Sluit menu

Nieuws

Poldermodel: De Wijngoeroe

Lammert Wiegmink werkte zowat overal ter wereld als sommelier en wijninkoper. Hij was het verlengstuk van grote chefs in befaamde sterrenrestaurants als La Tour d\'Argent in Parijs, Steiereck in Wenen en Parkheuvel in Rotterdam. Hij zorgde voor de juiste wijn bij de gerechten van de meester. Een paar maanden geleden streek hij als De Wijngoeroe neer in Spaanse Polder. Bedrijf: De Wijngoeroe Adres: Schuttevaerweg 23 Werkzaamheden: In- en verkoop van wijn, culinair advies Medewerkers: Drie vaste krachten en twee part-time chauffeurs Website: www.dewijngoeroe.nl Waar komt de liefde voor wijn vandaan? Die is ingegoten door meneer Gispen, leraar drankenkennis op de Middelbare Hotelschool in Zwolle. Hij liet me wijnen proeven en vertelde daar zo indrukwekkend over. Daar wilde ik absoluut in verder. Ik vind het altijd nog onvoorstelbaar dat een gewoon landbouwproduct - een druif - zoiets fenomenaals als wijn kan voortbrengen. Magisch. Wat is je missie? Ik zoek de wijnen bij kleine wijnboeren die met respect voor de natuur produceren. Sommige van die wijnhuizen gaan tien generaties terug. Die kennis en passie proef je terug. Zij produceren vaak betaalbare wijnen die zich absoluut kunnen meten met de klassieke toppers. Die wijnen wil ik aan een breder publiek presenteren. Goede wijn… Daar word je emotioneel van. Je krijg kippenvel of tranen in je ogen - van geluk dan. Als je hier komt proeven, wil ik dat je je zintuigen activeert. Wees scherp, alert op wat er met je gebeurt. Ik probeer zo nauwkeurig mogelijk jouw individuele smaak te bepalen. Van veel klanten weet ik dat inmiddels, en daar koop ik ook op in. Ik zal ook altijd vragen wat je met de wijn van plan bent. Is het voor een borrel? Voor een etentje? Wat eet je dan? Tonijn? Hoe ga je die tonijn klaarmaken? Met welke kruiden? Dan weet ik welke wijn er het beste bij past. Waarom koos je voor Spaanse Polder? We wisten al geruime tijd dat we uit ons pand in Katendrecht moesten. Ter oriëntatie heb ik alle industrieterreinen in de omtrek gezien. Vooral de locatie - vlakbij de uitvalswegen - en het vele verkeer dat dagelijks langs mijn bedrijf rijdt, gaven de doorslag. Mijn vader zei altijd… ‘Was toch profvoetballer geworden!’ (Wiegmink speelde twee seizoenen in de betaalde jeugd van SC Heerenveen; red). Later heeft hij zich met mijn keuze verzoend hoor. Heb je tips voor beginnende ondernemers? Koop eerst een rekenmachine. En vraag na hoe het in een bepaalde branche werkt. Als je bedrijf groeit, betekent dat dat je winst in je nieuwe voorraad gaat zitten. Dus: blijf nuchter, koop niet meteen een Ferrari.

Lees verder

Op safari in de polder

Kunstenaar Paul Visser werkt al decennialang aan beelden, gemaakt van afval en gevonden materialen die opduiken rond z’n atelier in de Spaanse Polder. Het industriegebied is voor hem een constante inspiratiebron. Beelden van zijn laatste kunstproject ‘De Big Five van de Spaanse Polder’ waren het afgelopen jaar afwisselend te zien bij twintig bedrijven op het industriegebied. ‘De Spaanse Polder is best te vergelijken met de Serengeti’, vindt Paul. ‘Beide landschappen hebben een grote diversiteit. Bovendien zijn hun “bewoners” van uiteenlopend pluimage en beschikken ze over een parkwachter (stadsmarinier) die illegale praktijken opspoort. Fantasiebeesten Wie op safari gaat heeft als doel de Big Five te zien: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de olifant. Daarom maakte Paul vijf fantasiebeesten die je het afgelopen jaar in de Polder kon schieten. Met een camera wel te verstaan. ‘De vijf beelden van beton en gerecyclede materialen heb ik bij twintig bedrijven neergezet. De dieren zijn metaforen voor mensen die in de Spaanse Polder werken. Daarom kun je de Big Five ook nog eens opvatten als vijf karaktereigenschappen: extraversie, servicegerichtheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit en openheid.’ Rondleiding Paul kreeg veel positieve reacties. ‘Bij veel ondernemers kreeg ik spontaan een rondleiding. Heel verrassend wat er allemaal in de polder wordt gemaakt en verhandeld. De beelden zette ik in de receptieruimte of op een plek waar ze goed tot hun recht kwamen. Ik dacht dat er wel een en ander zou sneuvelen, maar gelukkig had iedereen blijkbaar veel respect voor de kunstwerken, want ze zijn allemaal heel gebleven. Ze staan nu weer op stal.’ Lachgas Naast gips en beton is afval het basismateriaal waar Paul mee werkt. Dat basismateriaal is in de loop der jaren wel veranderd, vindt hij. ‘Waren het vroeger veel pallets en sinaasappelkistjes, nu zijn het vooral reflectoren en lachgaspatronen die ik vind en verwerk.’ Het primaire doel van de kunstenaar is niet om de beelden te verkopen. ‘Het gaat mij meer om de ervaring en om het contact met de ondernemers. Of het kunst is? Vind ik niet zo van belang. Ik wil met de beelden reflecteren op onze eigen jungle en wellicht helpen ze een beetje om hierin te overleven.’ Paul hoopt dat zijn geteste concept ook een mooie kunstroute in de Polder oplevert waar bedrijf en kunst baat bij hebben. Een nieuw project over de Spaanse Polder staat inmiddels op stapel. Eerder werk van Paul Visser, verschenen in boekvorm: Ode aan de Spaanse Polder over cultuur, natuur en techniek. (2015) CarnaFval een feestelijk uitgedoste optocht van bedrijfsuniformen en -wagens langs de hoofdas van het gebied, de Industrieweg. (2017)

Lees verder

Slim nadenken + toeval = innovatie

Sinds 1952 verkoopt en bewerkt Polyplastic acrylaatplaten tot verschillende eindproducten. Tot voor kort ging het vooral om dubbelwandige isolatievensters voor caravans en campers. Maar onlangs opende het bedrijf een nieuwe productielijn: isolerende deuren voor koelmeubelen in supermarkten. Een veelbelovende innovatie. We vragen directeur-eigenaar Peter Jan Veeneman hoe innoveren in zijn werk gaat. ‘Stilstand is achteruitgang’, vindt Veeneman. ‘Dat mag dan een enorm cliché zijn, innoveren is gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Je kunt niet bij elkaar gaan zitten en zeggen: nu gaan we innoveren. Je moet openstaan voor verandering en dan de juiste combinatie maken. Vaak gebeurt dat dankzij een toevallige gebeurtenis.’ Spitfire Veeneman geeft een praktijkvoorbeeld: ‘Mijn vader was vijftien toen de oorlog voorbij was. Hij was gek op Spitfires en vond het fascinerend dat de gebogen plexiglas-cabineramen niet knapten bij een kogelinslag. Het materiaal was licht, doorzichtig, sterk en toch buigbaar. In 1952 zegde hij zijn goede baan bij Unilever op om de mogelijkheden van kunststofglas toe te passen. Hij startte met een vriend een handelsonderneming. Later bouwde hij een werkplaats en maakte een aantal jaren plexiglas-cabineruiten voor tractoren. Toen zag hij op een tractorbeurs een caravan – waarin mensen koffie dronken en contracten tekenden – met een kapot raam. Mijn vader bood aan het te maken, met plexiglas. De rest is geschiedenis. Polyplastic is nu Europees marktleider; zeventig procent van de caravans en campers in Europa rijdt rond met onze dubbelwandige vensters.’ Het verhaal illustreert hoe innovaties tot stand komen: ‘Je zit op een spoor, maar dankzij het toeval zie je een nieuwe kansrijke combinatie.’ Vertaalslag ‘Hetzelfde gebeurde bij de ontwikkeling van onze nieuwe productielijn voor koeldeuren’, vervolgt Veeneman. ‘We wilden aansluiten bij maatschappelijke trends op het gebied van duurzaamheid en energiereductie. Maar hoe maak je dan de vertaalslag naar je business? We vroegen ons af: maken we vensters of dichten we ruimtes af? Die laatste optie bood mogelijkheden. Kort daarna raakte ik in gesprek met iemand die supermarkten adviseert over energiebesparing. De winst was volgens hem vooral te behalen in de koelvitrines. Bingo! Daar was die toevallige factor die we nodig hadden. Vandaar onze nieuwe productielijn voor koeldeuren voor supermarkten; een segment dat razendsnel groeit.’ Opgeven of doorzetten Na het idee komt de volgende fase. Die van marktonderzoek en het ontwikkelen van een businessmodel. Veeneman: ‘We ontdekten dat de Zuid-Europese markt het meest lucratief zou zijn, vanwege de hoge energiekosten. Vervolgens klopten we aan bij de bouwers van koelvitrines, maar zij wilden hun product niet aanpassen. Kunststof was in hun ogen – vergeleken met het vertrouwde glas – een minderwaardige oplossing. Dan kun je twee dingen doen: opgeven of doorzetten. We kozen het laatste en benaderden de supermarkten rechtstreeks. Zij waren snel overtuigd en dwongen de bouwers om met onze DoubleCOOL doors te werken.’ Ingebouwde zonnecellen Polyplastic is ondanks de achterstand in taal, afstand en cultuur bezig de Zuid-Europese markt te veroveren. ‘Omdat we vanuit de klant denken’, zegt Veeneman. ‘De deuren hebben een unieke oplossing om de acrylaatplaten zonder frame bij elkaar te houden. Daardoor bieden we extra zicht op de producten. Verder geven onze deuren geen condens, lopen ze uiterst soepel, vallen ze vanzelf zachtjes en geruisloos dicht en hebben ze een nagelvriendelijke greep. Allemaal elementen die de verkoop stimuleren. Bovendien bieden we retrofit-pakketten waarmee we de deuren in bestaande koelvitrines vervangen door onze energiebesparende exemplaren. En onze internationale gasten nemen we mee naar Zegro, daar zijn onze producten ‘live’ te bewonderen.’ Polyplastic is constant bezig te ‘zoeken naar beter’, zoals Veeneman het uitdrukt. ‘Ik voel een innerlijke onrust als dingen nog niet helemaal kloppen. Het is onze passie om de verwachting van de klant te overtreffen. Daarom zijn we alweer bezig met een volgende innovatie: acrylaatvensters met ingebouwde zonnecellen.’ Polyplastic bereidt zich voor op de toekomst. De productiehal – waar de acrylaatplaten worden gezaagd, gekromd, gelijmd, verhit, gefreesd en van een motief worden voorzien – wordt momenteel uitgebreid en vernieuwd. Ook het kantoorpersoneel krijgt nieuwe werkruimtes. ‘Er komt straks veel meer daglicht binnen en het geheel wordt transparanter.’ De opening van het vernieuwde pand staat gepland voor februari 2019.

Lees verder

Hogeschool Rotterdam en mkb werken samen ‘We kunnen veel aan elkaar hebben’

Ik wil duurzamer gaan produceren, maar hoe pak ik dat aan? Om mijn bedrijf toekomstbestendig te maken, moet ik digitaliseren. Waar begin ik? Bij Hogeschool Rotterdam staat een flink aantal studenten klaar die ondernemers met deze en allerlei andere vraagstukken kunnen helpen. ‘Ondernemers krijgen actuele bedrijfs­kundige en economische inzichten en hulp tegen lage kosten en onze studenten krijgen de gelegenheid om ervaring op te doen. Zo snijdt het mes aan twee kanten’, vertelt Arjen van Klink, programmadirecteur van Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam dat de samenwerking organiseert. Van Klink komt zelf uit het bedrijfsleven. Hij hield zich bij de Rabobank onder andere bezig met strategische vraagstukken, new business development, financiering en met het coachen van innovatieve start-ups. Sinds twee jaar is hij programmadirecteur van het kenniscentrum en zoekt hij nadrukkelijk de verbinding tussen het opleidingsinstituut en het bedrijfsleven. ‘Het hoger beroepsonderwijs en het midden- en kleinbedrijf hebben elkaar nodig om te innoveren, maar weten elkaar nog onvoldoende te vinden’, vindt hij. ‘Het kenniscentrum verbetert deze samenwerking, waarbij we ons richten op praktijkgericht onderzoek.’ Fieldlabs Vorig jaar heeft de hogeschool pilotprojecten rondom risicomanagement uitgevoerd samen met een aantal bedrijven in de Spaanse Polder. Ook hebben tien studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij in een pressure cooker-setting naar vier nieuwe manieren gezocht om risico’s bij een vastgoedeigenaar in de Polder te managen. Hun vernieuwende aanpak konden zij direct testen bij een praktijkjury. De resultaten hebben geleid tot uitbreiding van het idee. Zo is ook het contact met Team Galatee ontstaan. ‘We hebben nu ongeveer 25 studenten beschikbaar voor opdrachten uit de Spaanse Polder. Dat zijn enerzijds studenten Bedrijfskunde die een afstudeerproject doen. Zij doen gedurende twintig weken twee dagen per week onderzoek bij een bedrijf. Anderzijds hebben we derdejaars studenten Commerciële Economie beschikbaar. Zij doen in teams van drie of vier studenten onderzoek bij één bedrijf en komen met praktische adviezen. Dan zijn er nog de minoren en fieldlabs, waarbij een team van drie of vier studenten vanuit verschillende opleidingen naar een probleem kijkt. Bijvoorbeeld naar de mogelijkheden om reststromen opnieuw te gebruiken. Daar zit een financieel, een bedrijfsmatig en een duurzaamheidsaspect aan. Door hun verschillende achtergrond komen ze tot creatieve en vernieuwende oplossingen. Zij zijn gedurende een half jaar enkele dagen per week inzetbaar.’ Felipe Pinto Xavier, bijna afgestudeerd student Bedrijfseconomie, deed vorig jaar zijn minor Risicomanagement. Hij deed een benchmarkonderzoek en bekeek de verschillen in kansen en bedreigingen bij groothandels in bouwmaterialen. De deelnemende bedrijven zagen – anoniem – hoe zij presteerden tegenover branchegenoten en waar verbeterpunten lagen. Hij kwam er onder meer achter dat de groothandels in bouwmaterialen in de Spaanse Polder achterlopen op het gebied van prefab-materialen, waardoor ze in de keten vaak worden overgeslagen. ‘Wat ik opmerkelijk vond? Voordat ik het gebied had bezocht, hoorde ik verhalen over criminele activiteiten. Ook op advies van de opdrachtgever moesten we tijdens de interviews, wegens de slechte naam van de buurt, met zijn tweeën aanwezig zijn. Toen ik in de polder liep, heb ik geen rare dingen gezien. Ook de ondernemers die ik interviewde konden me ook niets slechts over de buurt vertellen. Ze waren vooral lovend over de ligging en bereikbaarheid van het industrieterrein. Ik zou er graag aan de slag gaan want er zijn veel interessante mkb-ondernemingen.’ Praktijkgericht Onderzoek Bedrijfsmatiger denken en de taal van de ondernemer spreken, is een speerpunt van het kenniscentrum. ‘Dat lukt steeds beter’, zegt Van Klink. ‘Omdat veel vraagstukken van ondernemers zich niet tot een vakgebied beperken, pakken we een opgave bij voorkeur multidisciplinair aan. Dat kan ook omdat we veel verschillende studierichtingen hebben. Verder gaan we voor een praktische benadering. Bedrijven moeten de resultaten kunnen gebruiken. Daar ligt de focus, minder op een theoretische onderbouwing van een probleemstelling.’ Het streven is om tussen de vijftig en zeventig studenten per jaar in de polder in te zetten. ‘We kunnen veel aan elkaar hebben’, zegt Van Klink. ‘De bedrijven, de gemeente en de school. We moeten allemaal bewegen en dat willen we niet vanuit een ivoren toren. De inzichten die we hiermee verzamelen, leveren nieuwe kennis op die we toevoegen aan de leerstof en ook beschikbaar komt voor andere ondernemingen.’ Meer weten? Hogeschool Rotterdam biedt het mkb ondersteuning op de volgende thema’s: strategie, innovatie, business-model, soft controls, circulaire economie, digitalisering en risico­management. U kunt ook een uitgebreide ‘menukaart’ aanvragen via businessinnovation@hr.nl of via 010-7944441.

Lees verder

Meer ruimte schept nieuwe mogelijkheden

‘We hebben het niet echt nodig, maar het is wel handig om te hebben’. Zo motiveert Ton Verschuren, directeur SEW Eurodrive Rotterdam, de aankoop van een aanpalende kavel met daarop een oude stofzuigerfabriek in de Spaanse Polder. Hieronder legt hij uit waarom en verklapt hij het geheim waarom het bedrijf al jarenlang koploper in de branche is. ‘Hoe vaak komt het voor dat je achterbuurman vertrekt?’, stelt Verschuren de vraag. ‘Zouden we ooit iets willen ontwikkelen op een aangrenzend perceel of pand, dan moesten we op het juiste moment de knoop doorhakken. Die kans deed zich nu voor.’ Dat betekent dat het bedrijf nog wel even in de Spaanse Polder blijft? Zeker’, aldus Verschuren. ‘De ligging, nabij uitvalswegen, en de verbeteringen die we in het gebied zien, maken het een prima vestigingsplaats. Verder zie ik steeds meer dubieuze bedrijven vertrekken. Het is mooi als daar betrokken ondernemers voor terugkomen. Ik heb geen voorkeur voor grote of kleine bedrijven of voor een bepaalde branche. Diversiteit is goed voor het industriegebied.’ Wachten, zoeken, lopen SEW Eurodrive heeft vijftien fabrieken en 75 drive technology centers, verspreid over 47 landen en is wereldspeler op het gebied van aandrijftechniek. In de Spaanse Polder assembleert SEW Eurodrive jaarlijks ruim 45.000 motorreductoren, frequentieregelaars, tandwielkasten en andere aandrijftechnische eindproducten voor de Nederlandse markt. De assemblagehal is overzichtelijk ingericht met montage-eilanden en geavanceerde installaties. ‘We streven naar minimale verspilling van tijd en materiaal, waarbij we het wachten, lopen en zoeken zoveel mogelijk vermijden. Dankzij deze efficiënte indeling verhuren we nu ongeveer veertig procent van ons pand aan diverse bedrijven.’ Hergebruik Dus behoefte aan extra ruimte heeft de onderneming niet. Vandaar dat Verschuren besloot het nieuw aangekochte pand meteen te slopen. ‘Dat klinkt tegenstrijdig maar het bleek effectiever dan het op te knappen. Bovendien hebben we behoefte aan parkeerruimte, dus daar gaan we het in eerste instantie voor gebruiken.’ Het ingehuurde sloopbedrijf gaat zoveel mogelijk materialen hergebruiken. Na het verwijderen van het asbest, wordt het staal hergebruikt voor bevestiging van de zonnepanelen op het dak van het parkeerterrein en wordt het beton vergruisd en gebruikt voor de nieuwe fundering. Digitale tweeling Wat is het geheim van SEW Eurodrive? Hoe blijf je koploper in de branche? Verschuren noemt een paar factoren: ‘Allereerst moet je een kwalitatief goed product hebben en weten met welk probleem de klant worstelt.  Daar komt bij dat we veranderingen niet uit de weg gaan. Doorgaans worden onze aandrijvingen aan het eind van een productieproces ingezet, voor een verpakkingslijn of pas bij de belading. We leggen ons nu steeds vaker toe op machine automation. Dat betekent dat we eerder in het proces verschijnen en dus meer voor een klant kunnen betekenen. Andere trends zijn dat we vaker grotere tandwielkasten bouwen voor bruggen, sluizen en kranen en dat we innovatieve opdrachten uitvoeren. Bijvoorbeeld om zeecontainers machinaal te lossen. Soms werken we met cobots. Dat is een robotachtige assistent, die bijvoorbeeld een zwaar onderdeel vasthoudt, zodat de medewerker een complexe bewerking kan uitvoeren. Een ander nieuw fenomeen is de “digitale tweeling” van ons product. Het ontwerp en het maken van onze producten leveren data op, die we meesturen naar de klant. Hij kan deze digitale tweeling combineren met gegevens van zijn machine waar ons product in zit. Zo weet hij nog beter wanneer het product of onderdeel aan vervanging toe is. Dat voorkomt stilstand van zijn proces.’ Brein prikkelen Verder is het aantrekken en behouden van goede en betrokken mensen – en dus kennis en ervaring – essentieel. ‘Dat doen we door interessant werk te bieden en flexibele werktijden te hanteren. Bovendien mogen onze medewerkers op kosten van SEW opleidingen doen, ook niet werkgerelateerde cursussen. Als het brein zich maar blijft ontwikkelen. Het behouden van ons personeel lukt ons aardig. De gemiddelde contractduur is 23 jaar. Ik waarschuw nieuwkomers vaak: waarschijnlijk is SEW je laatste werkgever! Ook de aankoop van het nieuwe perceel prikkelt het brein, merkt Verschuren. ‘Er ontstaan allerlei ideeën over wat we allemaal met de extra ruimte kunnen doen.’

Lees verder

Schilderachtig

De donkerste plek in de Spaanse Polder kan wel een opknapbeurt gebruiken. Vandaar dat Team Galatee 7 in overleg met de ondernemersverenigingen OVSP en ROB het initiatief nam om het viaduct onder de A20 op te fleuren met een paar kunstwerken. Maar niet zomaar kunstwerken. Gebiedsnetwerker John Ringeling vertelt: ‘We hebben het team acht tekeningen voorgelegd van kunstenaars van Herenplaats, het Rotterdams centrum voor kunstenaars met een beperking. Uit deze acht tekeningen koos team Galatee er twee uit die bijzonder zijn in stijl en kleur. Twee graffiti-artiesten hebben deze tekeningen eind oktober in het groot en met verf aangebracht op de pilaren onder het viaduct.’ De gebiedsnetwerker heeft al veel positieve reacties gehad van publiek en bedrijven uit de buurt. Is hij niet bang dat eroverheen gekliederd wordt? ‘Nee, de locatie is voor amateurkladderaars niet interessant. Je bereikt er geen miljoenenpubliek mee en een gouden regel van graffiti-artiesten maar ook van kladderaars is dat zij elkaars werk respecteren.’

Lees verder

Zegro biedt jaarlijks zeventig leerlingen een stageplek

Het beste leerwerkbedrijf in Rotterdam? Dat is Zegro in de Spaanse Polder. En de beste praktijkopleider van 2018 in de sector Transport & Logistiek? Die werkt bij dat bedrijf. We vragen superstagebegeleider Marco van den Bos wat zijn geheim is achter deze succesformule. Elk jaar vinden ongeveer zeventig leerlingen van Rotterdamse scholen een stageplek bij Zegro. Facilitair manager Marco van den Bos begeleidt ze. De niveaus verschillen. Een aantal komt een mbo-stage doen op niveau 3 of 4. Incidenteel is er een hbo\'er. Ook komen er jongeren die via het Albeda Startcollege een entreeopleiding volgen. Zij hebben hun vmbo-diploma niet gehaald, doen bij Zegro praktijkervaring op en kunnen alsnog een diploma halen. \'Die groep biedt de meeste uitdaging\', vertelt Marco. \'Het is mijn passie om de jongeren verder te helpen. Soms begint dat met aanleren van sociale basisvaardigheden en gaan we \"Goedemorgen mevrouw, kunt u het vinden?\" oefenen. Schrik niet, het is voor een aantal al een behoorlijke barrière om vriendelijk op klanten af te stappen.\' Wolvenbloed \'Welke selectiemethode ik hanteer? Die heb ik niet. Ik screen niet, iedereen komt bij Zegro in aanmerking. Moet ik dan alleen de beste leerlingen aannemen? En die anderen dan, moeten we die dan maar negeren? We zijn Rotterdammers, lopen niet weg voor problemen maar lossen ze op. Ik ga liever de uitdaging aan. Hier ben je een Zegro, maakt niet uit waar je vandaan komt. Veel van de binken die hier stage komen lopen, zijn behoorlijk streetwise. Dat is op zich goed, als je die wijsheid maar op de juiste manier gebruikt. Je mag best wat wolvenbloed hebben. Makke schapen zijn er al genoeg in dit land.\' Oprecht Oprecht is het sleutelwoord in Marco\'s succesformule. Al wil hij liever niet van een formule spreken. \'Iedereen verdient bij ons gewoon een kans. Zit je in een rolstoel en wil je winkelmanager worden? Stotter je, maar wil je toch in de bediening werken? Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en talenten, alleen weten ze dat soms nog niet.\' Ook de achtergrond van iedere stagiair vindt Marco belangrijk. \'Ik heb oprechte interesse in iemands privéomstandig­heden. Is iemands vader ernstig ziek? Da­n vraag ik daarnaar. Komt iemand de eerste week steeds te laat, dan stuur ik hem niet weg. Want wat los je daarmee op? Ik praat er over en geef die persoon tijd om zijn gedrag aan te passen. Lukt dat, dan heb je weer een stap vooruit gezet. En inderdaad, soms ben ik meer maatschappelijk werker of psycholoog dan facilitair manager, maar daar geniet ik van. Als het uit je hart komt, is het vrij simpel. Wees oprecht, luister, verbind, geef de stagiairs vertrouwen en biedt rust. Is er een probleem? Pel het af tot de kern en los het op. Echt, dan zie je ze groeien.\' Logistieke proces Zo\'n twaalf jaar geleden startte Marco met de eerste groep stagiairs bij het samenstellen van kerstpakketten. Zij leerden op deze manier op kleinschalig niveau het logistieke proces van de Zegro kennen: order picking, assembleren, controleren, inpakken en een pakket gereed maken voor verzending. Dat iedere stagiair eerst kennis maakt met de werkvloer, is nog steeds een belangrijk uitgangspunt. \'Zo ziet de leerling alle onderdelen van het logistieke proces, zodat theorie en praktijk bij elkaar aansluiten. We richten ons verder op de opdracht die ze van school hebben gekregen. De een doet een stage van drie maanden, een ander blijft een half jaar. Hoe dan ook, we vatten de koe meteen bij de horens. We gaan niks vooruitschuiven en plannen eerst de dingen die voor de stageopdracht nodig zijn. Is dat klaar dan kun je later lekker \"uitfietsen\". De stagiair wordt gekoppeld aan een \"leermeester\" op de werkvloer, die bekijkt welke talenten en interesses de leerling heeft.\' Met zeventig stagiairs per jaar zit Zegro aan de max. \'Mijn wekker gaat om 4.25 uur. Da\'s vroeg, maar ik word blij wakker want ik mag, en kan, weer aan de slag. En ik doe het liefst tien dingen tegelijk. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Maar we moeten natuurlijk wel kwaliteit kunnen blijven bieden.\'

Lees verder

Nieuwe ruimtelijk-economische visie in de maak

Het is tijd voor een nieuwe fase in de ontwikkeling van de Spaanse Polder en Noordwest. Tot nu toe lag het accent vooral op schoon, heel en veilig en op het bestrijden van ondermijnende activiteiten in het grootste aaneengesloten industriegebied van Europa. Alhoewel deze thema’s nog wel even actueel zullen blijven - wat dat betreft is er altijd werk aan de winkel - denken alle betrokkenen nu na over hoe het gebied er in de toekomst uit moet komen te zien. Met andere woorden: er moet een ruimtelijk-economische visie komen. Het industriegebied moet een aantrekkelijk klimaat bieden voor ondernemers, investeerders en talenten. Hoofdthema’s voor de ruimtelijk-economische visie van het industriegebied zijn duurzaamheid, werkgelegenheid, bereikbaarheid, branchering en de A20-zone. Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor een betere leefbaarheid in de polder, met een mooiere buitenruimte en meer aantrekkelijke ontmoetingsplekken. De gemeenten hebben inmiddels een aantal bijeenkomsten over dit thema georganiseerd en tegelijkertijd twee consultancybureaus in de arm genomen - Buck Consultants International en Perron 14 – die de over­heden ondersteunen bij het ontwikkelen van de ruimtelijk-economische visie. Roadshows Ook de Ondernemersvereniging Spaanse Polder zoekt antwoorden op de vraag hoe we de Spaanse Polder en Noordwest klaarstomen voor de toekomst. ‘Een belangrijke vraag’, vindt voorzitter Frank Kapsenberg, ‘die niet beantwoord kan worden zonder de ondernemers in het gebied bij de te maken keuzes te betrekken. Daarom organiseert de OVSP verschillende roadshows. Hoe moet het industrieterrein er volgens de ondernemers over vijftien jaar uitzien? Welke competenties zien zij, wat is het DNA van de polder, welke trends zien zij in relatie tot de historie van de Spaanse Polder en Noordwest? En wat zijn hun overwegingen om te blijven of juist om te vertrekken? Dat zijn onderwerpen die in de verschillende roadshows aan de orde komen. Afgelopen zomer zijn er twee gehouden, de derde was op 29 november.’ Muizen ‘Het is van groot belang om niet alleen de grote bedrijven om hun mening te vragen’, vindt Kapsenberg. ‘Dat levert een te eenzijdig beeld op, denken wij. Veel van de mkb’ers in het gebied – met vijf tot vijftien medewerkers – verdienen het ook om gehoord te worden. Zij zorgen immers voor 75% van de werkgelegenheid.’ Bij de OVSP-roadshows die bij verschillende mkb-bedrijven worden georganiseerd, zijn steeds zo’n twaalf ondernemers aanwezig. ‘Heel nuttig, want de bijeenkomsten zijn interactief en stimulerend, ook omdat we de vraagstukken vanuit verschillende perspectieven bekijken. Deze ondernemers zijn betrokken bij het gebied – weten bij wijze van spreken welke muizen onder welke lantaarnpaal wonen – en bezitten enorm veel kennis over het industrieterrein.’ Professionalisering Afgelopen zomer publiceerde de OVSP haar visiedocument ‘Spelen om te winnen’. ‘Daarin hebben we onze koers uiteengezet’, vertelt Kapsenberg. ‘Het is een stip op de horizon waar de georganiseerde ondernemers naar toe willen werken. Een van de onderdelen uit het document is dat we willen professionaliseren. De polder vraagt steeds meer en het kost veel tijd om ons beleid effectief in daden om te zetten. We zijn daarom op zoek naar een doortastende persoon, die de taal van de ondernemers spreekt en zich een aantal dagen voor deze taak vrij kan maken. Door een professionaliseringsslag te maken, vergroten we onze kansen aanzienlijk en kunnen we onze ambities beter waarmaken.’

Lees verder

‘Ondernemers moeten krachten bundelen om regie te pakken’

Rien van der Steenoven is de nieuwe stadsmarinier voor de Spaanse Polder. Hij stapt op de rijdende trein die zijn voorganger Marcel van de Ven op gang heeft gebracht. Wat is zijn missie? Hoe ziet de Polder er straks uit en wat moet daar nog voor gebeuren? Per 1 januari 2018 nam Rien van der Steenoven het stokje over van Marcel van de Ven. Als stadsmarinier – superambtenaar met vergaande bevoegdheden – is hij aangesteld om de hardnekkige veiligheidsproblemen in de Polder op te lossen. Van der Steenoven heeft naar eigen zeggen één van de leukste banen in de stad: ‘Ik sta rechtstreeks in contact met twee gemotiveerde burgemeesters – Lamers (Schiedam) en Aboutaleb (Rotterdam) – en kan daardoor snel belangrijke knopen doorhakken en mag zelfs bij tijd en wijle eigenwijs zijn.’ Samen met de ondernemers en de verantwoordelijke diensten wil de stadsmarinier een ruimtelijke economische visie ontwikkelen en toewerken naar een ‘prachtig, goed bereikbaar bedrijventerrein met een hoge kwaliteit van ondernemingen en vastgoedinvesteerders. Een plek waar elk bedrijf zich graag wil vestigen.’ West-Kruiskade Zeven jaar lang bekommerde Van der Steenoven zich als stadsmarinier onder andere om de West-Kruiskade. De straat die in 2010 bekend stond als een van de slechtste straten van Rotterdam is nu een van de visitekaartjes van de stad. Een dergelijke metamorfose wil de superambtenaar ook in de Polder toepassen. ‘Al is de Spaanse Polder natuurlijk veel groter, waardoor het manoeuvreren wat complexer zal zijn. Aan de andere kant is de populatie veel homogener: weinig bewoners of winkeliers, veel ondernemers en vastgoedeigenaren. Op dit moment zijn de ondernemers op de West-Kruiskade weer in charge. Zij hebben de regie, de gemeente faciliteert.’ Onkruid Van der Steenoven ziet dat kantelpunt ook voor de Spaanse Polder opdoemen. Met Team Galatee 7 drukt de gemeente nu een behoorlijke stempel op het gebied. ‘We steken extra energie in onderhoud van groen, infrastructuur en handhaving. Op het moment zijn we bezig de ondernemerskwaliteit van het gebied te verhogen en het groeipotentieel te vergroten. Met andere woorden: we moeten nog flink wat onkruid wieden om de mooie bloemen tot hun recht te laten komen. Dat betekent ook dat we soms het tempo van de ondernemers moeten aannemen, door besluiten te versnellen.’ Over een aantal jaren zullen de ondernemers in de Polder, als het aan hem ligt, de regie overnemen, zoals dat nu op de West-Kruiskade ook het geval is. ‘Wel moeten we zorgen voor een goede borging en we zullen de ondernemers natuurlijk blijven ondersteunen.’ Samenwerken Hoe ondernemers die regierol pakken, moet gaandeweg duidelijk worden. ‘Dat kan met de oprichting van een bedrijveninvesteringszone (BIZ) voor pandeigenaren of voor huurders. Je kunt ook denken aan een publiek-private samenwerking zoals op de Alliante West-Kruiskade. Het gaat uiteindelijk om een stevige samenwerking. In welk model is daaraan ondergeschikt. Ik vind het belangrijk dat ondernemers hun krachten bundelen. Als gemeente zouden we het liefst zaken doen met één stevige ondernemerspartij. Daarom juich ik de fusieplannen tussen de verschillende belangenverenigingen toe.’ Melden ‘Voorlopig bestaat mijn werk uit het verbinden van partijen, prioriteiten stellen, zorgen dat de benodigde acties worden uitgevoerd en bijsturen. Of het een succes wordt hangt af van de samenwerking’, vindt Van der Steenoven. ‘Om de openbare orde en veiligheid op peil te houden, hebben we de hulp van ondernemers nodig. Ik hoor wel eens ondernemers die zeggen dat ze niet precies weten wat er drie panden verderop gaande is, maar dat het hen niet pluis lijkt. Meld dat dan! Daar is het team voor. Overigens, ook als ergens de verlichting niet naar behoren werkt: vertel het ons en we doen er iets aan.’ Gezamenlijk eigendomsgevoel Van der Steenoven zou graag zien dat ondernemers trots zijn op de Polder. ‘Dat ze elkaar vertellen: goh, wat dom van je dat je niet in Spaanse Polder zit. Daarvoor moeten we wel een gezamenlijk eigendomsgevoel creëren. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid pakken. Dat begint al bij het opruimen van het zwerfvuil rond je eigen – of gehuurde – pand. Ik sta nu wel met mijn gezicht in de Afslag 12, maar we zijn allemaal even belangrijk als we er een succes van willen maken.’

Lees verder

Rat rukt op

Ondernemers zien ze steeds vaker voor hun voeten wegschieten of zich gezwind verstoppen in een kier, spleet of holte: bruine ratten. In 2016 verdubbelde het aantal meldingen in ‘Ratterdam’ zich ten opzichte van 2015. Over 2017 zijn nog geen exacte cijfers bekend. Met de haventjes en de ruim vertegenwoordigde food-industrie vindt de rat het ook best fijn in de Spaanse Polder. Ratten zijn intelligente en nuttige beestjes. Ze vreten vetophopingen in het riool weg, ruimen weggegooid voedsel op en je kunt er medicijnen en cosmetica op testen. Maar ze brengen vooral schade toe. Ze knagen van alles en nog wat door, soms met kortsluiting tot gevolg. Daarnaast bevuilen ze goederen en kunnen ze ziektes overbrengen. Verder kunnen ze uw imago behoorlijk schaden. Bijvoorbeeld als er een foto van een rat op Twitter of Facebook verschijnt, waarin ook uw bedrijfslogo te zien is. Waarom stijgt het aantal ratten? Een van de redenen waarom het aantal ratten stijgt, is dat we meerdere zachte winters hebben gehad, waardoor veel meer ratten overleven. Omdat er overbevolking heerst in de riolen, komen ze boven de grond om eten te zoeken. Dat eten blijkt in ruime mate voorhanden. Een andere reden is dat vergiftigen alleen nog in zeer ernstige gevallen is toegestaan omdat door het gif de natuurlijke vijanden van de rat – uilen, katten en marters – ook doodgaan. Bovendien is de rat steeds vaker resistent tegen dat gif, waardoor beheersing van ratten op termijn onmogelijk dreigt te worden. In plaats van gif gebruikt de gemeente klemmen, waarvan er honderden verspreid liggen over de stad. Zwerfvuilopruimacties De gemeente voert geregeld gesprekken met ondernemers – met name in de foodsector – over welke maatregelen zij het beste kunnen treffen. Food-bedrijven moeten aan extra verplichtingen voldoen. Verder zorgt de gemeente voor het bijhouden van het groen, zodat de rat minder schuilplaatsen heeft. Ook onderneemt de gemeente zwerfvuilopruimacties. Hierdoor zou het aantal meldingen over ratten de komende tijd moeten afnemen. Wat kun je tegen ratten­overlast doen? Dicht gaten en kieren in en om uw bedrijfspand. Repareer of vervang kapotte riool­buizen, onderspoelingen, ventilatieroosters en tegels. Leg geen pallets of stukken regenpijp op uw terrein; dat zijn ideale schuil­plekken. Laat geen voedsel in en om uw bedrijfspand slingeren. Gooi geen etensresten op straat, ook geen brood voor de vogels. Zet geen afval los naast de vuil­container. Kortwiek bossages op uw terrein. Zet vallen en klemmen. Laat een plaagdierenrisico-inventari­satie verrichten door een erkend bestrijdingsbedrijf; zij geven ook aanbevelingen en adviezen.

Lees verder

Heel Holland zakt

Dat Nederland verzakt is een bekend probleem. We zakken met zijn allen gemiddeld zo’n anderhalve centimeter per jaar. In de ene Rotterdamse wijk gaat het sneller dan in de andere. Ook in Spaanse Polder worden geregeld verzakkingen waargenomen. Maar het gevaar zit ‘m vooral in de nog niet waargenomen verzakkingen. Gebiedsnetwerker John Ringeling van Team Galatee7 is tijdens zijn rondes over het industrieterrein altijd alert op tekenen van verzakking: ‘Als we ingezakte tegels zien, dan knopen we even een praatje aan met de ondernemer. Soms weet hij het, soms is hij zich er niet van bewust. Slechts enkele ondernemers maken regelmatig een rondje om hun pand heen.’ Schade Verzakte tegels kunnen duiden op een onderspoeling. ‘Dat wil zeggen een lekke riolering of een kapotte hemelwaterafvoer. Omdat het water ervoor zorgt dat de grond onder de fundering wegspoelt en je dat niet ziet, kan een onderspoeling leiden tot ernstige schade of letsel omdat er iemand doorheen zakt.’ Een onderspoeling kan ook (extra) schade aan het riool, kabels of  gasaansluitingen teweegbrengen en er kunnen daardoor scheuren ontstaan in de gevel. Alert blijven ‘Het is dus van belang dat je de oorzaak achterhaalt en het euvel herstelt’, vindt John. ‘Als er sprake is van een onderspoeling is het de verantwoordelijkheid van de ondernemer of pandeigenaar om te (laten) onderzoeken wat de oorzaak daarvan kan zijn. Een loodgieter kan vaak de diagnose stellen en het probleem verhelpen. Is het geen onderspoeling of is het probleem opgelost, dan komt de gemeente de buitenkant van het pand weer netjes maken. Wie twijfelt of het een onderspoeling of een reguliere verzakking is, kan mij bellen op 06-51389144. De lijst met verzakkingen wordt weliswaar korter’, constateert John. ‘Maar het probleem kan van de een op de andere dag ontstaan of terugkomen. Dus ondernemers, blijf alert.’

Lees verder

‘Nee kennen we niet’

Van remschijven, dynamo’s, uitlaten en koplampen voor garagisten tot gereedschappen, bouten, moeren en verkeerskegels voor de industrie. Aparts levert het. ‘Het gaat erom klanten te ontzorgen’, zegt directeur Miquel Lommerse. ‘Zij bestellen het, wij zoeken uit waar het verkrijgbaar is en bezorgen het. En snel.’ ‘Het woord “nee” kennen we niet’, zegt Miquel. ‘Aan een van onze klanten leveren we zelfs visvoer. Een uitzondering natuurlijk, maar we zijn nu eenmaal gedreven om een oplossing te zoeken. Dat bespaart de klant veel tijd en geld. Met zijn zessen vormen we een goed technisch team in een cultuur waarin we onszelf scherp houden.’ Aparts onderscheidt zich door service. ‘We zoeken het onderdeel tot we het gevonden hebben. Ik herinner me nog dat we ooit zelf een slagboom hebben gemaakt en die rood-wit hebben geverfd. Omdat de klant er met spoed een nodig had.’ V-snaar Vervolgens leveren de chauffeurs van Aparts de producten zo snel mogelijk bij de klant af. ‘We hebben dus geen vaste rijroutes waarbij we zeggen dat het er tussen 16.00 uur een 18.00 uur is. Als we het op voorraad hebben, heeft de klant het binnen een uur. Ook als de bestelling ‘slechts’ een v-snaar is van zeven euro. Door ook oog te hebben voor kleine bestellingen, komen de grotere bestellingen later vanzelf. Dat is mijn overtuiging.’ Specialiteit Hoe is Miquel in deze bedrijfstak gerold? ‘Mijn halve familie zit in de autobranche. Mijn vader Bep werkte bij Bosal (uitlaten) en kende alle grossiers. Ik deed daar vakantiewerk en leerde zo veel mensen kennen.’ Na het behalen van zijn middenstandsdiploma sloeg Miquel echter eerst een andere weg in. Hij werkte drie jaar bij een bank en vier jaar als boekhouder in de penitentiaire inrichting in Krimpen aan den IJssel. In 2000 nam Miquel Aparts Handelsonderneming, die als sinds 1984 bestaat, over. Hij deed dat samen met zijn neef Xander Rietveld, die al een aantal jaren bij Aparts had gewerkt. Het duo richtte zich naast auto-onderdelen voor garagisten steeds intensiever op de indu­strie en bedrijven in de haven. Een van de redenen is de moordende concurrentie in de automaterialenbranche. Per 1 januari 2006 verhuisde Aparts Rotterdam naar de Vlaardingweg. Miquel: ‘Een goed bereikbare locatie waar we onze showroomruimte konden verdubbelen en we ons magazijn zelfs vier maal zo groot konden maken. Verder hebben we een werkplaats waarin we startmotoren en dynamo’s reviseren. Dat is naast het maken van RDW-kentekenplaten onze specialiteit.’ Vuurwerk In de laatste weken van het jaar hijst Aparts twee inmiddels vertrouwde banners aan de gevel met de opdruk ‘Vuurwerk’. Miquel: ‘Dat is niet alleen geboren uit het feit dat mijn compagnon Xander vuurwerkliefhebber is, maar ook omdat het hier tussen Kerst en Oud & Nieuw altijd erg rustig was. Inmiddels is vuurwerk wel een aanzienlijk deel van onze omzet geworden.’ Internetplatform De toekomst ziet Miquel met vertrouwen tegemoet. ‘We hebben ons een aantal jaren geleden aangesloten bij Groupauto, een samenwerkingsverband van en voor onafhankelijke grossiers. Met hen werken we aan een gezamenlijk internetplatform. Als een auto ter reparatie wordt aangeboden, wordt die digitaal uitgelezen. Via het platform zou je meteen de benodigde onderdelen kunnen bestellen bij de dichtstbijzijnde onderdelenhandelaar die ze op voorraad heeft. Bij voorkeur bij Aparts natuurlijk.’

Lees verder

Veiligste plek in de Spaanse Polder

Het is een goed bewaard geheim: de atoombunker in de Thurledestraat. De schuilplaats is gebouwd in 1971 toen de Koude Oorlog nog in volle gang was, en gesloten na de val van de Berlijnse muur in 1989. Een paar enthousiaste Rotterdammers hebben de bunker en alle inventaris in oude glorie hersteld. Afslag 12 mocht mee naar binnen…en ook weer naar buiten. In het geval er een atoomoorlog zou uitbreken, moesten rijksambtenaren door kunnen werken. Daarom beschikte elk rijksoverheidsgebouw over zo’n schuilplek. Vele daarvan zijn gesloopt. Zo niet de bunker onder het gebouw van de voormalige Rijksverkeersinspectie. Het bouwwerk beschermt tegen gifgassen en radioactieve straling. Mocht het zover komen dan hadden de zestig medewerkers van deze Rijksdienst in de kelder proviand en voorzieningen voor twee weken; langer zou een kernaanval toch niet duren. Communicatiecentrum In de technische ruimtes staan installaties die de lucht filteren, drie dieselgeneratoren voor een noodstroomvoorziening en een eigen waterbron. Verder zijn er douches – voor radioactief besmette mensen die van buiten kwamen – een kantine, slaaphokken en een EHBO-ruimte. En een voor die tijd geavanceerd communicatiecentrum met draaitelefoons, IBM 5150’s en telexen. Van daaruit konden de transporten van de geallieerden vanaf Hoek van Holland naar het oostfront gecoördineerd worden. Peuk van Opstelten Voor de burgemeester was een speciale kamer ingericht. Toen Ivo Opstelten het museum in 2003 mocht openen, heeft hij voor de show in de ‘burgemeestersbrits’ gelegen en zijn sigarenpeuk – ook te bezichtigen – achtergelaten. Rode knop Onze gids Frank Troost was ten tijde van de Koude Oorlog jarenlang technisch beheerder van de bunker. Hij kent de ruimte dan ook als zijn broekzak. We vragen hem wat we moeten doen als Trump of Kim op de rode knop gaat drukken. ‘Daarvoor is in Nederland niets geregeld’, spreekt hij bemoedigend. ‘Dan geldt nog steeds het eeuwenoude advies: ga maar onder de trap zitten met een blik bonen, een zaklamp, water en een radio. Want dan is het ieder voor zich.’ Wie het bunkermuseum met alle bijzondere items uit de zeventiger en tachtiger jaren wil bezoeken, kan een mailtje sturen naar bestuur@bunkerbeheer.nl. Meer informatie op www.bunkerbeheer.nl.

Lees verder

Hoe ziet ú de toekomst?

De afgelopen jaren is er veel verbeterd in de Spaanse Polder. Mede dankzij de komst van het gemeentelijke Team Galatee7. Maar om het gebied tot het beste bedrijventerrein van Europa te maken, is meer nodig: een stevig ondernemerscollectief. De fusie die momenteel wordt voorbereid tussen de Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP) en Ondernemersvereniging NoordWest (OVNW), is een eerste stap. Om de goede ruimtelijk-economische visie met de gemeentes Rotterdam en Schiedam te maken, is een grote betrokkenheid van de bedrijven in Spaanse Polder en NoordWest essentieel. Een gedegen gesprekspartner die de stem van de ondernemer bij beide gemeentes en andere instanties laat horen. De samenvoeging van de BVSP en OVNW leidt tot één sterke vereniging met een groot bereik en een breed ledenbestand. Basis uitbouwen Met de komst van Team Galatee7 is er extra aandacht voor schoon, heel en veilig in de Polder. Ook de aanwezigheid van een vast BOA-team werpt zijn vruchten af. Daarnaast beschikken beide terreinen inmiddels over een uitgebreid netwerk van ANPR-camera’s, wat sterk bijdraagt aan de veiligheid en veiligheidsbeleving. Hiermee ligt er een goede basis voor de toekomst van onze bedrijventerreinen. Maar die basis moeten ondernemers samen met de gemeente vasthouden en uitbouwen. Met andere woorden: de belangen van ondernemers en de samenwerking met de gemeentes moeten we borgen. Dat is het belangrijkste doel van het samenvoegen van beide ondernemersverenigingen. Voor de hand Het fuseren van BVSP en OVNW ligt niet alleen voor de hand vanwege de locatie, maar ook omdat de gemeente Rotterdam het gehele gebied als één groot industrieterrein ziet. Openbaar onderhoud wordt vaak samengevoegd en wegwerkzaamheden en -afsluitingen raken ondernemers uit beide gebieden. Bovendien zijn ondernemers zelf steeds vaker op zoek naar zakelijke contacten in het aangrenzende gebied. Word lid De OVNW is opgericht in 1992, de BVSP in 2002. Beide verenigingen nemen een schat aan ervaring mee op het gebied van belangenbehartiging en schoon, heel en veilig. Ervaringen die u met uw inbreng kunt versterken en waardoor u een stem heeft in uw eigen toekomst. Er is veel te bespreken. Om een paar voorbeelden te noemen: welke zaken vindt u belangrijk? Hoe wisselen we daar de kennis over uit? Hoe organiseren we de uitvoering? Hoe komen we samen met de gemeente tot een verbeterde versie van het industrieterrein? Hoe organiseren we het beheer en hoe verduurzamen we het gebied? Word dus lid!

Lees verder

Poldermodel: Atron/Libervoice

Al 41 jaar zijn Libervoice en Atron, bedrijven van Sjaak Koning, gevestigd in de Spaanse Polder. Waar vroeger iedereen klant was van PTT of KPN, hebben veel kleine ondernemingen de telecommarkt overgenomen. Koning: ‘Kleine bedrijven kunnen sneller reageren en dat komt de kwaliteit en de service ten goede.’ Bedrijf: Atron/LibervoiceAdres: Overschieseweg 76Werkzaamheden: Atron: computers en telecommunicatie-apparatuurLibervoice: zakelijke VOIP-telefonieprovider Medewerkers: 5Website: www.libervoice.nl  Waarom hebben jullie een ruimte ingericht al bruin cafe? Eind jaren negentig hadden we een paar grote ICT-clubs als klant. Die hadden hun bedrijfsruimte ook als café ingericht. Daar konden ze werken, overleggen en deals sluiten. Omdat die jongens allemaal een auto, een laptop en een mobiele telefoon kregen, bouwden wij alle carkits in. Intussen konden zij in een ‘vertrouwde omgeving’ doorwerken.  Hoe ben je dit vak ingerold? Ik heb mts Elektrotechniek gedaan en me meteen op het (tele)communicatievlak gestort. Ben nog steeds zendamateur. Het is een uitdaging om zonder internet contact te leggen met mensen in andere werelddelen.  Zijn jullie meegegroeid met de telecomwereld? Dat kun je wel zeggen. Eind jaren zeventig hielden we ons bezig met reparatie van radio’s en tv’s. Daarna leverden we consumentenelektronica, 27MC-bakkies en politiescanners. In 1988 stapten we over naar zakelijke telefonie. Wij waren een van eersten met de verkoop van ‘mobiele’ telefoons van Siemens en telefooncentrales. Later kwamen de carkits en nu verzorgen we vaste telefonie- en VOIP-diensten voor het mkb.  Wat vind je van de Polder? Mooi. In 1999 ben ik zelfs boven het bedrijf gaan wonen. Toen zag ik pas de schoonheid van het gebied. Als je in het weekend je hond uitlaat langs de Schie, hoor je hoe stil het is, op wat fietsers, bootjes en vogels na. De Polder is de laatste jaren flink opgeknapt, al zijn er nog wel veel lege kavels.  Mijn vader zei altijd… Zorg dat je geen schulden maakt, jongen! Ik kom niet uit een ondernemersnest. Ik ben nooit failliet geweest, maar nam wel eens flinke risico’s. Dat vond mijn vader vreselijk. Nu ben ik wat behoudender.  Hoe is het op de markt? Het ziet er rooskleurig uit. Binnenkort gaat KPN ISDN uitfaseren, dus moeten bedrijven de telefonie anders gaan oplossen. Dat vertellen we veel mkb’ers, maar ik merk wat terughoudendheid bij hen. Ze hebben een telefooncentrale die het nog goed doet en een centrale in de cloud, dat is voor sommigen nog wat abstract. Toch heeft VOIP veel voordelen. Het is goedkoper, je kunt de lijnen automatisch doorschakelen naar een ander toestel en je kunt zelf je telefonische bereikbaarheid regelen. Voor twijfelaars hebben we een mooie tussenoplossing: SmartNode, voor een derde van de ISDN-prijs, met behoud van de bestaande centrale en je kunt later naadloos op VOIP overstappen. Je bent 65, heb je al geraniums uitgezocht? Zeker niet! Het is een enerverende innovatieve markt, waar ik vol enthousiasme nog minimaal vijf jaar aan wil deelnemen. Ondertussen zoek ik een waardige opvolger of overname­kandidaat.

Lees verder

‘Ik ben een buitenmens’

Sebastiaan Coenen (34) is de nieuwe wijkagent van Spaanse Polder en Noord-West. De geboren en getogen Brabander vertelt bevlogen over het gebied. ‘Ik ben er opgeleid, ken het op mijn duimpje en heb het de laatste jaren flink zien veranderen. Ten goede!’ Het is vandaag je eerste werkdag als wijkagent Spaanse Polder. Bevalt het nog? Zeker. Ik heb al wel een paar voorbereidende diensten gedraaid, met mijn voorganger Marijn Bravenboer. En een paar handen geschud met ondernemers. Vanochtend viel ik meteen met de neus in de boter. We hielden een gezamenlijke bedrijvencontrole met douane, belastingdienst en DCMR. Dergelijke controles zullen nog wel wat vaker plaatsvinden. In de wieg gelegd voor politiewerk? Ik wist al wel snel dat ik wijkagent wilde worden. Ik herinner met nog mijn eerste dienst. Ik was negentien en mijn collega’s namen me mee naar de Keileweg. Meteen in het diepe. Daarna had ik verschillende posten bij de politie, ook in Schiedam en Vlaardingen. Heb ook een blauwe maandag bij de recherche meegelopen, maar ik ben veel meer een buitenmens. Wat heb je met de Spaanse Polder? Ik ben er opgeleid. Had toen twee goede coaches. Zij vertelden enthousiast over het gebied en lieten me zien hoe je met creativiteit duistere zaken op het spoor kunt komen. Daarover ga ik natuurlijk geen boekje open doen. Nou ja, je rijdt bijvoorbeeld niet steeds hetzelfde patrouille­rondje, maar pakt ook de kleine straatjes mee. En je stapt geregeld uit om je zintuigen de kost te geven. Werken in de Spaanse Polder is boeiender dan in een woonwijk; er is 24/7 activiteit. Wat is er veranderd in de afgelopen vijftien jaar? Alles. In het begin was het een rotzooitje, en dan druk ik het nog mild uit. Konden we elke dag wel een paar autowrakken weghalen. Nu, na de herstructurering en de extra aandacht van de gemeente, ziet het er heel mooi uit. Dus je komt in een gespreid bedje? Nee, er is altijd werk. Je moet scherp blijven, anders kan het weer de verkeerde kant op gaan.  Wanneer is een wijkagent een goede wijkagent? Als hij goed observeert en informatie vergaart bij – in dit geval – ondernemers. Maar het is niet alleen een kwestie van halen. Als ondernemers bellen, moet je er voor ze zijn. Zo moet je samen werken aan een mooier industriegebied.  Wat kunnen ondernemers van je verwachten? Alles valt of staat met de samenwerking met ondernemers. Ik ga de komende weken met een heleboel van hen kennis maken Vervolgens stellen we de priori­teiten in het gebied vast. Als ondernemers iets opvallends zien, hoop ik dat ze me bellen. We gaan liever een keer te veel ergens kijken dan een keer te weinig. Een melding doen kan overigens ook anoniem. Verder heeft iedere wijkagent zijn eigen werkwijze. Ik ben een netwerker en probeer het ondernemersklimaat te bevorderen door ondernemers de ruimte te geven. Ik houd er niet zo van om politieagentje te spelen. Ik maak liever goede afspraken met ondernemers. Wat is je missie? Uiteindelijk hoop ik dat Spaanse Polder/Noord-West een voorbeeldindustrieterrein wordt voor Rotterdam of zelfs voor Nederland. Voorlopig zet ik me in voor een veilig gebied met een minimaal aantal inbraken en overlast.

Lees verder

Slimme reparaties havenkranen aan de Thurledeweg

Als je havenkraan manke­menten vertoont, wie bel je dan? Veel containerterminals in de Rotterdamse haven toetsen dan het nummer van Jack van Wingerden in. Kennis, kwaliteit en service zijn drie kernwoorden bij zijn bedrijven BBS Industrie en Verspanen bv. ‘Klanten waarderen het als je 24/7 paraat staat.’  BBS Industrie en Verspanen bv zijn gespecialiseerd in het bewerken van werktuigbouwkundige onderdelen. Van het frezen van glijplaten en het draaien van lagerbussen tot het bewerken van remvoeringen, frictieringen, cilinders en kabelschijven. ‘Maar we maken de producten ook zelf’, voegt Van Wingerden eraan toe. ‘Van ontwerp tot prototype en de uiteindelijke bewerking tot een eindproduct.’ In Chinese handen Beide bedrijven zijn nu nog gevestigd aan de Thurledeweg, maar er zijn ontwikkelingen. Verspanen bv is onlangs verkocht aan het Chinese staatsbedrijf ZPMC, Shanghai Zhenhua Heavy Industries Co.Ltd. ‘Dat is ’s werelds grootste producent van zwaar havenmaterieel’, legt Van Wingerden uit. Het Chinese bedrijf wil zich meer toeleggen op service en heeft al een aantal kantoren in Europa. ‘Zij kregen er lucht van dat de containerbedrijven de kraanonderdelen die ze van ZPMC hadden gekocht, door ons lieten reviseren, repareren of vervangen. Logisch’, vindt Van Wingerden, ‘als het onderdeel heen en weer zou moeten naar China voor reparatie, zou het veel te lang duren voor de kraan weer operationeel is. ZPMC werd eerst klant bij ons. Dat beviel kennelijk zo goed dat ze het nu, na anderhalf jaar onderhandelen, hebben gekocht.’ Van Wingerden (51) blijft wel nog vijf jaar directeur, voornamelijk om zijn kennis over te dragen. Het BBS-onderdeel dat op de Thurledeweg is gevestigd, verhuist naar Hendrik Ido Ambacht. ‘BBS Industrie heeft ook nog een vestiging in Europoort waar we met veertien monteurs tandwielkasten reviseren.’ Fijne kneepjes De Chinese interesse in Verspanen bv is wel te verklaren. Van Wingerden spreekt de taal van zijn afnemers. ‘Ik loop al meer dan dertig jaar in de haven rond. Heb altijd goed opgelet, veel geluisterd naar oudere medewerkers en van hen de fijne kneepjes geleerd. Bovendien heb ik de contacten die ik opdeed goed onderhouden. Ik zag de haven groeien en dacht “daar zit handel in”. Eigenlijk zijn we met de haven meegegroeid; we hebben nu meer dan twintig medewerkers in dienst.’  Innovatief ‘En’, gaat Van Wingerden verder, ‘we staan erom bekend dat we problemen snel oplossen. Vaak neem ik zelf poolshoogte, klim in de kraan en geef een oordeel over het kapotte onderdeel. Kan het worden gerepareerd of moet het vervangen worden en hoe lang duurt het voor de kraan weer draait? We tekenen het onderdeel uit, zetten het in de computer, zodat we het voor een eventueel volgende keer kunnen terugvinden. Het kapotte onderdeel maken we zelf na. Onlangs hebben we een innovatief systeem ontwikkeld, waardoor we de slijtage op de wielen van havenkranen aanzienlijk kunnen terugdringen.’  Vrij weekend Wat is het geheim van het succes van Verspanen bv? ‘Kwaliteit en innovatief vermogen, maar ook eerlijkheid en het dag en nacht klaarstaan voor klanten zijn belangrijk. Al is me dat laatste zo’n tien jaar geleden behoorlijk opgebroken’, geeft Van Wingerden toe. ‘Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, dat zit in mijn aard. Ik werd jong vader en moest zorgen voor brood op de plank. Daarom heb ik altijd heel veel gewerkt. Elf uur per dag was geen uitzondering. En dan deed ik in het weekend nog de administratie. Dat wordt vanaf nu anders. Ik kijk uit naar een aantal vrije weekenden.’ 

Lees verder

‘Ondernemers weten ons inmiddels te vinden’

Team Galatee7: voor een veilig en vitaal ondernemersklimaat Marcel van de Ven is ruim een jaar lang stadsmarinier voor de Spaanse Polder en aanvoerder van Team Galatee7. ‘We bouwen gestaag door aan een goede organisatie voor een vitaal en veilig bedrijventerrein.’ ‘Team Galatee7, zoals we onszelf hebben gedoopt’, vertelt Van de Ven, ‘wil bereikbaar en zichtbaar zijn. We zijn begonnen de buitenruimte aan te pakken. Zo is er onkruid verwijderd, het wegdek op een aantal plaatsen hersteld en zwerfvuil opgeruimd.’ Brenda Stad, project­manager A20-zone bij de Gemeente Schiedam vult aan: ‘Daarnaast plannen we geregeld bedrijfscontroles omdat we tegelijkertijd bezig zijn om de basis op orde te brengen. Zijn de gegevens uit het kadaster en het erfpachtregister nog actueel? Voldoet de bedrijvigheid aan het bestemmingsplan en aan de wettelijke voorschriften?’  Aanspreekpunt De Spaanse Polder, inclusief de ’s Gravelandse Polder en NoordWest, heeft met zijn uitvalswegen, vliegveld, hoogste milieucategorie én ruimte, een enorme potentie. ‘Logisch dat beide burgermeesters verkondigden meer aandacht te willen voor het gebied’, vindt Van de Ven. ‘Dat willen we vanuit Team Galatee7 bereiken. We zijn een aanspreekpunt voor ondernemers. We hebben geen 0900-nummer, je kunt hier op de Galateestraat 7 gewoon binnenstappen. Gelukkig weten ondernemers ons inmiddels te vinden. De vragen die we krijgen zijn divers. De een wil iets weten over een wegafsluiting, de ander meldt dat ergens de verlichting hapert. We zorgen ervoor dat de juiste mensen worden ingeschakeld om het euvel snel te verhelpen. Het mooie van deze functie is dat ik dwars door alle lagen heen kan bewegen. De ene keer heb ik de minister op bezoek, de andere keer een ondernemer met specifieke vragen.’  Economische visie Naast deze praktische zaken beraadt Team Galatee7, waarin op de achterhand zo’n twintig medewerkers actief zijn, zich over de toekomst van het gebied. ‘De economische visie mag wel wat scherper worden geformuleerd’, vindt Stad. ‘Die willen we met een platform van pandeigenaren, belangenverenigingen en ondernemers ontwikkelen. Welke bedrijven wil je aantrekken? Zorg je bijvoorbeeld tegelijkertijd voor stageplekken voor het mbo, zodat je de link tussen opleiding en bedrijfsleven veilig stelt?’  Van de Ven: ‘Aan de andere kant beseffen we dat niet alles van bovenaf te sturen is, we kunnen alleen wat richting geven. Ik ben dan ook voor een bottom up-aanpak. Als regels voor ondernemers of pandeigenaren te rigide blijken, moet je ze wellicht versoepelen.’  In 2015 liep het omvangrijke herstructureringsproject van de Spaanse Polder af. De burgemeesters van Schiedam en Rotterdam vonden dat de aandacht voor het gebied daarna niet mocht verslappen en dat de communicatie tussen de gemeente en de ondernemers op peil moest blijven. Met het aanstellen van een stadsmarinier, die met het Team Galatee7 vanuit het gebied opereert, is de overheid er blijvend zichtbaar en bereikbaar.

Lees verder

‘Rotte appels moeten weg’

Op 12 april was er een groot ondernemersdiner over de Spaanse Polder en ’s-Gravelandse­polder. Naast de ruim honderd ondernemers en pandeigenaren prikte ook Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, een vorkje mee. Net als een aantal wethouders, wijkagenten en ambtenaren van de gemeenten Rotterdam en Schiedam. Maar er werd niet alleen gegeten, ook flink gediscussieerd. Met name over veiligheid en publiek- private samenwerking. Want daar was iedereen het wel over eens: het bedrijfsleven en de overheid hebben elkaar nodig om van de polders een succes te maken. Burgemeester Aboutaleb vindt dat het gebied de afgelopen twintig jaar te weinig aandacht heeft gekregen. Daarom is een inhaalslag nodig. De meeste ondernemers in de polders zijn eerlijke en fatsoenlijke ondernemers maar er zit ook een aantal rotte appels tussen. Die moeten we er samen uitfilteren om de potentie van het grootste aaneengesloten bedrijventerrein in Europa ten volle te kunnen benutten.  Veiligheid De aanwezigen konden met behulp van een interactief systeem hun mening geven. Zo weten we dat slechts vier van de tien aanwezigen zich helemaal veilig voelt in het gebied. Nog eens vier van de tien voelt zich alleen overdag veilig, ’s avonds en ’s nachts niet. Maar liefst zeventig procent van de aanwezigen heeft zelf ook te maken gehad met onveiligheid in de polders. Die onveiligheid kent vele gezichten, maar met name het gedrag van ‘verkeershufters’, drugscriminaliteit en inbraken zorgen voor een onveilig gevoel. Het merendeel van de aanwezigen vindt dat veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is: de overheid kan niet alles zien.  Lik op stuk Bijna alle aanwezigen vinden dat de overheid strenger moet handhaven in de polders en daarbij ook lik op stuk mag geven. Malafide bedrijven moeten stevig worden aangepakt, maar de goede bedrijven mogen daar niet onder lijden, is de tendens. Negen van de tien ondernemers zijn bereid ongewenste situaties te melden. Zij blijven dan wel graag op de hoogte van de afhandeling van hun klacht of melding. Meldingen zijn niet alleen nodig voor het oplossen van afzonderlijke misdrijven, ze bevorderen ook de veiligheid op lange termijn.  Elkaar goed begrijpen Als overheid en ondernemers samenwerken aan een veilige en leefbare omgeving gaat hier een preventieve werking van uit: het maakt zichtbaar dat crimineel en overlastgevend gedrag niet worden getolereerd. Ondernemers zelf kunnen niet handhaven en hebben daarom altijd de overheid nodig. Andersom vraagt de ontwikkeling van de polders niet alleen om een openbare ruimte die op orde is, maar ook om investeringen in het vastgoed. Daar heeft de overheid het bedrijfsleven nodig. Een open dialoog over toekomstplannen, visie en promotie is daarvoor een vereiste, vinden de ondernemers. En daar zitten op z’n zachtst gezegd nog verbetermogelijkheden: slechts zes procent vindt dat de overheid en het bedrijfsleven elkaar goed begrijpen. De overheid zou sneller moeten handelen en eerder duidelijkheid moeten geven over wat wel en niet kan. Ondernemers voelen zich tegengehouden door bureaucratie en regeldruk.  Bereikbaarheid Andere thema’s die aan de verschillende tafeltjes te sprake kwamen, waren erfpacht en bereikbaarheid. Meer dan de helft van de aanwezigen mist goed openbaar vervoer. Iets minder dan de helft vindt echter dat de polders supergoed bereikbaar zijn en dat we er niets meer aan moeten doen. Toch zijn er bedreigingen voor de bereikbaarheid. Door het grote aantal auto­mobilisten en door lang parkerende (vracht)auto’s, betaald parkeren in aanpalende gebieden en de milieuzone in de binnenstad is de parkeerdruk hoog. Zo’n zestig procent van de aanwezigen ervaart dagelijks parkeerproblemen. Anders dan bij de veiligheid en andere ontwikkelingen in het gebied vinden de aanwezigen bereikbaarheid een taak van de overheid. 

Lees verder

Poldermodel: De Winkelinrichter

Menno Tuns runt samen met zijn vrouw Yolanda De Winkelinrichter, dé plek voor een aantrekkelijk winkelinterieur. Van displays tot paspoppen en van toonbanken tot prijsetiketten. ‘Het is hard werken, maar het loopt prima. Het is goed, zoals het gaat.’ Bedrijf: De WinkelinrichterAdres: Weerestraat 7Werkzaamheden: Alles voor de winkelinrichtingMedewerkers: 5Website: https://www.dewinkelinrichter.nl/ en nog 7 andere webshops voor winkelinrichting Hoe kom je hier tussen de etalagepoppen terecht? Ooit begon ik met tweedehands winkelmateriaal. Dat waren de tijden dat je bij De Bijenkorf voor praktisch geen geld honderd oude etalagepoppen kon ophalen. Die verkocht ik weer via De Havenloods, en later via een eigen winkel aan de Oude Binnenweg. Maar dat was logistiek onhandig. Toen in de jaren negentig deze bedrijfsunits te huur kwamen via het OBR, ben ik er meteen ingetrokken. Sindsdien verkoop ik steeds meer nieuwe materialen. Tien jaar geleden heb ik nummer 5 en nummer 7 gekocht. Zo krijg je nog meer binding met het pand. En met de Spaanse Polder natuurlijk!  Aan wie lever je? Vooral aan kleine winkels en kleinere organisaties; een modewinkel, een kaasboer, een supermarkt, een apotheek. Maar ook aan grotere organisaties; gemeentelijke instellingen en particulieren. Het gaat meestal niet om grote aantallen, het leveren van kleinere bestellingen is juist een van onze pluspunten. Hoewel we grote aantallen ook heel snel kunnen leveren. Bevalt de plek jou? Het bevalt mij hier prima. Ik heb een goede vriend, Jan Doma, als overbuurman en Van Nelle als naaste buur. Tegenover ons komt er ook weer wat meer reuring. Het enige jammere is de parkeeroverlast. Zeker sinds het vlakbij betaald parkeren is geworden en de milieuzone is ingesteld, parkeren veel mensen hier hun auto om \'m goedkoop kwijt te zijn. Het mag gewoon maar leuk is anders, de echte bezoekers kunnen hun auto hierdoor lastig kwijt, wat af en toe echt een chaos aan geparkeerde auto\'s oplevert. Tijd voor een blauwe zone of een andere oplossing? Is internet een bedreiging voor een winkelinrichter? Helemaal niet! We zijn er juist door gegroeid. Tegenwoordig verloopt negentig procent van onze omzet via internet. Kijk, ik krijg net een bestelling binnen van KLM Catering. Dacht je dat die vroeger iets in Rotterdam gingen kopen? We hebben hier twee pakketdiensten om de hoek, dus de verzending zit wel snor. En ook al verdwijnen er winkels, goede speciaalzaken blijven er altijd wel bestaan. Daar ben ik van overtuigd.

Lees verder

Krasse taal Aboutaleb

In een item bij de NOS laat Aboutaleb weten dat er in de gemeente Rotterdam zo’n 500 politiemensen extra nodig zijn. Voornamelijk om niet zichtbare, maar wel samenleving ondermijnende criminaliteit aan te pakken. De Spaanse Polder is een van de gebieden waar Aboutaleb een offensief is gestart tegen deze ‘ondermijning’. Een deel van de ongeveer duizend ondernemers is volgens Aboutaleb malafide. ‘We hebben dit gebied de afgelopen vijftien jaar op zijn beloop gelaten. Er waren nauwelijks klachten, maar de schijn bedriegt’, zo laat hij via nos.nl weten. Vooral bij de 200 autobedrijven op het terrein, is veel mis. Aboutaleb schat dat een groot deel hiervan zich met andere activiteiten bezighoudt. Auto’s worden geleased aan criminelen, in auto’s worden verborgen ruimtes aangebracht om drugs, wapens en geld te vervoeren, gestolen auto’s worden omgekat. Bij een garage werd zelfs op zolder een bordeel aangetroffen. Het aanpakken van ondermijning heeft grote prioriteit voor Aboutaleb: ‘Het vreet aan de wortel van de samenleving. Een aantal bedrijven zal moeten opdoeken. Mijn boodschap aan hen is duidelijk: maak dat je wegkomt, anders ga je het merken.’

Lees verder

Wasstraat voor bedrijfswagens

Spaanse Polder heeft de primeur! Falcon Carwash is de eerste onbemande carwash voor bedrijfswagens in Europa. Was er nog geen wasstraat voor busjes dan? ‘Nee dus’,  zegt eigenaar Diederik de Klerk (27). ‘Het is een enorm gat in de markt, daar komen we steeds meer achter.’  ‘Het idee voor deze unieke wasstraat kreeg ik een jaar of vier geleden’, vertelt De Klerk. ‘Ik werkte in de Spaanse Polder bij RRG Design, een bureau voor promotiemateriaal, zoals vlaggen, banners en bedrijfskleding en andere reclametoepassingen. Toen we voor de zoveelste keer onze busjes met de hand stonden te wassen, had ik er genoeg van. Er moest toch ook een andere manier zijn om die dingen schoon te krijgen?’ Maar de busjes bleken te groot voor de normale carwash. De Klerk kon wel bij de truckwash terecht, maar die is duur en ’s avonds gesloten. ‘En als er een vrachtwagen voor je is, ben je zo drie kwartier aan het wachten.’ Na wat rondbellen kwam De Klerk er achter dat ook bedrijven als Ahold, GLS en Schmidt met hetzelfde probleem zaten. ‘Daar zit dus handel in, was mijn logische gedachte.’  Uniek eigen concept De Klerk pakte het direct groot aan: ‘Om te beginnen ben ik een aantal wasstraten gaan testen om te kijken welke het beste was(t). De enige waar mijn auto echt schoon werd, was er eentje met een machine van Washtech, een Duitse firma. Omdat ik vind dat kwaliteit altijd het uitgangspunt moet zijn, heb ik bij hen aangeklopt. Ze zagen direct de potentie ervan. Samen hebben we een uniek concept ontwikkeld: een onbemande wasstraat voor alle bedrijfswagens tot 3.20m hoogte, die 24/7 open is. Je kunt ter plaatse afrekenen met alle gangbare betaalpassen, credit cards en tankpassen maar ook een abonnement afsluiten om onbeperkt te wassen op kenteken. De sensoren herkennen je nummerplaat, waardoor je toegang krijgt. Dat kan ook voor grotere bedrijven met een heel wagenpark.’ De straat is onbemand, maar wel beveiligd en met intercomsysteem. ‘Via het camerasysteem kijkt er meteen iemand met je mee. Via de intercom kun je instructies krijgen en zijn er problemen dan kan de machine van afstand worden bediend.  Biologisch afbreekbaar   Falcon carwash beschikt over twee wasstraten met speciale programma’s voor uiteenlopende types bedrijfsauto’s, zoals busjes met een imperiaal en bakwagens. Voor bussen met boottrailers, een aanhanger waar een hijskraantje of iets anders op staat, is er ook een grote buitenwasplaats. Klanten kunnen verder gebruik maken van een industriële stofzuiger met een bandenluchtunit en een stofblazer. ‘Hoe het zit met het maatschappelijk verantwoorde ondernemen? ‘Het water wordt deels hergebruikt en we gebruiken de beste biologisch afbreekbare shampoos, polish en reinigingsmiddelen. Die komen overigens ook als beste uit de bus. En later dit jaar worden er zonnepanelen geplaatst die het grootste deel van de benodigde energie gaan opwekken.’ En de ambities? De Klerk: ‘Het plan is om later dit jaar een vestiging in Ridderkerk/Rotterdam-Zuid te openen. Daarna verwacht ik dat Utrecht, Amsterdam en Breda snel genoeg zullen volgen.’

Lees verder

Extra agenten voor strijd tegen onzichtbare criminaliteit

De nationale politie moet er zeker 5000 agenten bij krijgen. Deze uitbreiding is nodig om zaken als ondermijning aan te kunnen pakken.  Deze oproep doet burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam aan het nieuwe kabinet. \"We hebben geen lucht meer in het politiesysteem.\" In zijn eigen regio heeft Aboutaleb behoefte aan zeker 400 tot 500 politiemensen extra. \"Ik moet enorm dealen met de capaciteit door zaken als terreur, de spanningen in de samenleving, polarisatie, cybercrime en de drugs in de haven. Ook grote evenementen vreten capaciteit\", stelt de burgemeester.Ondermijnende criminaliteitOm niet zichtbare, maar wel samenleving ondermijnende criminaliteit aan te pakken, zijn veel mensen nodig. Niet alleen van de gemeente maar ook van opsporingsdiensten. Een aanpak die volgens Aboutaleb broodnodig is om criminele activiteiten terug te dringen.Een van die gebieden waar Aboutaleb een offensief is gestart tegen ondermijning is de Spaanse Polder op het grondgebied van Schiedam en Rotterdam. Met een kleine duizend ondernemers en bedrijven is dit het grootste aaneengesloten bedrijventerrein van West-Europa.Een deel van de ondernemers is volgens Aboutaleb malafide. \"We hebben dit gebied de afgelopen 15 jaar op zijn beloop gelaten. Er waren nauwelijks klachten, maar de schijn bedriegt.\"AutobrancheVooral in de autobranche is er veel mis.  In het gebied zitten meer dan 200 autobedrijven, waaronder veel verhuurbedrijven. De burgemeester schat dat een groot deel hiervan zich met andere activiteiten bezighoudt. Auto’s worden geleased aan criminelen, in auto’s worden verborgen ruimtes aangebracht om drugs, wapens en geld te vervoeren, gestolen auto’s worden omgekat. Bij een garage werd zelfs op zolder een bordeel aangetroffen. Deze bedrijven faciliteren de zwarte economie, waarvan de drugshandel een onderdeel is, stelt Aboutaleb. Hij wil de malafide bedrijven aanpakken. \"Een aantal zal moeten opdoeken. Mijn boodschap aan hen is  duidelijk: maak dat je wegkomt, anders ga je het merken.\"Het aanpakken van ondermijning heeft grote prioriteit voor Aboutaleb. \"Het vreet aan de wortel van de samenleving. Het gaat om immens grote vermogens. Criminelen huren peperdure appartementen om er alleen hun geld op te slaan. Maar de aanpak vergt een lange adem. Het gaat vaak om langdurige onderzoeken.\"Bron: nos.nl

Lees verder

Creatieve oplossingen voor logistieke efficiency

Hoeveel schade lijdt u wanneer uw trucks en bestelwagens in de file staan? De ondernemersorganisaties EVO en TLN schatten dat dit het bedrijfsleven 852 miljoen euro per jaar kost. ‘Voor de individuele ondernemer zijn er vaak met een paar simpele ingrepen flink wat kosten te besparen’, zegt Gerard Vos van De Verkeersonderneming.  Vos is logistiek makelaar bij De Verkeersonderneming en gaat vanuit die rol het gesprek aan met bedrijven waar logistiek een belangrijk onderdeel is van de bedrijfsvoering. ‘Niet om met het vingertje te wijzen en te melden hoe het moet, wel om samen met het bedrijf maatwerkoplossingen te bedenken, obstakels uit de weg te ruimen en kansen te benutten.’  Meer winst  Logistieke efficiency levert extra winst op. ‘In verschillende opzichten’ zegt Vos. ‘Het zorgt ervoor dat de productie soepel doorgaat omdat toelevering en voorraadbeheer op orde is. Monteurs kunnen op een klus ongestoord doorwerken omdat de materialen die ze nodig hebben er ook daadwerkelijk zijn. Klanten zijn tevredener omdat leveringen op de geplande tijd en zonder beschadigingen aankomen.’ Aarzelen Waarom aarzelen veel bedrijven om hun logistiek te optimaliseren? Vos: ‘Het verlies door files is niet een berekening die bedrijven per dag, week of maand inzichtelijk maken en dus is het intern moeilijk te verkopen. Bovendien moet er iemand vrijgemaakt worden om de logistiek te optimaliseren. Medewerkers die hierover goede ideeën hebben, zadelen zichzelf doorgaans met extra werk op omdat de werkgever zegt: goed plan, werk het maar uit. Daarom helpen we ondernemers daarbij.’ Creatieve oplossingen  Vos heeft al verschillende bedrijven in de regio ondersteund met creatieve oplossingen. ‘Een dienstverlener waarmee wij samenwerken levert een beveiligingssysteem op basis van kentekenregistratiesysteem. Daardoor kan hij ook ’s nachts leveren, zonder dat er een nachtploeg aanwezig is. De levering staat ’s ochtends al klaar voor de dagploeg. De transporteur kan dezelfde wagen dan bijvoorbeeld tweemaal per etmaal inzetten. Door nachtlevering kun je in theorie met de helft van je wagenpark toe. Nog een voorbeeld? Bel de klant om te vragen of je een uurtje eerder of later mag leveren, waardoor je de file omzeilt. Bij de klant is vaak meer mogelijk dan gedacht. Tot slot kan het schelen, wanneer je de logistiek up-to-date houdt. Klanten komen en verdwijnen. Als je daar je planning en je beladingsgraad steeds goed op aanpast, hoef je bijvoorbeeld maar drie in plaats van vier keer de weg op. Dat scheelt een kwart aan transportkosten.’  Afsluiting Oost-Abtsbrug  De volgende zomer wordt de Oost-Abtsbrug aan de Matlingeweg – de directe verbinding tussen de industrieterreinen Spaanse Polder en NoordWest – voor een aantal maanden afgesloten. De brug is toe aan groot onderhoud. Naast de normale files, gaat dit zeker voor extra problemen zorgen. Wellicht een aanleiding om met uw logistieke efficiency aan de slag te gaan. 

Lees verder

Follow the Sun

Follow the sun Veel ondernemers willen best hun steentje bijdragen aan het milieu. Tenminste, als het duurzaam ondernemen niet teveel druk legt op het bedrijfsresultaat. Het gaat vaak toch ook om harde euro’s. Hieronder een verrassend initiatief waarmee bedrijven in de Spaanse Polder slim duurzamer kunnen ondernemen. ‘Zonnig ondernemen in ’s Graveland’ is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Schiedam, DCMR, de ondernemersvereniging ’s Gravelandse Polder en ECONNETIC. Laatstgenoemde is een energie-adviesbureau dat samen met overheden en bedrijven duurzame energieprojecten realiseert. Zo begeleidde het bedrijf al in zeven gemeentes een succesvol zonnepanelenproject. Nu kunnen ondernemers in Schiedam hiervan profiteren. Subsidie van twaalf miljardECONNETIC-consultant Rik Roskam vertelt: ‘De gemeente Schiedam heeft een klimaatbeleidsplan en een duurzaamheidsprogramma. Een van de prioriteiten daarin is het realiseren van zonne-energie op bedrijfsdaken. Hierbij is het essentieel dat zonne-energie aantrekkelijk wordt gemaakt voor ondernemers. Het aanvragen van SDE+-subsidie is een eerste stap. SDE staat voor stimulering duurzame energieproductie en bestaat uit een vergoeding voor de geproduceerde groene stroom. Voor deze regeling heeft de Rijksoverheid voor dit jaar een budget beschikbaar gesteld van twaalf miljard euro.’ Geen gedoe en geregelMaar met alleen SDE ben je er nog niet: de investering en het ‘gedoe en geregel’ zijn voor ondernemers drempels om aan de slag te gaan met zonne-energie. ECONNETIC neemt deze drempels met hun projectaanpak weg en heeft inmiddels een aanzienlijke expertise opgebouwd in de ontwikkeling en financiering van dergelijke zonne-energieprojecten.’ Geen enkel omkijkenRoskam noemt een aantal voordelen op: ‘Je profiteert van groene stroom van eigen dak tegen een aantrekkelijke prijs, zonder dat je daarin hoeft te investeren. Daarnaast verduurzaam je het bedrijfspand en geef je je maatschappelijk ondernemen een duw in de goede richting.’ De ondernemer heeft er geen enkel omkijken naar. ECONNETIC regelt de subsidieaanvraag, die wordt vergoed door de gemeente, en zorgt ervoor dat de panelen op het dak komen. ‘Omdat we het grootschalig aanpakken, is het te financieren. Na zestien jaar mag de ondernemer de panelen houden, waarna je er nog zeker tien jaar gratis stroom van hebt. Het rendement ligt tussen de acht en tien procent. Dat is tweemaal zo veel als wanneer je het individueel zou aanpakken.’ VoorwaardenDe voorwaarden zijn dat het dakoppervlak minstens 150m2 moet beslaan, genoeg voor zo’n vijftig panelen. Verder moet de status van de dakbedekking goed genoeg zijn en de komende zestien jaar geen onderhoud vergen. En er is een grootverbruikersaansluiting nodig van meer dan 3 x 80 Ampère. TrajectTot uiterlijk 28 februari kunnen ondernemers nog voor het project inschrijven. Zijn de inschrijvers bekend, dan wordt het subsidietraject gestart. Vanaf de zomer van 2018 kunt u dan profiteren van uw zonne-energie.    Mathieu Levens van Magneet Communicatiecentrum‘Als bestuurslid van de ondernemersvereniging ’s Gravelandse polder ondersteun ik dit project van harte. Het is een mooie samenwerking tussen ondernemers, gemeente Schiedam en DCMR. En het is een aantrekkelijke regeling. Duurzaam ondernemen zit bij Magneet Communicatiecentrum in de genen. Op een ander pand van ons liggen al 65 zonnepanelen. Verder hebben we Hollandse windenergie, biogas en nagenoeg overal ledverlichting. Helaas kunnen we voor ons pand aan de Bokelweg niet aan dit project deelnemen omdat de kwaliteit van het dak niet aan de vereisten voldoet.’ mlevens@magneet.com   Richard Remmerswaal van Bakkerij Remmerswaal‘Ik vind dat iedereen de plicht heeft om de wereld goed achter te laten voor de volgende generatie. Daarom doen we graag mee met dit unieke project waarbij we zonder investering gratis zonne-energie kunnen opwekken. De gemeente Schiedam, ECONNETIC, DCMR en ondernemers vormen een goede cocktail om dit project tot een succes te maken. We hebben ongeveer 1.500m2 dakoppervlak beschikbaar, alleen wachten we nog op groen licht van de pandeigenaar.’   Potentie ‘s Gravelandse PolderDe Schiedamse bedrijfsdaken in de Spaanse en ’s Gravelandse Polder hebben met hun oppervlak van 280.000m2, een aanzienlijke potentie. ‘We zouden er zo’n 90.000 panelen op kwijt kunnen en ongeveer 25MWp geïnstalleerd vermogen kunnen opwekken. Dat betekent 22 miljoen kWh groene stroom per jaar. En dat is zo’n zestig procent van hetgeen de bedrijven nu verbruiken.

Lees verder

Opknapbeurt voor Groothandelsmarkt Spaanse Polder

De handel op de Groothandelsmarkt in de Spaanse polder draait goed, alleen het terrein en de gebouwen zijn sterk verouderd. Een opknapbeurt van 20 miljoen euro moet de handelsmarkt in groente, fruit en levensmiddelen en Rotterdam als voedseldistributiecentrum weer op de kaart zetten. Vooral \'s nachts en \'s ochtends vroeg is het een komen en gaan van vrachtwagens, bestelbusjes, leveranciers, marktkoopmannen, horeca-ondernemers en winkeliers.  \"Wij verkopen hier Arabische levensmiddelen en die gaan vooral naar Turkse en Marokkaanse supermarkten\", vertelt handelaar Hemen Jamal van Multi Food Trading. Hij is één van de zestig ondernemers op de Groothandelsmarkt en vindt dat de boel hoognodig onder handen moet worden genomen. \"Dat kan je wel zeggen ja, vooral met parkeren is het niet handig en iedereen kan gewoon binnenkomen zonder pasje.\"MiljoenenOp de Groothandelsmarkt wordt jaarlijks voor miljoenen euro\'s verhandeld maar het is er rommelig, vervallen en verouderd. Vishandel Schmidt Zeevis verruilde eerder al het centrum van de stad voor de Spaanse polder. Een gewaagde keuze met succes. Een investeerder durft nu ook 20 miljoen euro te investeren in een opknapbeurt van de Groothandelsmarkt in levensmiddelen. \"Wij gaan het gehele complex van ruim zeven voetbalvelden groot in fases slopen en daarvoor in de plaats komt er een overdekt gebouw terug waarbij het verkeer achterom wordt geleid en de handel binnen kan plaatsvinden\", vertelt Jan Brouns van investeerder Urban Industrial. Speciale aandacht bij de herontwikkeling van het gebied is er voor verduurzaming. Het vrachtverkeer wordt gescheiden van bezoekers, de afvalstromen worden beter geregeld en de koelsystemen zo energiezuinig mogelijk gemaakt. GroeiDe gemeente Rotterdam was eigenaar van de Groothandelsmarkt en is blij met de verkoop. Het levert de gemeentekas geld op maar belangrijker is de impuls voor bedrijvigheid. Wethouder Maarten Struijvenberg: \"Het voedselcluster is nogal omvangrijk in Rotterdam en de regio, 6100 bedrijven en 43000 arbeidsplaatsen en we vinden het mooi als het blijft maar ook kan groeien. De handelaren kunnen niet wachten tot de boel wordt opgeknapt. \"Tuurlijk, opknappen is één van de eerste stappen die meneer Brouns (als nieuwe eigenaar, red.) mag doen, hoop ik tenminste\", zegt handelaar Jalal lachend. Op zijn wensenlijstje staan een overkapping, betere parkeerfaciliteiten en een goede beveiliging bij de ingang.Bron: rijnmond.nl  

Lees verder

Poldermodel: SaniTronics International B.V.

Johan van Houwelingen heeft een aannemersbedrijf, een schildersbedrijf en is sinds 2010 eigenaar-directeur van SaniTronics. ‘Het gaat erom dat je goed werk levert, dan komt de sales vanzelf.’ Bedrijf: SaniTronics International B.V.Adres: Schuttevaerweg 73Werkzaamheden: Ontwerpen en bouwen van zelfreinigende wc-unitsMedewerkers: 9Website: www.sanitronics.eu Hoe kwam je op het idee om wc-units te gaan maken? Lang geleden al. Als je kinderen onderweg moeten plassen, ben je aangewezen op publieke wc’s. Niks aanraken en goed je handen wassen, riep ik dan altijd. Ik dacht toen al: dat kan beter. Later heb ik mijn idee uitgewerkt en gepresenteerd bij  SaniTronics. Zij zagen het wel zitten en vervolgens heb ik geld en tijd geïnvesteerd om het product op de markt te brengen. Toen ging SaniTronics failliet en heb ik het maar gekocht. Nu leveren we zo’n twaalf units per jaar in Nederland, België, Spanje, Zweden en Denemarken. Ik denk dat we een paar goeie jaren gaan krijgen.  Vertel eens iets over dat zelfreinigend toiletsysteem… Na elk toiletbezoek wordt alles schoongespoeld. Van wc-pot tot de vloer. De vloer – het enige dat we hier niet zelf maken – bestaat uit speciale tegels waar het water doorheen loopt. Het vuil wordt in een bak daaronder afgevloeid en komt aan de achterkant terecht in een soort goot. Verder zitten er allerlei elektronische snufjes in: een verwarmde bril, muziek en een beveiliging waardoor de wc na twintig minuten vanzelf opengaat. De bezoeker krijgt wel eerst een seintje. Installeren van de unit doen we ter plekke.  De binnenkant is dus min of meer standaard?  Ja, maar de buitenkant is variabel. Voor Stockholm zijn we nu bezig met en kubus waar aan vier zijden water langs de zijkant stroomt. Een continue waterval dus. Ziet er prachtig uit. We kunnen van de buitenkant ook een cityinformatiepunt maken. Voor Spanje maken we een combi-unit met aan de voorkant een lotenkiosk van ONCE en aan de achterkant een wc.’   Hoe maken jullie dat allemaal? ‘Ik heb gewoon hele goeie mensen in dienst. Creatieve designers en handige vakmensen.’  En…hoe ziet de pot er thuis uit? ‘Oh… niks bijzonders, een wc uit de jaren ’60. Alles doet het en de werkster maakt hem schoon.’

Lees verder

Kijkje in de keuken bij Fred en Max

Wie van bedrijventerrein Noord-West naar de Spaanse Polder rijdt, of vice versa natuurlijk, kan de nieuwe gevel met de grote witte letters aan de Matlingelaan niet missen: FM Horeca & Grootkeukens. Directeur Max Peperkoorn vertelt wat er achter deze façade schuilgaat.  FM staat voor Fred en Max. De voornamen van beide directeuren Fred Overkleeft en Max Peperkoorn. Het duo, gepokt en gemazeld in de grootkeukenbranche, besloot om net na de millenniumwisseling zelf een bv op te richten. ‘We vullen elkaar goed aan’, legt Peperkoorn uit. ‘Dat moet ook wel, want als je samen een bedrijf runt, ga je wel een soort huwelijk aan. Fred is van de techniek. Zelf heb ik twee linkerhanden, maar wel een horeca-achtergrond. Daarom kan ik klanten goed adviseren over benodigdheden in horecakeukens en de routings daarin.’  Totaalconcept In 2000 begon het duo in Berkel en Rodenrijs, waarna ze voor vijftien jaar neerstreken op bedrijventerrein Noord-West. ‘Omdat we een gezonde gestage groei doormaken, werd het daar te klein en was uitbreiden niet mogelijk. We hadden ons oog laten vallen op dit leegstaande pand aan de Matlingeweg. Na een grondige verbouwing zijn we hier in april ingetrokken.’  Trend ‘Hoe die groei tot stand kwam? Dat houdt verband met de trend die zich eigenlijk al jaren aftekent: de klant wil ontzorgd worden. In het begin leverden we grote horecakeukens, maar kregen we steeds vaker vragen als: jullie sluiten alle apparaten toch wel aan? En als er een storing is, lossen jullie dat toch wel op? Daarom hebben we in de loop der tijd een onderhoudsafdeling opgezet. Vervolgens kregen we de vraag of we ook een totaalconcept van de inrichting konden maken. Met meer kleur en wat andere materialen. Vandaar dat we er in december 2008 ontwerpers en interieurbouwers bij hebben gekregen.’ De afdelingen Grootkeukens en Service & Onderhoud – achttien mensen – opereren vanuit Rotterdam. De designstudio en de afdeling Interieurbouw – dertien medewerkers – zijn gevestigd in Eindhoven.  De eigen ‘bedrijfskantine’, waar de Rotterdamse club gezamenlijk luncht, laat een groot aantal interieurmogelijkheden zien. ‘De tafelbladen zijn in de lengte doorgezaagde en afgelakte boomstammen en het onderstel bestaat uit afgezaagde steigerpijpen. Verder is er zowel roestvrijstaal, stof als leer gebruikt.’ Kønig  Het FM-klantenbestand is zeer divers: van advocatenkantoor tot ziekenhuis en van raffinaderij tot crematorium. Peperkoorn: ‘Voor hen ontwerpen, bouwen, verbouwen, restylen en onderhouden we niet alleen bedrijfsrestaurants, horeca-keukens en instellingskeukens. Maar ook restaurantmeubilair, receptiebalies, directiekamers of hele interieurs. De meubels maken we in Eindhoven of importeren we van onze Europese leveranciers. Kwaliteit is het sleutelwoord. We gaan daarom regelmatig in hun fabrieken kijken hoe zij werken.’  Ook heeft FM een eigen private label – Kønig – in het leven geroepen. ‘Een frisse kook- en baklijn met koel- en vriesapparatuur, combi-ovens en  vaatwassers; een totaalpakket voor de horeca en grootkeukenmarkt. Alle materiaal voor een project wordt in Rotterdam verzameld en vanuit onze 220 m2 grote hal gedistribueerd.’ Tip Heeft Peperkoorn nog een goede tip voor ondernemers? ‘Twee zelfs. Zorg dat je misbaar bent. Dit bedrijf kan ook zonder beide directeuren voortbestaan. En zorg dat je blijft innoveren. Dat is essentieel voor de continuïteit. Het gevaar is, en dat weet ik uit eigen ervaring, dat de aandacht voor nieuwe dingen gemakkelijk ondergesneeuwd raakt in de dagelijkse beslommeringen. Dus maak tijd voor innovatie.’ 

Lees verder

‘Punten op tafel leggen en knopen doorhakken’

Raymond de Vries is per 1 oktober Bart van Wijk opgevolgd als projectmanager Spaanse Polder. Wie is hij? Wat zijn z’n ambities en wat kan hij voor ondernemers betekenen? Als projectmanager werkt De Vries (35) bij het projectmanagementbureau dat valt onder de directie Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Hij is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ontwikkelingen op het bedrijventerrein Spaanse Polder. De Vries studeerde Sociale Geografie aan de Universiteit Utrecht en heeft inmiddels veertien jaar werkervaring. Onder meer als projectmanager in Oud-Beijerland. In het begin van zijn carrière was De Vries projectmanager voor een regionaal bedrijventerrein in Hoekse Waard. Hij kent het klappen van de zweep. Waarom hij voor deze baan koos? ‘Als je de kans krijgt om in de mooiste stad van Nederland aan de slag te gaan, moet je dat niet laten. De dynamiek in de Maasstad is enorm. Dat geldt ook voor de Spaanse Polder. De diversiteit is er groot, niet alleen in bedrijfsgrootte – er zijn multinationals, eenmansbedrijven en alles wat er tussen zit – maar ook in sectoren: food, transport, maakindustrie. Dat maakt het boeiend. En dan is er nog het spanningsveld tussen bedrijven en gemeente. Ondernemers willen vaak sneller dan het bij de gemeente kan. Het is mijn taak om daartussen te laveren en goed te communiceren.’  Lans breken Want communicatie met ondernemers is het sleutelwoord, vindt De Vries. ‘Neem de Oostabstbrug die er de komende zomer uitgaat. Daar worden veel ondernemers in de Spaanse Polder en Noord-West niet blij van, maar als je uitlegt dat de planning daarvan te maken heeft met onderhoud aan de Maastunnel en andere infrastructurele werken in de stad, zien ze het verband en de dilemma’s waar wij voor staan en is het beter te begrijpen.’ De Vries ziet het als zijn taak de belangen van de ondernemers te onderkennen en ze goed op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. ‘Onbekend maakt onbemind, dus ik wil graag met de ondernemers in gesprek. Dat werkt het beste. Binnen de regels zijn er altijd diverse mogelijkheden. Voor goede alternatieven ben ik graag bereid een lans te breken en de samenwerking in goede banen te leiden.’ Verder kijken ‘Er ligt een goede basis in de Polder. Er is een constructieve overlegstructuur en voor zover ik het nu kan overzien, heerst er een goede flow. Van daaruit wil ik verder kijken. Waar willen we over vijftien jaar zijn? Waar kunnen bedrijven nog uitbreiden? Hoe pakken we dat aan? Wat is er dan nodig? Ik weet dat ondernemers daarover nadenken. Ik wil graag nieuwe stappen in gebiedsontwikkeling maken. Met ondernemers om de tafel om te inventariseren waar ze naartoe willen en hoe we daarbij kunnen samenwerken: punten op tafel leggen en knopen doorhakken.’  ‘Na drie jaar is het moment daar om mijn tanden eens in andere Rotterdamse projecten te zetten.   Ik heb een mooie tijd gehad als projectleider Spaanse polder, waarvan ik het contact met ondernemers een erg aangenaam onderdeel vond. In de afgelopen jaren zijn bedrijven merkbaar uit de crisis gekropen. Dat zie je aan nieuwe investeringen en de toenemende verkoop van gemeentekavels in het gebied. Met ondernemers hebben we als gemeente en goede basis opgebouwd. Onder andere door een bedrijvencontactfunctionaris, Martine van der Linde, aan te stellen en door het afstemmingsoverleg te initiëren. Bij dit tweemaandelijks overleg nemen afgevaardigden van de belangenvereniging, de ondernemers en de gemeente en de politie deel. Bovendien is een dik half jaar geleden een stadsmarinier voor het bedrijventerrein aangesteld.’ Bart van Wijk  

Lees verder

Meubelmaker met een hart van hout

Marcel Vroon maakt al 24 jaar tafels, kasten, keukens en complete interieurs voor uiteenlopende opdrachtgevers. Na zijn opleiding aan het Hout en Meubileringscollege begon hij in 1993 in zijn eigen kelder. Sinds negen jaar opereert hij vanuit zijn werkplaats aan de Pelsertstraat. Zijn materiaal? Hout. ‘Hout is een verlengstuk van mezelf.’  Binnenruimte is een meubelmakerij, interieurbouwer en ontwerpbureau ineen. Marcel Vroon werkt in dit bedrijf al meer dan twintig jaar samen met zijn vrouw Jolanda van Holten, die verantwoordelijk is voor een aantal succesvolle ontwerpen. Marcel: ‘Jolanda ontwerpt op een eigenzinnige manier. Vervolgens is het mijn taak om het te maken. Best lastig, want ik kijk naar de praktische kant. Kan dat wel met zo’n constructie? Kan dat wel met dat materiaal? Kan ik dat wel uitfrezen? Achteraf denk ik vaak: ‘Goh wat is het een mooi product geworden.’’ Schoolkapstok Een van hun succesnummers is de R3-schoolkapstok. Jolanda: ‘Ik zag bij mijn kinderen op school altijd jassen en tassen op de grond en dan ook nog eens dat eeuwige hoofdluizenprobleem. Dat moest ook anders kunnen.’ Het resultaat is verrassend: een simpel, functioneel en mooi uitgevoerde kapstok. Marcel: ‘We hebben een verrijdbare variant en eentje die aan de muur kan hangen. Boven de haken kun je spullen leggen en onderin ook. De haken zijn gescheiden met tussenschotjes, waardoor hoofdluizen niet van kraag naar kraag kunnen overkruipen. De kapstok is gemaakt van berkentriplex en afgewerkt met een UV-lak. Ik denk dat nu ongeveer zestig scholen in Nederland onze kapstok hebben. Omdat het goed loopt, heb ik onlangs flink geïnvesteerd door een computergestuurde freesmachine aan te schaffen. Nu kan ik ze helemaal zelf maken en komt er ook ander werk binnen. Zoals promotiemateriaal voor voedingsmiddelenfabrikant Johma, in de vorm van plankjes met een uitgefreesd logo.’ Diversiteit Binnenruimte werkt voor scholen, bedrijven en particulieren en voert heel verschillende opdrachten uit. ‘De ene keer gaat het om een kast, de andere keer om een zwevend bureau dat aan een paal hangt, een altaar, kinderbedjes voor Prenatal, een keuken of een complete inrichting. Op het moment ben ik, samen met compagnons, bezig aan het Acctable-project: grote ronde tafels van Accoya-hout, dat met azijn wordt verduurzaamd. Daardoor kun je hem gewoon buiten laten staan. Omdat we stagiairs hebben en gemakkelijk bij buurbedrijven personeel kunnen inlenen, kunnen we ook grote bestellingen aan.’ Ambitie ‘Wat mijn ambitie is? Om nog meer mooie, duurzame dingen van hoge kwaliteit te maken. En om wat meer mijn rust te pakken. Dat is wel eens moeilijk in een wereld waar alles gisteren klaar moet zijn. Ik ben een perfectionist en sta nog wel eens om half vijf op om in de werkplaats toch nog even iets af te maken. Maar ja, dat geeft me tegelijkertijd ook veel plezier.’ Heerlijk materiaal ‘Wat ik met hout heb? Mijn ene opa was aannemer en de andere scheepstimmerman. Misschien heb ik het van hen. Hout is gewoon heerlijk materiaal om mee te werken. Ik moet er ook altijd even aan voelen en ruiken. Ik herken de meeste houtsoorten aan de geur. Hout is een verlengstuk van mezelf.’

Lees verder