08 apr 2014
Hoewel de geruchten over het einde van de crisis sterker worden, zullen de effecten ervan nog wel een tijdje voelbaar blijven. De kaarten zijn inmiddels anders geschud en taken en verantwoordelijkheden zijn onomkeerbaar verschoven. Zowel ondernemers als overheden vragen zich af wat hen nu te doen staat.
De stad Rotterdam beschikte voor de crisis over veel geld. Geld dat verdiend werd met uitgeven van grond en investeren in vastgoed. Met deze financiƫle middelen konden andere projecten, zoals het bouwen van parkeergarages, de aanleg van tunnels en bruggen en het herontwikkelen van in verval geraakte stadsdelen min of meer afgedwongen worden. Die tijd is voorbij. De grond is op en de reserves zijn verdampt. De machtspositie van toen bestaat niet meer, maar wat is er dan wel? Los van de wettelijke taken, waar zit de meerwaarde die het bestaan (en de
kosten) van een ambtelijk apparaat rechtvaardigen?
De meerwaarde van een gemeente nieuwe stijl is gelegen in haar unieke positie. Het is de plek waar alle beleidsvelden samenkomen. De gemeente bezit dan ook als geen ander de mogelijkheid om een verbindende schakel te zijn in een groot en heel verscheiden netwerk. Dat is haar nieuwe inzet voor de samenleving. Dit lijkt geen grote omwenteling, maar dat is het wel. De gemeente beseft dat bescheidenheid de nieuwe norm is, dat zij meer naar buiten zal moeten treden en positieve energie aan haar netwerk moet toevoegen.
Samenwerken en zoeken naar nieuwe oplossingen is de nieuwe standaard, waarbij iedere partij vooral moet doen waar hij of zij goed in is. De gemeente zorgt voor de regie, het bredere perspectief en het beheersbaar houden van de regels. Marktpartijen zorgen voor het economisch haalbaar maken van de plannen. Een goed voorbeeld is de Belangenvereniging Spaanse Polder die het parkmanagement naar zich toe trekt.
Er zijn gesprekken gaande over hoe bestaande gemeentelijke onderhoudsbudgetten anders
ingezet kunnen worden.