08 dec 2014
Nu de crisis niet meer alle energie opeist, ontstaat er ruimte voor nieuwe gedachten en inzichten. Dat moet ook wel, want ook de condities die een bedrijventerrein tot een goed terrein maken blijken veranderd te zijn.
Er zijn veel zzp’ers bijgekomen die bij voorkeur opereren vanuit bedrijfsverzamelgebouwen met kleine werkunits en elkaar met cross over-activiteiten stimuleren. Daarnaast blijkt, als plezierige verrassing, dat bedrijven veel milieuvriendelijker zijn geworden. Ze zijn veiliger omdat gevaarlijke processen vervangen zijn en er minder schadelijke stoffen worden gebruikt, die dus ook niet overblijven of weer afgevoerd hoeven te worden. In veel gevallen zijn machines kleiner en geluidsarmer dan vroeger, terwijl de productie verveelvoudigd is. Met andere woorden: veel grote, monofunctionele terreinen zijn niet langer nodig en het is dan ook precies dáár waar de leegstand toeneemt en in sommige gevallen zelfs zorgwekkende vormen aanneemt.
Een stad is een organisch geheel. Hier verdwijnt wat, daar ontstaat iets. Rotterdam evolueert geleidelijk van havenstad naar zakenstad. Hoe faciliteren we die verandering? Als eerste maken we een aantal gebiedsprofielen. Wat zijn de kwaliteiten van een gebied: ligt het bij een woonwijk of juist erbuiten, hoeveel ruimte is er, hoe is het met de bereikbaarheid gesteld, al dan niet met openbaar vervoer, zijn er voorzieningen zoals horeca en winkels, heeft het gebied iets unieks? De tweede stap is vooruitkijken, door trends te analyseren en te zien welke ruimte een bestemmingsplan biedt. Verder moeten we alert en flexibel zijn ten aanzien van de kansen die zich voordoen en moeten we niet bang zijn voor experimenten. Voorheen was het terrein het uitgangspunt en werden daar de geschikte bedrijven bij gezocht. Tegenwoordig staan de behoeften van een bedrijf centraal en de vraag waar het bedrijf het beste tot zijn recht komt.
De conclusie is dat op bedrijventerreinen, net als op de kantorenmarkt, de leegstand snel oploopt en niet meer vanzelf verdwijnt. Terwijl de vraag naar goede bedrijfshuisvesting blijft. Oude instrumenten als acquisitie zullen blijven, maar zijn onvoldoende. Nieuwe instrumenten zijn nodig. Beter nog, een andere manier van kijken en handelen. De markt heeft het voortouw en de gemeente kan het de markt gemakkelijker maken door kennis in te brengen, procedures te vereenvoudigen en partijen bij elkaar te brengen.