmee is de maatschappelijke waarde van de polder voor Rotterdam groot. Soorten bedrijven In de Spaanse Polder zijn vooral veel bedrijven gevestigd op het gebied van bouw & industrie, zakelijke dienstverlening en groot- en detailhandel. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van de polder bedraagt drie miljoen per hectare per jaar. Deze wordt bepaald door de gebouwen die er op staan en de mensen die er werken en producten en diensten opleveren. Een rekensommetje: De Spaanse Polder is 190 ha groot. Dus 190 x 3 miljoen = 570 miljoen euro. Erfpachtcanon De opbrengst in 2014 aan erfpachtcanon en afkoop van contracten wordt geschat op € 4.440.000,–. Daar staat tegenover dat de gemeente ook veel geld investeert in het bouwrijp maken van de grond. Opbrengst OZB De opbrengst van de OZB-gebruikersbelasting bedroeg in 2013 € 840.000,–. De opbrengst van de OZB-eigenaarsbelasting bedroeg in 2013 € 1.332.000,–. Uitgangspunt voor de hoogte van de belasting is de WOZ-waarde van het pand. Opbrengst precario- en reclamebelasting De gemeente heft ook precario- en reclamebelasting. Reclamebelasting geldt voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Precariobelasting is van toepassing op voorwerpen die in de openbare ruimte staan. Er is geen specificatie voor deze opbrengsten vanuit de Spaanse Polder. ‘De Spaanse polder is zonder twijfel een steady economische motor voor Rotterdam’ Bart van Wijk is sinds 1 maart de nieuwe project-manager Stadsontwikkeling voor (onder meer) de Spaanse Polder. Van Wijk studeerde bestuurskunde in Rotterdam en werkte eerder als projectmanager voor Rotterdam CS, Winkelboulevard Zuid, het Stadionpark en het bedrijventerrein Gadering in Hoogvliet. Wij vroegen hem naar de resterende looptijd van de herstructurering en naar de betekenis van de Spaanse Polder voor Rotterdam. De herstructurering van de Spaanse Polder loopt in 2015 af. Wat moet er nog gebeuren? ‘In de voorgaande jaren zijn er forse ingrepen en investeringen gedaan in de Spaanse Polder. Vooral op het gebied van de infrastructuur en bereikbaarheid, de herontwikkeling van kavels, het beheer van de openbare ruimte en de handhaving. Ook in de branchering heeft de gemeente actief gestuurd. Er staat nog een aantal projecten op stapel, de quatronde loopt op schema en daarna volgt nog de herinrichting van de Almstraat/Vlisstraat. Ook zijn er nog kavels die een nieuwe invulling moeten krijgen. We willen daarover met een aantal ondernemers in gesprek en werken samen met Rotterdam Partners: de promotor van de Rotterdamse economie, die als verbindende schakel fungeert tussen bedrijfsleven, instellingen en het bestuur van de gemeente Rotterdam.’ En na 2015? ‘De gemeente zal De Spaanse Polder niet ineens loslaten. De geplande werkzaamheden zullen deels nog doorlopen in 2015. Dat geldt ook voor het invullen van lege kavels. Verder blijft de gemeente verantwoordelijk voor zaken als handhaving, beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Wel is het zo dat de rol van de overheid geleidelijk verandert: van initiatiefnemer en organisator naar facilitator. We zullen dan ook goed luisteren naar de wensen en behoeften van ondernemers en kijken hoe we daar als gemeente ondersteunend in kunnen zijn. Dat vereist ook dat we intern nog meer en beter samenwerken. Belangrijk in deze context is hoe de samenwerking met de ondernemers zich verder gaat ontwikkelen, hoe zij zich verder onderling gaan organiseren en hoe zij tegen de taakverdeling met de gemeente aankijken. Daarover gaan we komend jaar in gesprek.’ Hoe is de samenwerking met Schiedam? ‘Schiedam heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de herstructurering van haar deel van de polder. Haar focus lag bij de uitvoering van het beeldkwaliteitsplan en het parkeerbeleid. We zullen gezamenlijk blijven optrekken als het gaat om de verdere ontwikkeling van de polder. Binnenkort heb ik overleg met mijn Schiedamse collega waarbij de situatie na 2015 zeker ter sprake zal komen.’ Wat betekent de Spaanse Polder voor Rotterdam? ‘Zonder twijfel is de Spaanse Polder een economische motor van betekenis voor Rotterdam. Er wordt hier veel geld verdiend voor de stad. Het levert een breed scala aan werkgelegenheid op voor zowel hoog- als laagopgeleiden. En het is een groot gebied, zeker als je Noord-West erbij rekent. Bovendien is er het unieke voordeel van de havenbekkens waardoor bedrijven met watergebonden activiteiten zich hier kunnen vestigen. Ik verbaas me altijd weer over de vele bijzondere bedrijven in de polder: groot en klein, handel en maakindustrie, en heel veel familiebedrijven.’
Wie over de Matlingeweg op Noord-West rijdt, kan het bijna niet ontgaan: de karakteristiek gebogen metalen gevel van het Shield Group gebouw. Operationeel directeur Frank-Maarten Gribnau is al meer dan tien jaar verknocht aan het bedrijf, dat van asbestinventarisaties uitgroeide tot een volwassen, breed en toonaangevend adviesbureau in Europa. Bedrijf: Shield Group Adres: Hongkongstraat 5 Werkzaamheden: Testen, inspectie en consultancy gecombineerd met educatie en data services op het gebied van gevaarlijke stoffen, gevaarlijke microbiologie, gevaarlijke werksituaties en brandveiligheid. Medewerkers: 880 wereldwijd, van wie 180 in Rotterdam Website: www.shield-group.nl Wat zien jullie als je missie? Wij zorgen voor een veilige werk- en leefomgeving. Onze slogan is Keeping the future in shape. Dat doen we door onderzoek en analyses op het gebied van gevaarlijke stoffen, maar steeds vaker doen we dit uitgebreid: met een gedegen advies voor de langere termijn waarbij meer dan één risicogebied word afgedekt. Daarnaast bieden we opleidingen om klanten te helpen hun risicobewustzijn te verhogen en meer inzicht te geven in nodige of overbodige maatregelen. Ook leveren we dataservices: op die manier heb je je objectrisico’s digitaal in kaart en kun je ze periodiek en moeiteloos aanpassen aan de actualiteit. Over welke gevaarlijke stoffen hebben we het eigenlijk? Asbest, legionella, schimmels en gevaarlijke gassen. Eigenlijk nog breder: alles waardoor je werk- of leefomgeving onveilig kan zijn. Hoe is het eigenlijk allemaal begonnen? Mijn broer Joris richtte in 1998 samen met een vriend het asbestinventarisatiebureau Oesterbaai op. In 2003 fuseerde dit bedrijf met het laboratorium voor legionella- en luchtonderzoek AS Bioconsult en gevaarlijke vezel onderzoeksbureau & laboratorium Fibrecount uit België en werden we de Shield Group. Ikzelf ben in 2003 bij het bedrijf gekomen, dat sindsdien enorm gegroeid is, in eerste instantie autonoom en vanaf 2011 door overnames. Hoe groot zijn jullie nu dan? Inmiddels werken we met 880 mensen in Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Ik vind het mooi om te zien dat we daarbij niet alleen geografisch gegroeid zijn: in sommige landen hebben we bijzondere expertises, waar collega’s in andere landen van kunnen leren. En de mensen zelf zijn meegegroeid met ons bedrijf: we zijn een klantgedreven, inventief, toekomstgericht en solide bedrijvengroep. Dat past heel goed bij Rotterdam, en het grappige is dat we eigenlijk in bijna alle landen waar we actief zijn, in de havenstad zitten. Dat kan geen toeval zijn. Ik denk dat je een bepaalde mentaliteit zoekt, en dat het daardoor sneller klikt. En de toekomst, blijven jullie groeien? Ja, maar niet zo snel meer als in de afgelopen tien jaar. Ambitieus zijn we uiteraard wel: op ons verlanglijstje staan landelijke dekking in Frankrijk en Duitsland en het over de grens brengen van vormen van dienst-verlening die binnen de groep aanwezig zijn. Wordt Rotterdam Noord-West al te klein voor jullie? Nee hoor. Sowieso hebben we dit pand in eigendom en helemaal naar onze eigen wensen ingericht. Verder zijn we goed ingeburgerd: we hebben tankpassen van de benzinepomp hier vlakbij en Eetcafé Noord-West komt hier elke werkdag broodjes brengen. En de nabijheid van uitvalswegen naar Den Haag, Amsterdam, Utrecht en het Zuiden en natuurlijk Rotterdam Airport vind ik ook heel prettig. Wij blijven hier met veel plezier!
Ook in de Spaanse Polder en op de aangrenzende bedrijventerreinen gebeuren zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Door allerlei bezuinigingen moet de politie roeien met de riemen die ze heeft. Ook ondernemers ontbreekt het soms aan middelen voor een afdoende beveiligingssysteem. Maar wanneer verschillende partijen de handen ineenslaan, blijkt er veel mogelijk. Wijkagent Leen Dekker vertelt… Brandstofdief ingerekend ‘Bij bedrijfsbezoeken die ik zo nu en dan afleg, hoorde ik ondernemers regelmatig klagen over brandstofdiefstal. Maar aangiftes daarover zag ik nooit. Veel te veel moeite, was dikwijls het excuus van de ondernemers. Maar ja, geen aangifte, geen zaak. Vaak moet ik dan uitleggen dat je voor het doen van aangifte de deur niet uit hoeft. Je kunt het zo via www.politie.nl regelen. Al snel daarna rolden de aangiftes binnen en konden we, samen met een gedupeerde ondernemer, actie ondernemen. De ondernemer hing een camera op, bekeek de beelden en ontwaarde een patroon in de diefstallen. Vervolgens was het een kwestie van afwachten en inrekenen. De dader bleek twintig jerrycans in zijn kleine bestelauto te hebben staan en bekende de diefstallen. Het aantal brandstofdiefstallen in het gebied is inmiddels met 85% gedaald.’ Straatraces in de kiem gesmoord ‘Het was ons al vaker opgevallen dat er zich onder het A20-viaduct aan de Giessenweg ’s avonds zo’n tien jong volwassenen ophielden. Niets aan de hand, alleen als het er veertig worden en er steeds meer ‘sportieve’ auto’s bijkomen, ga je natuurlijk extra opletten. Op een avond kregen we een melding dat er ‘een paar imbecielen door de Spaanse Polder scheurden’ en konden we aan bandensporen zien dat er geracet werd. We hebben besloten dit ongewenste gedrag in de kiem te smoren. De algemene plaatselijke verordening (APV) bevat een artikel waarin staat dat samenscholing verboden mag worden als er wanordelijkheden dreigen. De sanctie op het overtreden van de verordening is zo’n 250 euro per persoon. We hebben de Giessenweg vervolgens gedeeltelijk afgesloten en de APV en de sanctie op mobiele matrixborden gezet. Daarnaast zetten we een videowagen in die alle kentekens registreerde van bestuurders die zich tevergeefs voor een race-avontuurtje kwamen melden. Dit hebben we in samenwerking met de verkeerspolitie en de gemeentewerf vier weken volgehouden. Sindsdien is het er rustig.’ Succesvolle kentekenplaten-vastschroefacties ‘Kentekenplaten zitten niet meer, zoals voorheen, aan de carrosserie van de auto vastgeschroefd. Veel platen kunnen gemakkelijk in en uit een kunststof houdertje worden geklikt. Ideaal voor kentekenplatendieven, die zo lekker snel kunnen ‘werken’. Een groot aantal nietsvermoedende bezoekers van de industrieterreinen hebben dat al aan den lijve ondervonden. Daarom hebben we nu, samen met ondernemers, zoals RMC en de autobedrijven A-parts, Lagendijk en Blok, drie succesvolle kentekenplatenvastschroefacties gehouden. Bij tankstations of op parkeerplaatsen boden we aan om de kentekenplaten vast te schroeven met een popnagel (officieel een blindklinknagel). Deze nagel werkt als een holle wandplug en is dus veel moeilijker los te krijgen. De nagels worden netjes afgewerkt met een geel dopje. Ook een voorbeeld van een succesvolle gezamenlijke actie die ons veel positieve reacties opleverde. Bijkomend voordeel: je hoort nog eens wat.’
Crisis verandert perspectief gemeente Hoewel de geruchten over het einde van de crisis sterker worden, zullen de effecten ervan nog wel een tijdje voelbaar blijven. De kaarten zijn inmiddels anders geschud en taken en verantwoordelijkheden zijn onomkeerbaar verschoven. Zowel ondernemers als overheden vragen zich af wat hen nu te doen staat. De stad Rotterdam beschikte voor de crisis over veel geld. Geld dat verdiend werd met uitgeven van grond en investeren in vastgoed. Met deze financiële middelen konden andere projecten, zoals het bouwen van parkeergarages, de aanleg van tunnels en bruggen en het herontwikkelen van in verval geraakte stadsdelen min of meer afgedwongen worden. Die tijd is voorbij. De grond is op en de reserves zijn verdampt. De machtspositie van toen bestaat niet meer, maar wat is er dan wel? Los van de wettelijke taken, waar zit de meerwaarde die het bestaan (en de kosten) van een ambtelijk apparaat rechtvaardigen? Netwerken De meerwaarde van een gemeente nieuwe stijl is gelegen in haar unieke positie. Het is de plek waar alle beleidsvelden samenkomen. De gemeente bezit dan ook als geen ander de mogelijkheid om een verbindende schakel te zijn in een groot en heel verscheiden netwerk. Dat is haar nieuwe inzet voor de samenleving. Dit lijkt geen grote omwenteling, maar dat is het wel. De gemeente beseft dat bescheidenheid de nieuwe norm is, dat zij meer naar buiten zal moeten treden en positieve energie aan haar netwerk moet toevoegen. Parkmanagement Samenwerken en zoeken naar nieuwe oplossingen is de nieuwe standaard, waarbij iedere partij vooral moet doen waar hij of zij goed in is. De gemeente zorgt voor de regie, het bredere perspectief en het beheersbaar houden van de regels. Marktpartijen zorgen voor het economisch haalbaar maken van de plannen. Een goed voorbeeld is de Belangenvereniging Spaanse Polder die het parkmanagement naar zich toe trekt. Er zijn gesprekken gaande over hoe bestaande gemeentelijke onderhoudsbudgetten anders ingezet kunnen worden.
De overheid trekt zich meer en meer terug. Dat vraagt om een duidelijke visie van ondernemers op parkmanagement. Op donderdag 13 maart jongstleden troffen de directeuren van de Top 20 bedrijven in de Spaanse Polder elkaar om hierover van gedachten te wisselen. ‘Waar staan we in de Spaanse Polder als het gaat om samenwerking tussen de bedrijven? Wat kunnen we met parkmanagement? En wie gaat dat betalen?,’ trapt Frank Kapsenberg voorzitter van de BVSP de bijeenkomst af. Wim van Sluis, oud-wethouder Haven, Economie en Milieu en Werkgelegenheid (Leefbaar Rotterdam, 2002 – 2006) die ooit het startsein gaf voor de revitalisering van de Spaanse polder: ‘We hebben te maken met een overheid die zich steeds meer terugtrekt. U kunt als ondernemer voorkomen dat het gebied weer afglijdt. Voorwaarde is dat je het samen moet willen, dat je er tijd en aandacht aan geeft, ook op de lange duur. En dat je ook bereid bent financieel bij te dragen.’ Dittie Blom van de dienst Stadsontwikkeling verduidelijkt dat de overheid zich steeds meer zal beperken tot haar kerntaak: de zorg voor de openbare veiligheid en de openbare ruimte. ‘We moeten het met minder mensen en minder budget stellen. Vraaggericht werken is bij ons het sleutelwoord. Uw initiatief wordt dus steeds belangrijker.’ Marlies Mulder, directeur van De Zakenpartner (een bedrijf dat ondernemersinitiatieven ondersteunt): ‘De vraag is: wat wil je dat het oplevert? Denk aan voorzieningen waar je gezamenlijk van profiteert zoals veiligheid, onderhoud, afvalinzameling, bereikbaarheid.’ Piet Bakker, directeur van Ecoplanet (een organisatie die vormen van parkmanagement faciliteert) is positief over een gezamenlijke aanpak: ‘Dat het wat oplevert is evident: er zijn voorbeelden van gezamenlijk afval inzamelen waarbij de deelnemende bedrijven vijftien tot zestig procent kosten besparen.’ BIZ De BVSP staat positief tegenover de invoering van BIZ (bedrijveninvesteringszone) als vorm van parkmanagement en onderzoekt momenteel de mogelijkheden hiervoor. Niek Ooijevaar van het Havenbedrijf Rotterdam: ‘Binnen een BIZ investeren alle ondernemers gezamenlijk in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Bij voldoende draagvlak betalen alle bedrijven verplicht mee. De ondernemers bepalen zelf waarin ze extra willen investeren. Het gaat om maatregelen aanvullend op de basistaken van de gemeente. De BIZ-bijdrage is afhankelijk van de WOZ-waarde. De gemeente heft en int de bijdrage via de OZB-aanslag en hevelt het volledige bedrag vervolgens als een subsidie over naar de BIZ-organisatie.’ Het belangrijkste voordeel van BIZ is dat het zogenaamde freeriders voorkomt, een risico dat wel kleeft aan enkel OZB-verlaging. Fundament Om draagvlak te creëren voor parkmanagement in de vorm van BIZ, start de BVSP een pre-BIZ-traject, vooruitlopend op de nieuwe BIZ-wetgeving die naar verwachting in 2015 van kracht wordt. In eerste instantie zal de BVSP dit traject oppakken met de Top 20 bedrijven om een stevig fundament te ontwikkelen. De gemeente is voorstander van een vorm van parkmanagement in de Spaanse Polder en stelt een bedrag beschikbaar om dit verder te ontwikkelen. Het visiedocument ‘Parkmanagement 2.0 in de Spaanse Polder’ is op te vragen bij het secretariaat belangenvereniging Spaanse Polder via 010 - 262 29 89 / 010 - 462 04 01 of info@bvspaansepolder.nl
Kermisattracties, transportbanden, machines en havenkranen. Oftewel ‘alles wat beweegt en waar geen rook uitkomt’. Dat is in het kort de markt waarop SEW-EURODRIVE onbetwist marktleider is. De wereldspeler op het gebied van aandrijftechniek heeft vijftien fabrieken en 75 montagehallen, verspreid over 47 landen. Sinds 2000 behoort ook het ‘oude’ Vector aan de Industrieweg volledig tot dit mondiale netwerk. De laatste jaren is flink geïnvesteerd in de locatie. Met trots geven Jaap Moree, manager Finance & Control, en Louis Duijser, Training & Communicatie, een rondleiding door het pand. Jaarlijks worden in de Spaanse Polder 40.000 à 45.000 aandrijftechnische eindproducten geassembleerd voor de Nederlandse markt, zoals motorreductoren, frequentieregelaars en tandwielkasten. Ze worden toegepast op uiteenlopende plaatsen, van de Fata Morgana in De Efteling tot de conveyorbanden op Schiphol of machines in de levensmiddelenindustrie. ‘We leveren niet alleen kwaliteitsproducten’, vertelt Moree, ‘maar ook innovatieve oplossingen voor de vaak complexe aandrijf- en besturingstechnische vragen van klanten. Daarvoor hebben we de specialistische kennis in huis.’ Perspectief Enkele jaren geleden overwoog SEW-EURODRIVE twee mogelijkheden: verhuizen uit de Spaanse Polder en nieuwbouw plegen of de bestaande locatie opknappen. Uiteindelijk zag het bedrijf in de laatste optie het meeste perspectief. ‘Pluspunten van de Spaanse Polder zijn de goede bereikbaarheid en de nabijheid van het centrum’, legt Jaap Moree uit. ‘Bovendien komen onze medewerkers uit de buurt en zitten we hier qua oppervlakte ruim in ons jasje. Daarom hebben we besloten flink te investeren in het opknappen en moderniseren van onze Rotterdamse vestiging. Daarnaast hebben we drie verkoop- en servicesteunpunten in Zutphen, Purmerend en Grubbenvorst. Ook in die regio’s bedienen we de klanten dus dichtbij huis. In totaal werken er 140 medewerkers bij ons bedrijf.’ Lean en strak Paradepaardje van de renovatie is de nieuwe assemblagehal. In april 2012 verhuisde in één weekend tijd het hele productieproces van de achterste hal naar de voorste. De hal is lean en strak ingericht met montage-eilanden en geavanceerde aandrijftechnische installaties. ‘De laatste tien jaar zijn we steeds efficiënter gaan werken,’ vertelt Moree. ‘We streven naar een minimale verspilling van tijd en materiaal. Zo is ons productieoppervlak nu 3.500 m2, dat is slechts veertig procent van het oude oppervlak, maar toch is onze productie gestegen en onze levertijd sneller.’ ‘We showen onze locatie graag aan de buitenwereld’, voegt Louis Duijser toe, die de pr onder zijn hoede heeft. ‘Daarom organiseren we vaak kosteloos lean seminars, waarin we onze aanpak presenteren en geven we rondleidingen. Dat doen we niet alleen voor klanten, maar ook voor andere organisaties, zoals banken en ziekenhuizen. Daarnaast nodigen we regelmatig studenten van technische en bedrijfskundige opleidingen uit. Onze kennis en expertise delen we graag met anderen, bijvoorbeeld via onze gratis workshop “Aandrijfspecialist in één dag”.’ Metamorfose Niet alleen de montagehal is nieuw. Ook de kantoren, vergaderkamers en het restaurant ondergingen een metamorfose. ‘Leuk was dat medewerkers konden meedenken over de nieuwe werkomgeving’, vertelt Duijser. ‘Alles is ergonomisch verantwoord en uitgerust met de nieuwste snufjes. Er is zelfs een fitnessruimte. In ons bedrijf krijgen medewerkers kansen om opleidingen te volgen en zich mentaal te ontwikkelen, maar nu kunnen we ook fysiek in beweging blijven.’ Moree: ‘We hebben onlangs een nieuw tijdsregistratiesysteem ingevoerd om flexibele werktijden mogelijk te maken. Want medewerkers die hun privé- en werktijd goed kunnen combineren, zijn productief en gemotiveerd. Door mee te bewegen met de tijd, creëren we nieuwe perspectieven en win-winsituaties.Alles draait om beweging.’ SEW EURODRIVE ziet de toekomst rooskleurig in. ‘We zijn goed door de crisis gerold en verwachten dit jaar een all time high in onze omzet te realiseren,’ besluit Moree. ‘In de Spaanse Polder zitten we voorlopig goed en we gaan ons hier meer profileren. We worden lid van de Belangenvereniging Spaanse Polder en willen samen met de gemeente en onze medeondernemers in de polder werken aan verbeteringen, zoals een oplossing voor de parkeeroverlast.’ 69 jaar Rotterdamse aandrijftechniek In 1945 starten drie gedreven Rotterdammers met de verkoop van aandrijfcomponenten onder de naam Verwaaijen & Co Aandrijvingstechniek B.V. Later verandert de naam in Vector Aandrijftechniek. Al snel gaat Vector producten leveren van het Duitse SEW-Eurodrive. SEW introduceerde het modulaire systeem van motorreductoren. Met een beperkt aantal onderdelen worden vele duizenden varianten gebouwd waarbij de assemblage voor een deel plaatsvindt in het land van afzet. Vector groeit. In 1963 verhuist het bedrijf naar de Industrieweg 171 en in 1971 naar een nog groter pand aan de Industrieweg 175. Daar rollen de eerste zelf geassembleerde SEW-motorreductoren van de band. Het bedrijf telt in 1987 voor het eerst meer dan honderd medewerkers en behaalt in 1993 als een van de eerste bedrijven het kwaliteitszorgcertificaat ISO 9001. In 1998 verkoopt Vector de miljoenste motorreductor! In het begin van de 21ste eeuw wordt Vector een volledige dochteronderneming van SEW-EURODRIVE, dat inmiddels wereldwijd meer dan 14.500 medewerkers heeft. In 2011 verandert de naam Vector Aandrijftechniek in SEW-EURODRIVE B.V.
‘Kraken is van alle tijden’, zegt Leen Dekker, al ruim vijf jaar wijkagent in de Spaanse Polder. ‘Ze waren er voor mijn tijd en ze zullen er daarna ook zijn.’ Dekker heeft het over de min of meer vaste groep mensen die zich in de polder verschanst in verschillende leegstaande bedrijfspanden. Waarom wilt u ondernemers waarschuwen? ‘Het is een groep die niet kraakt uit idealisme. Deze groep streeft ernaar om zich zoveel mogelijk te onttrekken aan elke vorm van sociale controle. Het gekraakte pand op het bedrijventerrein dient als uitvalsbasis van hun activiteiten.’ Wat voor activiteiten? ‘Doorgaans geen activiteiten waar de maatschappij iets aan heeft. We hebben gekraakte panden aangetroffen die aan de binnenkant compleet gesloopt waren en ontdaan waren van alle koper, lood en andere waardevolle spullen. Andere panden waren bezaaid met hennepplanten, gestolen spullen en hondenstront. Geen zaken die de herstructurering van de Spaanse Polder goed doen.’ Kan de politie ze er niet uitgooien? ‘Dat ligt gecompliceerd. Allereerst hebben we te weinig mankracht om altijd in de polder aanwezig te zijn. Bovendien was kraken voor oktober 2010 niet strafbaar en zou dat met de nieuwe Kraakwet, die op de genoemde datum inging, anders moeten zijn. Maar deze wet heeft niet het beoogde resultaat. Het Openbaar Ministerie (OM) moet bepalen of we tot actie mogen overgaan. Daarbij kijkt het OM hoe lang het pand al leeg staat, wat de eigenaar ermee van plan is en of het in verhuurbare staat is. Bovendien kijkt het OM of de eigenaar genoeg heeft gedaan om kraken te voorkomen. Doet de eigenaar in de ogen van het OM te weinig moeite, dan kunnen we geen actie ondernemen. De eigenaar kan dan niets anders doen dan via een civiele procedure ontruiming afdwingen. Dit is sowieso een zaak die geld, moeite en energie kost. Zaken die je beter voor ondernemen kunt gebruiken.’ Wat is de oplossing? ‘Geef de krakers geen kans. Wat niet verhuurd wordt, verpaupert. Zorg dat dat niet gebeurt. Heb je een leegstaand pand, biedt dan bijvoorbeeld onderdak aan beginnende ondernemers of kunstenaars. Plaats wat simpele tussenwandjes en verhuur het voor een zacht prijsje. Dan is het bewoond en krijgt de Spaanse Polder de uitstraling die het verdient. Ben je als bedrijf gevestigd naast een leegstand pand, houd dan je ogen extra open. Want ondernemers maken samen de buurt. De uitstraling van het bedrijventerrein gaat alle ondernemers aan.’
Al heel wat gevels zijn door Aldowa plaatwerk in een metalen jasje gestoken. Het bedrijf houdt de gevelbekleding van ontwerp tot montage in eigen hand. ‘Onze kracht ligt in maatwerk’, zegt eigenaar Allard Droste. ‘Ieder gebouw dat we bekleden, krijgt een eigen karakteristieke uitstraling.’ Bedrijf: Aldowa plaatwerk Adres: Overschieseweg 32 Eigenaar: Allard Droste Werkzaamheden: aluminium gevelbekleding, plaatwerk, zetwerk en walsen Medewerkers: 35 Website: www.aldowa.nl Waar komt de naam Aldowa vandaan? ‘Al’ staat voor aluminium, ‘do’ en ‘wa’ slaan op de namen van de vroegere eigenaars, die hier veertig jaar geleden met het bedrijf zijn gestart. Ik heb de zaak zeven jaar geleden gekocht samen met Jan Boom, die toen al werknemer van Aldowa was. Wat doen jullie precies? We bekleden gevels met metaalplaatwerk van 2 à 3 mm dikte. Voor ieder gebouw maken we een jasje op maat. Geen standaardproduct maar projectgebonden ontwerpen waarvoor we al in een vroeg stadium met de architect om de tafel gaan zitten. De productie doen we hier in onze eigen werkplaats en de montage ter plekke doen we ook zelf. In dat opzicht is Aldowa ouderwets. Maar ook betrouwbaar, we bieden onze klanten korte lijnen en snelle doorlooptijden. Heb je iets veranderd aan het bedrijf? Vroeger was er een sterke hiërarchie, nu is iedereen gelijk aan elkaar. Geen aparte afdelingen, geen hoofden. Alles loopt kriskras door elkaar en iedereen denkt mee. We doen het echt samen. Noem eens een project waar je trots op bent? De bekleding van de Markthal Rotterdam aan de Blaak is een spectaculair en spraakmakend project waar we op dit moment aan werken. De boogvormige hal is 40 meter hoog en we bekleden de hel boog aan de binnenkant met 4.000 beprinte platen, die samen een ontwerp vormen van de kunstenaar Arno Coenen. De hal wordt in november 2014 geopend. Groeit Aldowa zelf niet uit zijn jasje? Sinds zeven jaar groeien we elk jaar met tien procent en ontwikkelen we ons steeds meer van toeleverancier naar partner van de klant. Als die lijn zich voortzet, ligt uitbreiding voor de hand. Ik zal dan eerst de mogelijkheden daarvoor in de Spaanse Polder verkennen. Deze plek bevalt ons goed, zeker nu het terrein stukje bij beetje wordt opgeknapt.
Een goede bereikbaarheid is cruciaal voor ondernemers. Klanten moeten per slot van rekening makkelijk bij een bedrijf kunnen komen en ondernemers moeten zelf ook eenvoudig hun goederen of producten kunnen verplaatsen. ‘Helaas ondermijnt deze goede bereikbaarheid de veiligheid van het gebied’, zegt Leen Dekker, wijkagent Spaanse Polder. ‘Ons industrieterrein heeft qua bereikbaarheid kennelijk niet te klagen’, vindt Leen. ‘Weliswaar liggen er in het kader van de revitalisering om de zoveel tijd een paar straten uit, maar daar komen mooie straten voor terug. Rondom de polder helpen de autosnelwegen A20 en A13, en binnenkort de A4, je snel op weg. Daarnaast zijn er nog een aantal goede doorgaande uitvalswegen vanuit Schiedam, Overschie en Spangen. Misschien vindt u het raar, maar ik zie daarin, als politieman, toch evenveel nadelen als voordelen. De Spaanse polder is zo gemakkelijk te bereiken, dat het terrein dus ook heel eenvoudig weer te verlaten is.’ Toezichtmodel ‘Door de veelheid van straten en in- en uitvalsmogelijkheden is het moeilijk een goed toezichtmodel te hanteren’, vindt Leen. Moeten we nu op elke hoek een camera plaatsen of een beveiliger of agent neerzetten? ‘Als dat zou kunnen. Dan zou criminaliteit instorten en zouden er ook slechte economische tijden voor het dievengilde aanbreken.’ Parkeren Dan zit er nog een ander nadeel aan de goede bereikbaarheid van de polder: het maakt parkeren eenvoudig. En ook dat houdt de ondernemers bezig. ‘Het lijkt er op dat ondernemers geen voorstander zijn van betaald parkeren in de Spaanse Polder. Aan de andere kant biedt het ook mogelijkheden. Met name voor ondernemers die voor hun eigen grond betalen. Een hek eromheen en zelf parkeergeld heffen, dát is nog eens ondernemersgeest. En u blijft altijd goed bereikbaar en voor klanten is er altijd plek.’ Vrachtwagens Ondernemers in het Schiedamse gedeelte van de Spaanse Polder en in een gedeelte van de ’s-Gravelandse Polder kijken wellicht anders tegen betaald parkeren aan. Leen: ‘Deze bedrijventerreinen zijn aan een aantal zijden omgeven door betaaldparkeergebieden. Dus zoeken veel mensen mogelijkheden om onbetaald te parkeren, bij ondernemers voor de deur. Op de Schuttevaerweg heeft dat ertoe geleid dat de voor vrachtwagens aangelegde parkeervakken – breder en langer – worden ingenomen door niet betalende personenauto’s uit de omliggende wijken. Deze vrachtwagenparkeerplaatsen worden nu afgeschermd door speciaal geplaatste borden. Nadeel is wel dat de politie en stadstoezicht regelmatig langs moeten komen om bonnen te schrijven.’ Ideale mix Omdat betaald parkeren steeds meer aan terrein wint, zoeken vrachtwagenchauffeurs op hun beurt ook de nog gratis plekken op om te overnachten. ‘Maar de ondernemer zit niet te wachten op een rijtje geparkeerde vrachtwagens voor de ingang van zijn bedrijf’, weet Leen. ‘Een goede oplossing hiervoor weet niemand op dit moment. Misschien moeten alle partners in de polder het eens hebben over de gewenste modus en op zoek gaan naar de ideale mix van bereikbaarheid, parkeergelegenheid en een integraal veiligheidsbeleid.’
De goede bereikbaarheid van Spaanse Polder, ’s Gravelandse Polder en NoordWest is een groot pluspunt van deze industrieterreinen en een belangrijk argument voor bedrijven om zich hier te vestigen. Maar hoe ontwikkelt die bereikbaarheid zich de komende jaren? Rotterdam staat met maar liefst vier files in de nationale filetopvijf, met de A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein met stip op één. Slibt de ruit van Rotterdam langzaam dicht? Wat doen overheden daaraan? En wat kunnen ondernemers zelf doen? ‘Er ligt genoeg infrastructuur om Rotterdam heen, het probleem is alleen dat mensen daar te vaak tegelijk gebruik van willen maken’, zegt Hans Stevens, programmamanager bij de Verkeersonderneming. ‘Er is dus een gedragsverandering nodig.’ De Verkeersonderneming is opgericht in 2008 als een initiatief van het Havenbedrijf, de stadsregio, de gemeente Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat. Aangezien de Rotterdamse haven de motor van de economie in de regio en Nederland is, wilden alle partijen er met de oprichting van De Verkeersonderneming voor zorgen dat het verkeer in en om Rotterdam blijft doorstromen. Dichtslibben De Verkeersonderneming voert een tweeledig programma uit, gericht op het oplossen van infrastructurele knelpunten en het aanbieden van reisalternatieven. ‘Als we niets doen slibben de wegen rondom Rotterdam, zoals de A20, langzaam dicht’, waarschuwt Hans. ‘Zeker als het doortrekken van de A4 voltooid is en als het op de Tweede Maasvlakte gaat draaien. We hebben uitgerekend dat we ongeveer 16.000 auto’s uit de spits moeten halen op de wegen rondom Rotterdam, wil het verkeer soepel doorstromen. We bedenken alternatieven om dit aantal ‘spitsmijdingen’ te halen.’ Gedragsverandering Aan wat voor soort alternatieven moeten we denken? Hans: ‘De mogelijkheden zijn divers. Soms zijn het werkgevers die kunnen bijdragen door flexibele werktijden of thuiswerken toe te staan. Andere keren zijn het werknemers die we ondersteunen bij de aanschaf van e-bikes of e-scooters. Binnenkort komen er veel meer nieuwe mobiliteitsdiensten naar Rotterdam. Alles bij elkaar willen we een Marktplaats voor Mobiliteit creëren waar reizigers zelf een keuze maken uit diverse handige reisalternatieven. Daarnaast is er het project Spitsmijden010 waarbij werknemers een beloning van vier euro krijgen voor elke keer dat zij de spits weten te mijden.’ Medewerkers van bedrijven blijken vaak huiverig te zijn om hun baas te vragen of ze voor of na de spits mogen reizen, weet Hans uit ervaring. ‘Uit onze actie blijkt dat de medewerker het overleg wél aandurft met een beloning in het vooruitzicht. Conclusie: een kleine beloning zet aan tot gedragsverandering, tot het organiseren van een regeling. Onze Spitsmijdenproef bewijst dat ook managers op dit gebied welwillender zijn dan vooraf gedacht.’ E-bike De Verkeersonderneming presenteert ook een actie voor werknemers die twee dagen per week uit de spits blijven. ‘We kunnen hen de helft korting geven op de aanschaf van een e-bike, een elektrische fiets tot een maximum van 550 euro . Ik gebruik zo’n bike regelmatig zelf om van Spijkenisse naar het centrum van Rotterdam te komen. Een afstand van 25km, maar voor de e-bike geen probleem. En de Erasmusbrug over is een eitje. We gebruiken onze e-bikes ook veel voor afspraken in de stad. Het gaat sneller dan met de auto en je hebt geen parkeerkosten.’ Extra kansen Er zijn mogelijkheden genoeg om de filedruk te verminderen, maar die mogelijkheden moeten we wel benutten, vindt Hans. ‘De rol van de overheid verandert van een partij die bepaalt naar een partij die samenwerkt met werkgevers, werknemers en bewoners. Door met elkaar het gesprek aan te gaan en samen oplossingen te zoeken krijg je niet alleen andere oplossingen, je krijgt ook oplossingen die worden omarmd. Een voorbeeld? De Watertaxi zet medewerkers van IHC en Alphatron over van de ene oever van de Maas naar de andere. De overtocht, parallel aan de Van Brienenoordbrug, duurt twee minuten, terwijl hetzelfde stuk over de weg (A16) vaak twintig minuten kost. Daar willen medewerkers wel gebruik van maken.’ Nieuwe initiatieven Nu het openbaar vervoer in Spaanse Polder niet meer rendabel is, ontstaat ook daar ruimte voor nieuwe initiatieven. ‘We hebben bijvoorbeeld samen met Toogethr de app ‘Samenspitsen’ ontwikkeld waarop je een plek in jouw auto kunt aanbieden, voor iemand die naar dezelfde bestemming moet. Behalve dat dit veel geld in brandstof scheelt, kan de deelnemer ook nog sparen voor leuke beloningen zoals winterbanden.’ Om nog meer van dergelijke goede ideeën naar Rotterdam te krijgen, start in november een aanbesteding. ‘We hopen dat we dan weer vijftien nieuwe mobiliteitsdiensten aan reizigers kunnen aanbieden. Want de automobilist moet natuurlijk wel wat te kiezen hebben, voordat hij tijdens de spits uit de auto blijft. Gelukkig heeft de eerste aanbesteding die we hebben georganiseerd veel goede ideeën opgeleverd. We zijn erg tevreden over de kwaliteit en diversiteit van de alternatieven.’ Kijk op www.verkeersonderneming.nl voor een overzicht. Filetoptien mei tot augustus 2013 (Bron: Rijkswaterstaat). Positie Weg Locatie 1 A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein 2 A50 tussen Waalbrug en Ewijk 3 A13 tussen Overschie en Kleinpolderplein 4 A15 tussen Charlois/Rhoon en Vaanplein 5 A16 tussen Prins Alexander en Terbregseplein 6 A10 tussen Coentunnel en Coenplein 7 A20 tussen Cortland-Aquaduct en Nieuwerkerk a/d IJssel 8 A27 tussen Utrecht-Noord en Bilthoven 9 A1 tussen Eembrug en Bunschoten 10 A27 tussen Industrieterrein Avelingen en Merwedebrug
Micky Leijdekkers behoort tot de zevende generatie van een geslacht van kermisexploitanten, variété- en circusartiesten. ‘Mijn dochters vormen de achtste generatie. Ik ben er trots op dat we het als familie nog steeds volhouden.’ Bedrijf: M.P. Leijdekkers Adres: Linschotenstraat 79 Eigenaar: Micky Leijdekkers Werkzaamheden: Exploitatie van kermisattracties Medewerkers: Drie vaste krachten, in drukke tijden aangevuld met soms wel tien medewerkers Website: geen Bijzonderheid: Vermelding in het Guinness Book of Records: grootste suikerspin ter wereld Blij in de Spaanse Polder? Ja, de familie woont hier al 28 jaar bij elkaar. Mijn broer drijft brasserie ‘Het Zonnetje’ aan de Zevenhuizenplas en verzorgt catering. Mijn neef heeft snackwagens en oliebollenkramen, Ik houd me bezig met draaimolens en suikerspinkramen; de rode draad. We zijn eigenlijk de suikerspinfamilie van Nederland. Maar ieder heeft zijn eigen tak uitgebouwd en ontwikkeld. Hoe ziet het leven van een kermisexploitant eruit? Afwisselend, soms zwaar. We zijn zo’n tweehonderd dagen in touw op kermissen in binnen- en buitenland. Hartstikke leuk. Je ziet vaak dezelfde collega’s en natuurlijk heel veel verschillende kermisbezoekers. Onze familie kom je overigens ook tegen op evenementen als Lowlands of Parkpop. Zo’n drie maanden per jaar bakken we oliebollen. In de resterende dagen knappen we de attracties en kramen op en maken we ze schoon. Dagen van veertien of vijftien uur zijn eerder regel dan uitzondering. Als we on tour zijn, gaan de kinderen naar een rijdende school. Het is een apart wereldje. Als je er als buitenstaander in wilt stappen, krijg je het moeilijk. Je moet het klappen van de zweep kennen. Hoe werkt dat op een kermis? Je schrijft in op een plek. Bied je het hoogste bedrag, dan mag je er staan. De prijs van de pacht bepaalt de prijs van de suikerspin, je moet je pachtprijs natuurlijk wel terugverdienen. In Best heb ik de beste ervaringen, daar is de gemeente erg meedenkend. De kermis is daar hoe het bedoeld is: laagdrempelig en betaalbaar voor iedereen. Ondernemen is je met de paplepel ingegoten? Dat kun je wel zeggen. Ik stond met zestien jaar al op eigen benen. Ik probeer regelmatig nieuwe attracties uit als ik denk dat daar brood in zit. Ik heb grijpkranen gehad, een bingokraam en een Astroliner, dat was een soort ruimteraket waarin je film vertoont. Dan heb ik ook nog een kinderzweefmolen en een draaimolen met vliegtuigjes die al veertig jaar in de familie is. Die ga ik opknappen, dat is het volgende project. Hoe ga je de crisis te lijf? Gewoon, een stapje extra zetten. Ik word wel moe van de alsmaar toenemende regelgeving. Omdat we door heel Europa reizen, weet ik dat Nederland het pietluttigste land is. In de aggregaten moet nu bijvoorbeeld witte diesel in plaats van de gebruikelijke rode. Dat levert de regering meer accijnzen op, maar kost mij 10.000 euro extra per jaar. Als je een grote attractie hebt, komen er vier keuringsinstituten over de vloer. Ze keuren zelfs de hoogte van het stoepje voor de kassa. Van die dingen. Die zaken belemmeren het ondernemen. Hoe zie je de toekomst? Geen idee, niemand heeft een glazen bol. In die tak van sport zitten we nou net niet…
Er zijn plannen om in het Schiedamse deel van de Spaanse Polder betaald parkeren in te voeren. Wat is nu de exacte status van die plannen? We vragen het aan Francisca Ruiter, beleidsadviseur van de gemeente Schiedam. Frank Kapsenberg, voorzitter van de Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP) reageert. ‘Het plan om betaald parkeren in te voeren, is niet nieuw. Dat dateert al uit 1999 toen het masterplan Schieveste werd opgesteld’, vertelt Francisca Ruiter, beleidsadviseur van de gemeente Schiedam. ‘We zijn al geruime tijd bezig met de herontwikkeling van het gebied tussen het spoor en de A20. De stadsregio wilde daar al een P&R-garage realiseren. Die is er nog niet, maar er is wel een parkeerterrein dat door Q-Park wordt geëxploiteerd. Tot voor kort kon je daar voor de zeer schappelijke prijs van 2,40 euro de hele dag parkeren.’ Toch kiezen forensen – die voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de parkeerdruk in het Schiedamse deel van de Spaanse Polder – voor een plekje op het industrieterrein, omdat het daar gratis is. ‘Onlangs heeft Q-Park zijn tarief verdubbeld’, weet Ruiter. ‘Schiedamse ondernemers ondervinden nu de extra parkeerdruk van die maatregel en zijn het zat. We zijn met ondernemers in gesprek om ergens tussen 2014 en 2017 een vorm van betaald parkeren in te voeren.’ Rekening voor de ondernemer Ondernemers in Schiedam en Rotterdam zijn fel tegen het genomen besluit. De primaire oorzaak van de overlast, de forensen die op het industrieterrein parkeren, wordt met betaald parkeren niet weggenomen vinden zij. ‘Je zou als gemeente ook een deal kunnen sluiten met Q-park, waarbij forensen gratis op het Q-park kunnen staan’, vindt BSVP-voorzitter Frank Kapsenberg. ‘Dan is het probleem als sneeuw voor de zon opgelost. Dat dat de gemeente geld kost, is juist. Maar nu met de Schiedamse maatregel wordt de rekening van het forensenverkeer neergelegd bij de ondernemer op een industrieterrein. Dat is niet zuiver.’ Atoomgeleerde ‘De gemeente Schiedam veroorzaakt met deze maatregel nog een probleem’, vervolgt Kapsenberg. ‘De grens van Schiedam en Rotterdam ligt op de middenstreep van de Strickledeweg. De Schiedamse helft is straks betaald parkeren, de Rotterdamse helft blijft vooralsnog gratis. Je hoeft geen atoomgeleerde te zijn om te raden waar de parkeerdruk dan komt te liggen.’ Ruiter: ‘Wanneer de invoering actueel wordt, zullen we contact zoeken met de Rotterdamse afvaardiging. Over de datum van invoering van betaald parkeren overleggen we met de Schiedamse ondernemers.’ Ook de vorm van het betaald parkeren is nog onderwerp van discussie. ‘Een bord met ‘verboden voor forensen’ is uitgesloten, maar er zijn vele andere – technische – mogelijkheden om ondernemers tegemoet te komen. Je kunt zorgen dat leveranciers en gasten altijd gratis bij je kunnen parkeren voor een bepaalde duur. Dat kan met een prepaid chipknip of met bezoekerskaartjes, zoals we dat al in Schiedam doen.’
Hoe maken we Spaanse Polder veiliger? Leen Dekker van de politie Rotterdam-Rijnmond heeft daar wel een visie op: ‘Lokale overheid, politie, beveiligingsbedrijven en ondernemers moeten de handen ineenslaan en een integraal veiligheidsbeleid vaststellen.’ Sinds Dekker betrokken raakte bij de plaatsing van beveiligingscamera’s in de Spaanse Polder, als onderdeel van het project Veilig Ondernemen, volgt hij de vakliteratuur en de technische ontwikkelingen op dit gebied op de voet. Zo viel zijn oog op de kop ‘Vijfsluizen kiest voor intelligent cameratoezicht’ in het blad ‘Security Management’ van afgelopen april. Vijfsluizen is een klein bedrijventerrein in Schiedam. De Stichting Collectieve Beveiliging Bedrijventerrein – een afgeleide van de lokale ondernemersvereniging – heeft in samenwerking met een beveiligingsbedrijf de traditionele vorm van mobiele surveillance vervangen door intelligent cameratoezicht. Een goed systeem, vindt Dekker. ‘De camera’s reageren via intelligente software die, als het nodig is, opvolging door politie of een beveiligingsbedrijf regelt. Camerabeelden kunnen live worden uitgekeken, zelfs op je mobiel en 24/7 toezicht is gerealiseerd.’ Etalage Ook in Spaanse Polder zijn beveiligingscamera’s geplaatst, op twaalf punten. ‘Maar alleen camera’s zijn natuurlijk geen wondermiddel’, weet Dekker. ‘Het komt nog vaak voor dat zowel het inbraakalarm als de camera’s alleen maar bevestigen dat er is ingebroken: er is schade ontstaan en de dieven zijn gevlogen. Als ze geen sporen achterlaten en de beelden zijn kwalitatief te slecht, kan ook de politie niet veel uitrichten.’ Wat kunnen bedrijven wel doen? Dekker: ‘Kijk eens naar uw eigen bedrijf. Als ik mij tijdens de avond- en nachturen in de polder bevindt, probeer ik door de bril van een inbreker naar bedrijven te kijken. Ik zie dan vaak kinderlijk eenvoudige manieren om in te breken. Vooral op terreinen zonder buitenschil (hekken of camera’s die het terrein bewaken). Sommige bedrijven hebben van hun kantoor een etalage gemaakt. Dubbel glas houdt echt geen inbreker tegen. Met een gemiddeld model koevoet gaat bijna elke deur of raam open. Ook rolluiken zijn vaak geen partij voor enig geweld. Toch, hoe groter de belemmerende factoren zijn, des te groter de kans dat de inbraak wordt verijdeld, of zodanig wordt vertraagd dat de criminelen gepakt worden. Verder valt het me op, als ik de aangiftes bekijk, hoeveel inside information er is bij de daders. Veel dieven blijken wetenschap te hebben over de plaats en de aanwezigheid van de waardevolle spullen in de bedrijven. Wel eens aan gedacht hoeveel personen in uw bedrijf weten wat waar te halen valt?’ Alarmering als het moet Of het systeem dat nu draait in Vijfsluizen ook geschikt zou zijn voor Spaanse Polder, weet Dekker niet. ‘Infrastructureel gezien verschillen beide terreinen enorm. Vijfsluizen heeft één toegangsweg, Spaanse Polder tientallen. Je zou het wel per bedrijf, compartiment, blok of cluster kunnen aanpakken.’ Een vroegalarmeringsysteem met intelligente camera’s die buiten het pand hangen en gekoppeld zijn aan een bestaand alarmsysteem binnen, lijkt Dekker het meest efficiënt. ‘Het systeem is bij voorkeur uitgerust met licht-, flits- en geluidsignalen, zodat de omgeving hoort en ziet dat het alarm afgaat. Criminelen maken namelijk direct een inschatting van hoe snel ze kunnen vluchten en hoe lang het nog duurt voor zij bij het daadwerkelijke doel zijn. Met intelligente buitencamera’s gaat het signaal naar een alarmcentrale en kun je ook zelf via computer of GSM direct live meekijken. Geen permanente mobiele surveillance dus maar alleen een alarmering als het moet. En dat scheelt geld.’ Solide veiligheidsketen Uiteindelijk zou Dekker graag zien dat er voor de Spaanse Polder, in overleg met alle betrokken partners, een integraal veiligheidsbeleid wordt vastgesteld. ‘Ik ben voorstander van een samenwerkingsvorm, die kan variëren van kostendeling tot parkmanagement, met een solide veiligheidsketen. Met lokale overheid, politie, beveiligingsbedrijven en ondernemers als sterke schakels.’
Afgelopen voorjaar is er op initiatief van de Belangenvereniging Spaanse Polder weer een schouw gehouden. Afgevaardigden van de belangenvereniging, de politie Rotterdam-Rijnmond, DCMR, de gemeente Rotterdam en enkele ondernemers, bogen zich over de toestand van de openbare ruimte. Wat de schouwers zoal in kaart hebben gebracht? Verzakkingen van het wekdek en de trottoirs, lantaarnpalen met openliggende bedrading en losliggende bakstenen. Daarnaast hebben zij slecht verlichte plekken, slecht onderhouden groen en zwerfvuil geinventariseerd. Remsporen De Graafstroomstraat werd bestempeld als de straat die de meeste aandacht verdient. Andere ‘mindere’ plekken zijn de parkeerplaatsen onder het viaduct van de A20. Daar is het enorm donker, zelfs overdag. Deze locatie wordt dan ook met enige regelmaat als ‘afwerkplek’ gebruikt en regelmatig worden daar kentekenplaten gestolen. Uit de remsporen op het wegdek op het einde van de Schuttevaerweg blijkt dat er straatraces worden gehouden. Verder viel het de schouwers op dat veel parkeerplaatsen in beslag worden genomen door de autobedrijven die ze als opslagterrein voor hun auto-inventaris gebruiken en dat er (te) hard wordt gereden op de Giessenweg en de Industrieweg.