24 jul 2017
Op 12 april was er een groot ondernemersdiner over de Spaanse Polder en ’s-Gravelandsepolder. Naast de ruim honderd ondernemers en pandeigenaren prikte ook Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, een vorkje mee. Net als een aantal wethouders, wijkagenten en ambtenaren van de gemeenten Rotterdam en Schiedam. Maar er werd niet alleen gegeten, ook flink gediscussieerd. Met name over veiligheid en publiek- private samenwerking.
Want daar was iedereen het wel over eens: het bedrijfsleven en de overheid hebben elkaar nodig om van de polders een succes te maken. Burgemeester Aboutaleb vindt dat het gebied de afgelopen twintig jaar te weinig aandacht heeft gekregen. Daarom is een inhaalslag nodig. De meeste ondernemers in de polders zijn eerlijke en fatsoenlijke ondernemers maar er zit ook een aantal rotte appels tussen. Die moeten we er samen uitfilteren om de potentie van het grootste aaneengesloten bedrijventerrein in Europa ten volle te kunnen benutten.
De aanwezigen konden met behulp van een interactief systeem hun mening geven. Zo weten we dat slechts vier van de tien aanwezigen zich helemaal veilig voelt in het gebied. Nog eens vier van de tien voelt zich alleen overdag veilig, ’s avonds en ’s nachts niet. Maar liefst zeventig procent van de aanwezigen heeft zelf ook te maken gehad met onveiligheid in de polders. Die onveiligheid kent vele gezichten, maar met name het gedrag van ‘verkeershufters’, drugscriminaliteit en inbraken zorgen voor een onveilig gevoel. Het merendeel van de aanwezigen vindt dat veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is: de overheid kan niet alles zien.
Bijna alle aanwezigen vinden dat de overheid strenger moet handhaven in de polders en daarbij ook lik op stuk mag geven. Malafide bedrijven moeten stevig worden aangepakt, maar de goede bedrijven mogen daar niet onder lijden, is de tendens. Negen van de tien ondernemers zijn bereid ongewenste situaties te melden. Zij blijven dan wel graag op de hoogte van de afhandeling van hun klacht of melding. Meldingen zijn niet alleen nodig voor het oplossen van afzonderlijke misdrijven, ze bevorderen ook de veiligheid op lange termijn.
Als overheid en ondernemers samenwerken aan een veilige en leefbare omgeving gaat hier een preventieve werking van uit: het maakt zichtbaar dat crimineel en overlastgevend gedrag niet worden getolereerd. Ondernemers zelf kunnen niet handhaven en hebben daarom altijd de overheid nodig. Andersom vraagt de ontwikkeling van de polders niet alleen om een openbare ruimte die op orde is, maar ook om investeringen in het vastgoed. Daar heeft de overheid het bedrijfsleven nodig. Een open dialoog over toekomstplannen, visie en promotie is daarvoor een vereiste, vinden de ondernemers. En daar zitten op z’n zachtst gezegd nog verbetermogelijkheden: slechts zes procent vindt dat de overheid en het bedrijfsleven elkaar goed begrijpen. De overheid zou sneller moeten handelen en eerder duidelijkheid moeten geven over wat wel en niet kan. Ondernemers voelen zich tegengehouden door bureaucratie en regeldruk.
Andere thema’s die aan de verschillende tafeltjes te sprake kwamen, waren erfpacht en bereikbaarheid. Meer dan de helft van de aanwezigen mist goed openbaar vervoer. Iets minder dan de helft vindt echter dat de polders supergoed bereikbaar zijn en dat we er niets meer aan moeten doen. Toch zijn er bedreigingen voor de bereikbaarheid. Door het grote aantal automobilisten en door lang parkerende (vracht)auto’s, betaald parkeren in aanpalende gebieden en de milieuzone in de binnenstad is de parkeerdruk hoog. Zo’n zestig procent van de aanwezigen ervaart dagelijks parkeerproblemen. Anders dan bij de veiligheid en andere ontwikkelingen in het gebied vinden de aanwezigen bereikbaarheid een taak van de overheid.