Sluit menu

Nieuws

Nieuwe inzichten

Nu de crisis niet meer alle energie opeist, ontstaat er ruimte voor nieuwe gedachten en inzichten. Dat moet ook wel, want ook de condities die een bedrijventerrein tot een goed terrein maken blijken veranderd te zijn. Hoe gaat de gemeente Rotterdam daar mee om? Er zijn veel zzp’ers bijgekomen die bij voorkeur opereren vanuit bedrijfsverzamelgebouwen met kleine werkunits en elkaar met cross over-activiteiten stimuleren. Daarnaast blijkt, als plezierige verrassing, dat bedrijven veel milieuvriendelijker zijn geworden. Ze zijn veiliger omdat gevaarlijke processen vervangen zijn en er minder schadelijke stoffen worden gebruikt, die dus ook niet overblijven of weer afgevoerd hoeven te worden. In veel gevallen zijn machines kleiner en geluidsarmer dan vroeger, terwijl de productie verveelvoudigd is. Met andere woorden: veel grote, monofunctionele terreinen zijn niet langer nodig en het is dan ook precies dáár waar de leegstand toeneemt en in sommige gevallen zelfs zorgwekkende vormen aanneemt. Behoefte van bedrijf centraal Een stad is een organisch geheel. Hier verdwijnt wat, daar ontstaat iets. Rotterdam evolueert geleidelijk van havenstad naar zakenstad. Hoe faciliteren we die verandering? Als eerste maken we een aantal gebiedsprofielen. Wat zijn de kwaliteiten van een gebied: ligt het bij een woonwijk of juist erbuiten, hoeveel ruimte is er, hoe is het met de bereikbaarheid gesteld, al dan niet met openbaar vervoer, zijn er voorzieningen zoals horeca en winkels, heeft het gebied iets unieks? De tweede stap is vooruitkijken, door trends te analyseren en te zien welke ruimte een bestemmingsplan biedt. Verder moeten we alert en flexibel zijn ten aanzien van de kansen die zich voordoen en moeten we niet bang zijn voor experimenten. Voorheen was het terrein het uitgangspunt en werden daar de geschikte bedrijven bij gezocht. Tegenwoordig staan de behoeften van een bedrijf centraal en de vraag waar het bedrijf het beste tot zijn recht komt. Nieuwe instrumenten De conclusie is dat op bedrijventerreinen, net als op de kantorenmarkt, de leegstand snel oploopt en niet meer vanzelf verdwijnt. Terwijl de vraag naar goede bedrijfshuisvesting blijft. Oude instrumenten als acquisitie zullen blijven, maar zijn onvoldoende. Nieuwe instrumenten zijn nodig. Beter nog, een andere manier van kijken en handelen. De markt heeft het voortouw en de gemeente kan het de markt gemakkelijker maken door kennis in te brengen, procedures te vereenvoudigen en partijen bij elkaar te brengen.

Lees verder

Bestemmingsplan is ‘er door’

Het bestemmingsplan voor de Spaanse Polder is ‘er door’, eindelijk. Wat betekent dit plan voor ondernemers, voor de toekomst van de polder en waarom heeft het vaststellen van een bestemmingplan zoveel voeten in de aarde? Jim Ekkelenkamp is strategisch adviseur bij de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam en sinds twee jaar manager Bestemmingsplannen. Saaie materie, zo op het eerste gezicht. ‘Niets is minder waar’, vindt Ekkelenkamp. ‘Er zijn altijd veel partijen die er belang bij hebben hoe een gebied eruit gaat zien. Daar gaan heel wat overleggen, discussies en gelobby overheen voordat iedereen min of meer tevreden is. Dat is ook bij bestemmingsplan Spaanse Polder het geval geweest.’ Milieucategorie 5 In 2003 en 2004 is er een ontwikkelingsvisie gemaakt voor Spaanse Polder. ‘Dat is een grove schets van waar we met de polder naar toe willen. Het plan om de Polder te revitaliseren in de periode 2005-2015 is daar een onderdeel van. Er is destijds duidelijk gekozen voor een bedrijventerrein. Spaanse Polder heeft nu zelfs milieucategorie 5 gekregen. Dat betekent dat ook de zware (chemische) industrie zich hier mag vestigen, met uitzondering van olieraffinaderijen of kerncentrales, die behoren tot de hoogste klasse, categorie 6. Dit houdt wel in dat bedrijfsvreemde elementen, zoals kantines van verenigingen, detailhandel en woningen – zie ook het kader over woonboten – niet meer in de Spaanse Polder thuishoren.’ Faciliteren Dat de totstandkoming van het bestemmingsplan lang heeft geduurd, heeft een aantal oorzaken. Ekkelenkamp noemt er een paar. Er waren verschillende ontwikkelingen gaande waar we rekening mee moesten of konden houden. Er waren bijvoorbeeld ontwikkelingen bij de Groothandelsmarkt, de Van Nellefabriek - die vanaf 21 juni 2014 op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat – en Schmidt Zeevis die zich in Spaanse Polder gaat vestigen. Een bedrijf als Schmidt verwelkomen we graag in de Polder, alleen moesten we wel weten wat hun plannen precies zijn. In welke volumes en hoe hoog willen ze bouwen bijvoorbeeld. Dan zouden we het bestemmingsplan daarop kunnen aanpassen, of: dan zouden we dat kunnen faciliteren, zoals wij dat noemen.’ Getouwtrek Verder hanteert de provincie Zuid-Holland strenge regels met betrekking tot kantoorruimte en detailhandel. ‘Af en toe zijn daar gesprekken voor nodig om te zorgen dat die regels in sommige gevallen niet zo strikt worden toegepast’, vertelt Ekkelenkamp. ‘Omdat dat beter is voor iedereen. Schmidt Zeevis wil een verkooppunt bij hun vestiging. Valt dat onder detailhandel? Daar moet je over praten. Dat is ook het leuke van het maken van bestemmingsplannen. Er is altijd getouwtrek, waardoor het bestemmingsplan een tijdje kan stilliggen, maar je komt er altijd uit.’ Helderheid Ekkelenkamp is blij als er weer een bestemmings-plan af is. ‘Dat is beter voor alle partijen. Voor de Spaanse Polder is de situatie nu duidelijk. Iedereen weet welke activiteiten, met welke milieubelasting je waar mag ontplooien en op welke manier. Ook is nu helder waar je mag bouwen, hoe hoog je mag bouwen en in welke volumes. Het is een uitgangspunt waar iedereen zich aan moet houden.’ Woonboten Het bestemmingsplan voor de Spaanse Polder is vastgesteld, maar voor de woonboten is er een voorlopige voorziening aangevraagd. De gemeenteraad heeft beslist dat de woonboten niet in het gebied kunnen blijven. De bewoners van de Woonboten hebben echter bezwaar gemaakt tegen die uitspraak bij de raad van State. Binnenkort is de definitieve uitspraak bekend. 154 bestemmingsplannen Rotterdam heeft 154 gebieden waarvoor een bestemmingsplan nodig is. De gemeente beschikt sinds een paar jaar over een speciaal team Bestemmingsplannen. Tachtig procent van de plannen zijn nu actueel. Veertig bestemmingsplannen zijn nog onderhanden. Vier fases van een bestemmingsplan Startfase Alle partijen die belangen hebben bij het gebied - DCMR, grote ondernemingen, stadsontwikkeling bijvoorbeeld – komen aan tafel. Zij praten over alle ontwikkelingen in het gebied, zodat er een goed beeld ontstaat van wat er speelt. De startfase mondt uit in een startnotitie, een globale schets waar het college van burgemeester en wethouders zijn toestemming aan geeft. Ontwerpfase Het team Bestemmingsplannen maakt een ontwerp waarbij DCMR en de provincie hun opmerkingen plaatsen. Vaak maakt ook een milieu-effectrapportage deel uit van deze fase. Vaststellingsfase Het ontwerp ligt ter inzage en iedereen mag zijn zienswijze daarop indienen. De gemeente kijkt of deze zienswijzen gehonoreerd worden. Als een zienswijze ten onrechte niet is gehonoreerd, kan de gemeenteraad beslissen dat er een hoorzitting over moet komen. De gemeenteraad stelt vervolgens het plan vast. Voor Spaanse Polder is dit op 1 juli 2013 gebeurd. Onherroepelijk verklaring Als je vindt dat je zienswijze onterecht is afgekeurd, kun je nog beroep aantekenen bij de Raad van State. Omdat de Raad van State veel dossiers heeft, kan de behandeling van je beroep lang duren. Ondertussen gaat het proces wel gewoon door. Afslag 12 vroeg twee ondernemers naar hun bevindingen over het proces van de totstandkoming van het bestemmingsplan. Aad Beemster, directeur van de Bevago-groep: ‘De communicatie tijdens de totstandkoming van het bestemmingsplan vond ik erg verwarrend. En dan druk ik mij nog zacht uit. De Bevago-groep bezit panden in zowel het Schiedamse als in het Rotterdamse deel van de Spaanse Polder. Het is fnuikend als die twee gemeenten niet op één lijn zitten. Je weet als ondernemer niet waar je aan toe bent. Voor het Schiedamse deel zit ik in een klankbordgroep, maar dat heeft vooralsnog geen enkel effect. Er is een autosloperij bijgekomen waar de auto’s vijfhoog staan opgestapeld. Dat lijkt me niet in overeenstemming met het bestemmingplan of in de geest van de revitalisering. De gemeente Schiedam werkt mee aan de verkoop van objecten op strategische plekken, wat het plan van revitalisatie volledig doorkruist. Noch DCMR, noch de gemeente Schiedam onderneemt daar tot op heden iets tegen. Verder is het verwarrend dat in de loop van het proces van het clusterbeleid is afgeweken. Berichten over die koerswijziging heb ik nooit ontvangen. Ook de communicatie bij de gemeente Rotterdam schiet ernstig tekort. Ik ben drieënhalf jaar bezig geweest om een bepaald kaveltje te bemachtigen. Degene die erover ging, presteerde het om drie maanden lang niet op e-mail of telefoon te reageren. Dat zijn voor ondernemers onaanvaardbare handelswijzen.’ Bette Holterman van Holterman Autoschade: ‘In 2011 werd er een ingrijpende wijziging van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Die wijziging is echter niet bij de belangenverenigingen of bij de ondernemers terechtgekomen. Via via ben ik daarachter gekomen. Vooral voor ons bleek die van belang omdat de straat waaraan we gevestigd zijn, definitief zou worden afgesloten. Ik heb een ochtend lang moeten bellen voor ik iemand van de gemeente te pakken had die ik kon duidelijk maken waar ik het over had. Ik dacht dat de gemeente er was om burgers te informeren en niet andersom. De contactpersonen die ik had, bleken intern herplaatst of op vakantie. ‘Het ligt op de Coolsingel’, was uiteindelijk het antwoord. Moest ik daar dan zelf maar gaan zoeken? Daarna kwam er een brief waarin een spoedbijeenkomst werd gepland, maar waarin ook werd onderstreept dat de inspraakprocedure inmiddels was gesloten. We hebben daar onze mening geventileerd, maar nooit meer iets vernomen. Een andere opmerkelijke actie vond plaats rondom het clusterbeleid. Ons was beloofd dat ondernemers daarover als eerste ingelicht zouden worden. Tot mijn grote verbazing waren wij ineens ingedeeld in het ‘foodcluster’. Dat heeft voor een autoschadeherstel-bedrijf nogal wat consequenties. Met andere ondernemers hebben we ernstig bezwaar gemaakt, met als gevolg dat het clusteren niet doorging. En dan lees je later in de stukken dat dit in goed overleg gebeurd zou zijn.’ Draagvlak voor vorm van zelfbeheer groeit Op woensdag 10 september jl vond een vervolgbijeenkomst plaats over zelfbeheer in de Spaanse Polder. De kopgroep van zestien die in juni hiervoor een intentieverklaring tekende, blijkt inmiddels fors uitgebreid. En dat is goed nieuws. Want een stevig draagvlak is een noodzakelijke stap naar een vorm van zelfbeheer. De bijeenkomst was een vervolg op een eerdere bijeenkomst op 16 juni waar de zestien grootste ondernemers in de polder een intentieverklaring tekenden tot verdergaande samenwerking rondom het beheer van de polder. Een belangrijke doelstelling die tijdens die bijeenkomst werd geformuleerd was het creëren van een breed en stevig draagvlak. Met ruim veertig aanwezige ondernemers blijkt de steun inderdaad fors toe te nemen. ‘Maar we zijn er nog niet’, waarschuwt Frank Kapsenberg, voorzitter van de Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP). ‘Ik hoop dat u bij de volgende bijeenkomst opnieuw een of twee buren meeneemt zodat het draagvlak als een olievlek uitbreidt.’ Ondernemers als collectief ‘Draagvlak’ en ‘krachtenbundeling’. Het zijn ook de sleutelwoorden in het betoog van Henk van der Beek, directeur vervoersbedrijf RMC, en voorzitter van MKB Rotterdam. Op uitnodiging van de BVSP vertelt hij hoe het MKB tegen zelfbeheer van ondernemers aan kijkt. ‘Het College streeft ernaar dat Rotterdam de lijst meest ondernemersvriendelijke stad van Nederland aanvoert. Helaas is Rotterdam op die lijst gezakt van nummer 10 naar 36. Daarover is het MKB met het College in gesprek. Punt is dat de gemeente eigenlijk niet goed weet wat Rotterdamse ondernemers willen. Er is geen gezamenlijke visie. De uitdaging is dus dat we als collectief de krachten bundelen en speerpunten formuleren. Dan krijgen we de overheid ook mee.’ Meedoen loont De heer Putmans begeleidt ondernemersverenigingen en maakt duidelijk waar krachtenbundeling van ondernemers op een bedrijventerrein toe kan leiden: ‘In Eindhoven is het gelukt om voor alle projecten die onder de noemer ‘leefbaarheid en veiligheid’ vallen, vijftig procent cofinanciering van de gemeente te krijgen. Ook zijn er duidelijke afspraken gemaakt over tijdige informatie rondom wegwerkzaamheden en bereikbaarheid, vlot herstel en onderhoud van de openbare ruimte, de aanstelling van een terrein-conciërge in een wsw-constructie. En als de veiligheid goed geregeld is, is het mogelijk kortingen te krijgen op verzekeringspolissen.’ De samenwerking leidt bovendien tot mooie nieuwe initiatieven. Putmans: ‘Zo hebben ondernemers een eenvoudige databank opgezet waarin zij boventallig personeel én vacatures melden. Op deze manier worden er maandelijks 35 vacatures onderling opgevuld. Dat scheelt direct in de wervingskosten.’ Boter bij de vis Mooie voorbeelden, maar zoals iedere ondernemer weet, gaan de kosten voor de baten uit. Kapsenberg: ‘Concreet moeten we nu investeren in een revisie van onze gezamenlijke camerabeveiliging. We vragen u daarom om een bijdrage van 250 euro per ondernemer. En dat is niet alles wat ik van u vraag. De BVSP is bezig om inzichtelijk te maken wat de afvalinzameling ons momenteel kost en hoe dat goedkoper kan. Dus geef ons alstublieft inzage in die facturen! Tot slot: we moeten blijven investeren in verdere krachtenbundeling, want daar valt of staat alles mee.’ Steunt u dit initiatief ook, en wilt u een uitnodiging ontvangen voor de volgende bijeenkomst? Stuurt u dan een e-mail naar het secretariaat van de BVSP: dannyhoutman@scoron.nl  

Lees verder

Spitsmijdende diensten: Vier vliegen in één klap

Door gebruik te maken van slimme, handige en duurzame anti-file diensten, maken we de bedrijven in de Spaanse Polder gezamenlijk beter bereikbaar voor klanten, medewerkers en goederen. Bovendien kunnen we met veel spitsmijdende diensten tijd en geld besparen en bijdragen aan een beter milieu. Dat zijn niet twee, maar vier vliegen in één klap. Onlangs schreef De Verkeersonderneming een aanbesteding uit voor innovatieve spitsmijdende diensten, die de bereikbaarheid van Rotterdamse bedrijven verbeteren. Hierop kwamen ruim dertig inzendingen binnen. Daar zitten interessante alternatieven voor ondernemers in de Spaanse Polder tussen, zoals: Zoeff Vanaf het OV-station Schiedam rijdt een deur-tot-deur pendelbus voor werknemers en bezoekers naar de bedrijventerreinen Rotterdam-Noordwest en Spaanse Polder. Tijdens de spits rijdt de dienst structureel en daarbuiten op afroep via een handige app of telefonisch bij de centrale. Zoeff is een prima aanvulling op het huidige openbaar vervoernetwerk. Door de deur-tot-deur service hoeven reizigers geen grote afstanden meer te overbruggen naar of van de bushaltes binnen het gebied. Een rit kost ongeveer € 1,75. Kijk voor meer informatie op www.zoeff-rotterdam.nl. Initiatief: Rotterdamse Mobiliteit Centrale. Fietsen verleer je nooit Werkgevers leasen een e-bike voor hun medewerkers. Voordelen zijn: fittere werknemers, geen vertraging meer door files, lagere reiskosten. Door subsidie van De Verkeersonderneming ontvangen werknemers een beloning voor elke gerealiseerde spitsmijding. Kijk voor meer informatie op www.fietsenverleerjenooit.nl. Initiatief: Mobylis B.V. TripManager Auto nodig? TripManager brengt de huurauto naar het werk en haalt hem daar ook weer op. Zo gebruik je alleen een auto als je hem echt nodig hebt. Kijk voor meer informatie op www.tripmanager.nl. Initiatief: TripManager. Geïnspireerd? Kijk voor meer duurzame anti-file diensten op: www.marktplaatsvoormobiliteit.nl

Lees verder

Poldermodel: GPR Meubelfournituren

GPR Meubelfournituren B.V., van oorsprong Gebr. Peters B.V., is een fournituren-groothandel voor meubelstoffeerderij, meubelindustrie, woning-en project-inrichting en leverancier van stoffeerdersbenodigdheden, meubelstoffen en (kunst)leer in Nederland, België en Duitsland. In 2000 vestigde GPR zich in de Spaanse Polder, waar het bedrijf absoluut niet meer weg wil, zegt directeur Ronald Peters. Bedrijf: GPR Meubelfournituren Adres: Sevillaweg 90 Werkzaamheden: groothandel voor woninginrichting en meubelstoffering. Medewerkers: 10 Website: www.gpr-rotterdam.nl Wat is de historie van GPR? Het is een echt Rotterdams familiebedrijf, in 1936 opgericht in Krooswijk door mijn opa. Daarna runden mijn vader en mijn oom de zaak. Zelf kwam ik hier in 1985 werken en in 1992 nam ik het bedrijf over. Toen in 2000 mijn broer Arthur mededirecteur werd, was er opnieuw sprake van ‘gebroeders Peters’, maar we voeren liever onze merknaam GPR. Die naam gebruiken we ook voor onze eigen productenlijn. Waarin onderscheiden jullie je? Wij zijn leverancier van vele A-merken, tot genoegen van onze klanten. Wat GPR uniek maakt is het feit dat we nooit een keuze hebben gemaakt tussen óf meubelstoffering óf woninginrichting, zoals de meeste bedrijven in onze branche. We zijn altijd beide markten blijven bedienen. Voor woning- en projectinrichting hebben we een breed assortiment aan artikelen, waaronder alle soorten raam- en vloerbedekking. (Luxaflex, gordijnstoffen, harde- en zachte vloerbedekking, tapijten, laminaat, houten vloeren, pvc-vloeren, etc.) Door onze grote kennis van materialen en technieken spelen we vaak een adviserende rol. Hoeveel werknemers heeft GPR? We zijn met tien mensen. Al onze medewerkers leiden we allround op, zodat ze kennis hebben van én de meubelindustrie én de woninginrichting. Iedere medewerker van GPR moet een echte duizendpoot zijn. Waar ben je trots op? Op onze flexibiliteit, ons brede assortiment en onze vakkennis. Zo hebben we ons gespecialiseerd in lijm en garen. Met succes, want hoewel de meubelindustrie een krimpende markt is, is de afzet van GPR/SABA- lijm, juist gegroeid in deze markt. Daarnaast leveren we lijm aan de jachtbouw, rubberindustrie, auto-beklederij, etc. We geven klanten professioneel advies over de juiste verwerkingsmethode, want er is altijd maar één manier van lijmen de beste manier. Garen leveren we ook aan meerdere branches, zoals de kledingindustrie, vlaggenmakerij, boekbinderijen, etc. Heel leuk en leerzaam voor ons. In de woninginrichting zijn we het aanspreekpunt voor de klant en proberen hem zoveel mogelijk regelwerk uit handen te nemen. Ook dat doen we goed, want we krijgen zelden klachten. Bevalt de Spaanse Polder? Toen ik in 2000 een andere locatie zocht, trok dit terrein me helemaal niet aan. Toch zijn we hierheen verhuisd, want hier konden we genoeg grond kopen voor nieuwbouw. Nu wil ik hier absoluut niet meer weg. Vooral qua logistiek is deze plek perfect, dicht bij de snelweg, centraal in de randstad en goed bereikbaar voor klanten.

Lees verder

BVSP Ondernemers investeren in de toekomst

De Spaanse Polder moet schoon, heel en veilig! Om meer grip te krijgen op het onderhoud en beheer van de bedrijfsomgeving streeft de BVSP naar een vorm van parkmanagement.  De eerste stap is gezet. Op 16 juni jl. tekenden de 16 grootste bedrijven in de polder een intentieverklaring tot verdergaande samenwerking. Waarom Parkmanagement? In 2015 loopt het revitaliseringprogramma van De Spaanse Polder af. De bemoeienis van de overheid met de polder zal op een lager pitje komen te staan en ook het beschikbare overheidsbudget zal kleiner worden. Nu is dus hét moment waarop wij als ondernemers zelf de regie moeten pakken om de Spaanse Polder vitaal en aantrekkelijk te houden. Met parkmanagement kunnen we de volgende zaken zelf regelen: collectief beheer en onderhoud van de openbare ruimte gezamenlijke afvalverwerking het uitbouwen van de collectieve beveiliging afspraken maken met de gemeente Rotterdam en Schiedam over financiering en taakverdeling onderling afspraken maken over onderhoud directe bedrijfsomgeving op termijn eventueel gezamenlijke inkoop van energie, uitbreiding van camerabewaking en surveillance, en meer verlichting Wat is de rol van de BVSP? De Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP), waarin een groot deel van de ondernemers verenigd is, maakt zich sterk voor parkmanagement. Een groot draagvlak is daarbij van groot belang; hoe meer bedrijven zich aansluiten, hoe beter. Als collectief vormen we een stevige gesprekspartner voor de overheid. Dat is belangrijk want gemeenten zijn zelf ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de buitenruimte en voor handhaving van de wet- en regelgeving. We moeten dus afspraken maken over de taakverdeling en over de mogelijke financiering daarvan. Hoe nu verder? Op 10 september om 16.00 uur komen de betrokken bedrijven opnieuw bij elkaar (locatie Au Marché). In de tussentijd willen we zoveel mogelijk kleine en grote bedrijven uit de Spaanse Polder betrekken bij dit initiatief. Daarnaast wordt hard gewerkt aan een concreet plan van aanpak. De reeds participerende bedrijven zullen hun buren en bevriende relaties persoonlijk uitnodigen voor deze bijeenkomst. Steunt u ons initiatief en wilt u erbij zijn in september? Laat het ons weten door een mail te sturen naar Danny Houtman (secretariaat BVSP): dannyhoutman@scoron.nl en zegt het voort! Tijdens de algemene ledenvergadering op 12 juni 2014  zijn twee nieuwe bestuursleden benoemd. Het gaat om de heer Özcan Atilgan, directeur GOB (links) en de heer Mehmet Kolay, directeur van Stahlie-Cam Automaterialen BV (rechts).

Lees verder

De polder als gangmaker

In de polder wordt geld gemaakt. Maar er wordt ook geld terug geïnvesteerd in de samenleving. Menig bedrijf in de Spaanse Polder sponsort sociaal-maatschappelijke activiteiten: sport- of culturele evenementen, goede doelen, plaatselijke non-profitorganisaties zoals een sportvereniging, school of kinderboerderij. Andere bedrijven zetten zich massaal in voor ‘NL doet’, maatjesprojecten of de Roparun. ‘We gaan graag duurzame verbintenissen aan’ Doornbos Equipment verhuurt en verkoopt hoogwerkers, heftrucks, verreikers, hogedrukpompen en vacuüm-units. Het materieel wordt ingezet voor een scala aan werkzaamheden: van scheepsonderhoud en gevelrenovaties tot op- en afbouwwerkzaamheden voor festivals en evenementen. Doornbos is een familie-bedrijf dat al meer dan 50 jaar in de Spaanse Polder is gevestigd. Er werken zo’n 90 mensen op de vestigingen in Rotterdam, Amsterdam, Engeland en Frankrijk. Het bedrijf sponsoort al vele jaren een aantal grote evenementen in Rotterdam. Directeur Denise Doornbos: ‘Wij stellen materieel beschikbaar voor de jaarlijkse CHIO (Concours Hippique International Officiel), aan Like2Run (de organisatie achter de Ladies Run, City Pier City en de Marathon Rotterdam) en aan City Racing Rotterdam. Ook zijn we al jaren Gildelid van het Rotterdams Philharmonisch Orkest waarmee we het orkest financieel ondersteunen. Daarnaast leven we soms materieel uit aan kleinere evenementen zoals het zeilspektakel Skûtsjessilen op de Kralingse Plas en de restauratie van het Havenmuseum. We krijgen veel aanvragen en maken zelf de keuze wat we wel en niet sponsoren. Vaak gaat het om verzoeken van zaken-relaties of personen met wie we een band hebben. Waarom we dit doen? Vanuit onze betrokkenheid; we zijn een bedrijf dat graag duurzame verbintenissen aangaat. We voelen ons verantwoordelijk en willen een steentje bijdragen aan de stad Rotterdam; de omgeving waar we zakelijk maar ook persoonlijk mee verbonden zijn.’ ‘Een mooi boek over de liefde van Rotterdamse kunstenaars voor hun materiaal’ Directeur Frank Kapsenberg van Kapsenberg van Waesberge bv Print media Services, is de drijvende kracht achter de Belangenvereniging Spaanse Polder. U kent hem wel, de man achter het voorwoord van dit blad. Maar Kapsenberg zet zich belangeloos in voor veel méér dan de ondernemers in de polder. ‘Wij verzorgen regelmatig drukwerk ‘om niet’. Van een sponsorblaadjes voor de plaatselijke hockey-vereniging tot drukwerk voor SIRE (Stichting Ideële Reclame). En we doen ook wel mee aan allerlei acties die voorbij komen en die we goed vinden. Een paaseitjesactie voor een gehandicaptenstichting of speculaaspoppen om een andere goed doel te steunen. Mits de kwaliteit maar goed is, en het doel zelf natuurlijk. Verder sponsoren we deelnemers aan de Alpe d’HuZes en de Roparun. We drukken soms postertjes of ander materiaal voor opdrachtgevers die zich zelf inzetten voor een goed doel, zoals bijvoorbeeld een congres waar het Oogziekenhuis Rotterdam bij betrokken is. Een erg leuk project waar we – samen met fotograaf Twan de Veer en ontwerp-bureau Vuurrood – onlangs aan meewerkten, is het boek ‘Uit de Hand’. Een boek waarin de liefde voor hun materiaal van 11 Rotterdamse kunstenaars heel mooi in beeld is gebracht. Dat zijn dingen waar we zelf ook plezier aan beleven en graag aan bijdragen.’ ‘In onze visie op duurzaamheid verdient alles en iedereen een tweede kans’ ‘Op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en duurzaamheid is Oranje B.V. een voorloper’, vertelt Gert Jan de Gier, directeur commerciële zaken. ‘Onze in 2011 overleden directeur Freek Oranje was een echte visionair. Hij heeft het duurzaam amoveren uitgevonden, oftewel het hoogwaardig recyclen van vrijkomende materialen. Naast duurzaam recyclen is Oranje specialist op het gebied van asbestsanering en bodemsanering. We willen met onze bedrijfsactiviteiten bijdragen aan een gezonde balans tussen People, Planet en Profit. Maar we investeren ook in nieuwe kansen voor mens, maatschappij en milieu. Zo zijn we aangesloten bij diverse platforms zoals MVO Nederland, Rotterdam Climate Initiative, Rotterdam Cirkelstad en Ik zit op Zuid (IzoZ). De laatste twee platforms richten zich op leer-/werk-trajecten voor mensen met een lagere opleiding of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bij Oranje leiden we deze mensen op in ons eigen opleidingscentrum en nemen hen in dienst als het goed gaat. In onze visie op duurzaamheid verdient alles en iedereen een tweede kans. We sponsoren goede initiatieven zoals de Oranje Foundation, opgericht door en vernoemd naar Freek Oranje. Deze foundation biedt de helpende hand aan kinderen in een achterstandspositie. Een leuk initiatief dat we sinds kort financieel ondersteunen is Pole Soccer@, een soort ‘straatvoetbal’ in een speciale voetbalarena die bij evenementen snel kan worden opgebouwd. Pole Soccer@ heeft een samenwerkingsverband met Feyenoord en de focus ligt op sportparticipatie, gezondheid, talentontwikkeling en sociale contacten voor alle kinderen, zonder onderscheid. Ook hebben we dit jaar de Alpe d’HuZes gesponsord door een van de deelnemende teams te voorzien van een bus en een financiële bijdrage. Het team heeft 85.000 euro bij elkaar gefietst, een mooi resultaat!’

Lees verder

De polder als sociaal bloeinest

In de Spaanse Polder groeit en bloeit meer dan het onkruid tussen de stoeptegels. Jongeren leren er een vak of vinden er een baan. Diverse bedrijven in de polder bieden stageplaatsen, leerwerkplekken en banen aan mensen met een arbeidshandicap of een afstand tot de arbeidsmarkt. Jaap Kuipers, eigenaar van Kuipers Zeilmakerij aan de Bornissestraat: ‘Iemand die wil werken en het vak wil leren, kan hier prima functioneren’ Kuipers begon zijn bedrijf in 1992 in Pernis en verhuisde in 2012 naar de Spaanse Polder. Het bedrijf is gespecialiseerd in afdekzeilen en bootkappen voor de watersport en industriële afdekkingen voor met name de scheepvaart en offshore. Een uniek product is de ‘paardenbroek’, ontworpen om paarden die te water zijn geraakt, op te takelen. Deze wordt vooral geleverd aan brandweercorpsen. Bij de zeilmakerij werken vijf man in vaste dienst en daarnaast is er regelmatig een leerling in tijdelijke dienst. De medewerkers hebben uiteenlopende achtergronden, vertelt Kuipers. ‘Er zit een schoenmaker bij, mensen uit de confectie-industrie maar ook mensen die nog nooit achter een naaimachine gezeten hebben. Dit is een specialistisch vak waar geen opleiding voor bestaat. Dus als er nieuwe mensen binnenkomen, dan leren ze het vak in de praktijk.’ Een van Kuipers’ medewerkers kwam circa zes jaar geleden binnen via de BGS (een Schiedams Wsw (Wet sociale werkvoorziening)-bedrijf). ‘Op een dag werd ik gebeld door de gemeente Schiedam met de vraag of ik een man met een oorlogstrauma kon plaatsen. Omdat hij een prima beoordeling van zijn vorige werkgever had en bereid was om het vak te leren, heb ik ‘ja’ gezegd. Het is een handige man die hier goed functioneert. Soms heeft hij een dip. Ik ben geen therapeut maar ik hou wel rekening met zijn mogelijkheden en beperkingen. Hij wordt vanuit de BGS begeleid.’ Vorig jaar heb ik hier nog een Wsw’er gehad. Maar dat pakte niet goed uit, hij kon het psychisch niet aan en is na ongeveer een jaar vertrokken. Het is voor mij vrijwel onmogelijk om mensen met de juiste ervaring te vinden. Dus iemand die wil werken en het vak wil leren, kan hier in principe functioneren. Dat geldt ook voor mensen die om psychische of andere redenen minder snel aan de bak komen.’ Wsw wordt Participatiewet De huidige Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gaat per 1 januari 2015 op in de Participatiewet. De gemeente wordt dan verantwoordelijk om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (inclusief arbeidsgehandicapten) aan het werk te helpen. Door de Participatiewet kunnen mensen die nu met een Wsw-regeling op detacheringsbasis bij een bedrijf werken, in dienst komen. Gemeente en werkgever bepalen samen wat de reële loonwaarde is van de betreffende werknemer. De gemeente vergoedt het verschil tussen de loonwaarde en 70 procent van het wettelijk minimumloon. Naast deze loonkostensubsidie blijft ook de werkbegeleiding (jobcoaching) door de gemeente bestaan. Ramon Dölle, unitmanager Groepsdetacheringen bij dienst Werk en Inkomen: ‘In het sociaal akkoord hebben werkgevers afgesproken 100.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (tot 2026). Er blijft daarnaast ook een voorziening voor beschut werk overeind, bedoeld voor mensen die een aangepaste (beschutte) werkplek nodig hebben.’ Voor de uitvoering van de Participatiewet worden 35 arbeidsmarktregio’s opgericht waarin gemeente, UWV, werkgevers en werknemers samenwerken. Voordeel is dat bedrijven niet meer met verschillende instanties te maken hebben maar met een contactpersoon uit het regionale arbeidsmarktnetwerk. De Participatiewet is ook voor werkgevers in de Spaanse Polder interessant. Dölle: ‘We hopen het voor werkgevers aantrekkelijk en makkelijk te maken om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Niet het hebben van een vacature moet het uitgangspunt zijn maar werk dat blijft liggen, of is ondergebracht bij mensen met een te hoge opleiding voor dat werk. Het gaat om eenvoudige werkzaamheden waar geen speciale scholing of kennis voor nodig is. Door bijvoorbeeld functies op te knippen en het eenvoudige werk in één functie onder te brengen, creëer je een extra baan en nieuwe kansen voor mensen die niet zo snel ander werk kunnen vinden.’ Meer weten over wat de Participatiewet voor uw bedrijf kan betekenen? Neemt u dan contact op met Marcel Steenbergen, senior accountmanager Werkgeversservicepunt Rijnmond. T: 010-2677976/ 06-13159860 E: mwjm.steenbergen@rotterdam.nl W: www.wsprijnmond.nl  Jan Kerremans, directeur Operationele Zaken bij Verstegen Spices & Sauces: ‘Al onze medewerkers zijn deel van de Verstegen-family’ De foodindustrie is een belangrijke bedrijfstak in de Spaanse Polder. Verstegen Spices & Sauces biedt werkgelegenheid aan mensen met een Wsw-indicatie. Daarnaast voert het bedrijf een actief beleid op het gebied van stages en opleidingsplaatsen. Dat is mooi, want er zijn volop kansen in de food. Verstegen Spices & Sauces is in 1886 opgericht en sindsdien actief binnen alle segmenten van de foodbranche: gericht op de industrie, de retail en de consument. Het familiebedrijf heeft 370 mensen op de loonlijst staan en biedt daarnaast werkgelegenheid aan 100 arbeidsgehandicapten. ‘Deze mensen hebben een Wsw-indicatie en werken gedeeltelijk op onze inpandige werkplaats en gedeeltelijk op de afdelingen in de productie,’ vertelt Jan Kerremans. ‘Het gaat om eenvoudige werkzaamheden die niet machinaal gedaan kunnen worden. Denk aan het afvullen van laurierblaadjes; dat moet gewoon handmatig. Vroeger besteedden wij dit werk uit aan sociale werk-plaatsen maar zo’n tien jaar geleden hebben we hier een eigen werkplaats ingericht. Nu komen de mensen bij ons en maken ze deel uit van de Verstegen-family. Ze zeggen: “Ik werk bij Verstegen” in plaats van “Ik werk bij een sociale werkplaats”. Dat geeft een stuk trots.’ De begeleiding van deze medewerkers is in handen van werkmeesters vanuit de gemeente Rotterdam en Schiedam. Daarnaast voert Verstegen een actief beleid op het gebied van training en opleidingen. Kerremans: ‘We zijn al een aantal jaar bezig om vmbo-leerlingen te interesseren voor de foodindustrie, en starten hier binnenkort zelfs mee op basisscholen. We geven gastlessen over de mogelijkheden en ontwikkelingen binnen de food-industrie en via snuffelstages proberen we kinderen warm te maken voor een baan of opleiding bij ons bedrijf. Sinds dit jaar hebben we vijf mbo’ers in dienst op een leerwerkplek. Ze werken vier dagen en gaan één dag in de week naar school. Wij betalen hun opleiding en brengen hen in de praktijk alle kneepjes van het vak bij. Na twee jaar zijn ze all round food operator en hebben meteen een baan. De wens is om dit verder uit te breiden want de werkgelegenheid in deze sector neemt de komende jaren alleen maar toe.’ Behalve de leerlingen lopen er altijd wel een paar stagiaires rond bij Verstegen. ‘We werken nauw samen met verschillende vmbo- en mbo-scholen: Melanchton, Lentiz, InHolland en het Wellant’, zegt Kerremans. ‘En ook binnen onze eigen Food Academie bieden we tal van cursussen en trainingen. Bijvoorbeeld over de complexe wet- en regelgeving op het gebied van food, en taalcursussen voor medewerkers die contacten hebben met onze buitenlandse vestigingen.’ ‘Na mijn diploma kan ik hier blijven werken en ook nog verder doorleren’ De 29-jarige Hisham kwam 3,5 jaar geleden uit Palestina naar Nederland en volgt sinds 10 maanden de tweejarige mbo-opleiding tot all round food operator. Hij is getrouwd en heeft een kind. Het gezinsleven combineert hij met vier dagen per week werken bij Verstegen en een dag per week naar school (Lentiz). ‘Ik ben erg blij met deze opleiding. Na mijn diploma kan ik hier blijven werken en ook nog verder doorleren. Het is een mooie kans, zeker omdat ik nu ook goed Nederlands leer spreken. De opleiding is interessant, ik leer van alles over machineonderhoud, allergenen, grondstoffen en de wetten en regels voor de voedselindustrie. Tot nu toe heb ik al mijn examens gehaald!’ ROTTERDAMMERS WERKEN! Van mei tot eind 2014 loopt het pilotproject ROTTERDAMMERS WERKEN! in de Spaanse Polder. Met dit project wil de gemeente Rotterdam mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in contact brengen met ondernemers. De gemeente wil maatwerkoplossingen bieden zonder extra regelwerk en neemt alle administratieve rompslomp uit handen, zorgt voor begeleiding en advies en ondersteunt met verschillende (financiële) middelen om de eventuele plaatsing tot een succes te maken. De aanpak is eenvoudig. Via een zogenoemd ‘prettig gesprek’ organiseren de projectleiders een groepsbijeenkomst tussen ondernemers en een aantal kandidaten. Per keer worden 30 kandidaten (werkzoekenden) uitgenodigd bij een bedrijf dat zich voor dit project heeft opgegeven. Door prettig met elkaar in gesprek te gaan, ontwikkelen de kandidaten meer zelfvertrouwen en krijgen ondernemers op hun beurt zicht op de kwaliteiten van de kandidaten. Wilt u meer weten over dit project? Of heeft u plaats voor onbenut talent in uw bedrijf? Neem dan contact op met Kees de Ruwe (06 – 51 92 63 46) of Yvonne van Amstel (06 – 24 23 59 84).

Lees verder

De polder als ‘melkkoe’

Jarenlang werd het beeld van de Spaanse Polder beheerst door nachtelijke straatraces, verkeersopstoppingen, louche handelaren en illegale activiteiten. En nog steeds kleeft er iets van dat verloederde gebied van weleer – waar met een omvangrijk herstructureringsprogramma ruim 45 miljoen in is geïnvesteerd – aan het huidige imago van de polder. In dit nummer van Afslag 12 presenteren wij een andere kant van de medaille. De polder als een op volle sterkte draaiende motor voor de economie van Rotterdam. Een melkkoe die niet alleen de ondernemers zelf een goede boterham oplevert maar die ook nog eens elk jaar miljoenen in de gemeentekas laat vloeien. Feiten & de cijfers Maatschappelijke waarde De bedrijventerreinen Spaanse Polder en ‘s-Graveland-Zuid bieden werk aan ruim 10.000 personen in ruim 900 bedrijven. De bedrijven maken daarnaast meer dan gemiddeld gebruik van tijdelijk extra personeel. Bovendien is de bedrijvigheid in de polder goed voor nog eens 5.000 afgeleide banen. Het gaat vooral om werkgelegenheid voor laag- en middenhoogopgeleid personeel. Ruim zestig procent van de werknemers is afkomstig uit Rotterdam en Schiedam. Daarmee is de maatschappelijke waarde van de polder voor Rotterdam groot. Soorten bedrijven In de Spaanse Polder zijn vooral veel bedrijven gevestigd op het gebied van bouw & industrie, zakelijke dienstverlening en groot- en detailhandel. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van de polder bedraagt drie miljoen per hectare per jaar. Deze wordt bepaald door de gebouwen die er op staan en de mensen die er werken en producten en diensten opleveren. Een rekensommetje: De Spaanse Polder is 190 ha groot. Dus 190 x 3 miljoen = 570 miljoen euro. Erfpachtcanon De opbrengst in 2014 aan erfpachtcanon en afkoop van contracten wordt geschat op € 4.440.000,–. Daar staat tegenover dat de gemeente ook veel geld investeert in het bouwrijp maken van de grond. Opbrengst OZB De opbrengst van de OZB-gebruikersbelasting bedroeg in 2013 € 840.000,–. De opbrengst van de OZB-eigenaarsbelasting bedroeg in 2013 € 1.332.000,–. Uitgangspunt voor de hoogte van de belasting is de WOZ-waarde van het pand. Opbrengst precario- en reclamebelasting De gemeente heft ook precario- en reclamebelasting. Reclamebelasting geldt voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Precariobelasting is van toepassing op voorwerpen die in de openbare ruimte staan. Er is geen specificatie voor deze opbrengsten vanuit de Spaanse Polder. ‘De Spaanse polder is zonder twijfel een steady economische motor voor Rotterdam’ Bart van Wijk is sinds 1 maart de nieuwe project-manager Stadsontwikkeling voor (onder meer) de Spaanse Polder. Van Wijk studeerde bestuurskunde in Rotterdam en werkte eerder als projectmanager voor Rotterdam CS, Winkelboulevard Zuid, het Stadionpark en het bedrijventerrein Gadering in Hoogvliet. Wij vroegen hem naar de resterende looptijd van de herstructurering en naar de betekenis van de Spaanse Polder voor Rotterdam. De herstructurering van de Spaanse Polder loopt in 2015 af. Wat moet er nog gebeuren? ‘In de voorgaande jaren zijn er forse ingrepen en investeringen gedaan in de Spaanse Polder. Vooral op het gebied van de infrastructuur en bereikbaarheid, de herontwikkeling van kavels, het beheer van de openbare ruimte en de handhaving. Ook in de branchering heeft de gemeente actief gestuurd. Er staat nog een aantal projecten op stapel, de quatronde loopt op schema en daarna volgt nog de herinrichting van de Almstraat/Vlisstraat. Ook zijn er nog kavels die een nieuwe invulling moeten krijgen. We willen daarover met een aantal ondernemers in gesprek en werken samen met Rotterdam Partners: de promotor van de Rotterdamse economie, die als verbindende schakel fungeert tussen bedrijfsleven, instellingen en het bestuur van de gemeente Rotterdam.’ En na 2015? ‘De gemeente zal De Spaanse Polder niet ineens loslaten. De geplande werkzaamheden zullen deels nog doorlopen in 2015. Dat geldt ook voor het invullen van lege kavels. Verder blijft de gemeente verantwoordelijk voor zaken als handhaving, beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Wel is het zo dat de rol van de overheid geleidelijk verandert: van initiatiefnemer en organisator naar facilitator. We zullen dan ook goed luisteren naar de wensen en behoeften van ondernemers en kijken hoe we daar als gemeente ondersteunend in kunnen zijn. Dat vereist ook dat we intern nog meer en beter samenwerken. Belangrijk in deze context is hoe de samenwerking met de ondernemers zich verder gaat ontwikkelen, hoe zij zich verder onderling gaan organiseren en hoe zij tegen de taakverdeling met de gemeente aankijken. Daarover gaan we komend jaar in gesprek.’ Hoe is de samenwerking met Schiedam? ‘Schiedam heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de herstructurering van haar deel van de polder. Haar focus lag bij de uitvoering van het beeldkwaliteitsplan en het parkeerbeleid. We zullen gezamenlijk blijven optrekken als het gaat om de verdere ontwikkeling van de polder. Binnenkort heb ik overleg met mijn Schiedamse collega waarbij de situatie na 2015 zeker ter sprake zal komen.’ Wat betekent de Spaanse Polder voor Rotterdam? ‘Zonder twijfel is de Spaanse Polder een economische motor van betekenis voor Rotterdam. Er wordt hier veel geld verdiend voor de stad. Het levert een breed scala aan werkgelegenheid op voor zowel hoog- als laagopgeleiden. En het is een groot gebied, zeker als je Noord-West erbij rekent. Bovendien is er het unieke voordeel van de havenbekkens waardoor bedrijven met watergebonden activiteiten zich hier kunnen vestigen. Ik verbaas me altijd weer over de vele bijzondere bedrijven in de polder: groot en klein, handel en maakindustrie, en heel veel familiebedrijven.’

Lees verder

Poldermodel: Shield Group

Wie over de Matlingeweg op Noord-West rijdt, kan het bijna niet ontgaan: de karakteristiek gebogen metalen gevel van het Shield Group gebouw. Operationeel directeur Frank-Maarten Gribnau is al meer dan tien jaar verknocht aan het bedrijf, dat van asbestinventarisaties uitgroeide tot een volwassen, breed en toonaangevend adviesbureau in Europa. Bedrijf: Shield Group Adres: Hongkongstraat 5 Werkzaamheden: Testen, inspectie en consultancy gecombineerd met educatie en data services op het gebied van gevaarlijke stoffen, gevaarlijke microbiologie, gevaarlijke werksituaties en brandveiligheid. Medewerkers: 880 wereldwijd, van wie 180 in Rotterdam Website: www.shield-group.nl Wat zien jullie als je missie? Wij zorgen voor een veilige werk- en leefomgeving. Onze slogan is Keeping the future in shape. Dat doen we door onderzoek en analyses op het gebied van gevaarlijke stoffen, maar steeds vaker doen we dit uitgebreid: met een gedegen advies voor de langere termijn waarbij meer dan één risicogebied word afgedekt. Daarnaast bieden we opleidingen om klanten te helpen hun risicobewustzijn te verhogen en meer inzicht te geven in nodige of overbodige maatregelen. Ook leveren we dataservices: op die manier heb je je objectrisico’s digitaal in kaart en kun je ze periodiek en moeiteloos aanpassen aan de actualiteit. Over welke gevaarlijke stoffen hebben we het eigenlijk? Asbest, legionella, schimmels en gevaarlijke gassen. Eigenlijk nog breder: alles waardoor je werk- of leefomgeving onveilig kan zijn. Hoe is het eigenlijk allemaal begonnen? Mijn broer Joris richtte in 1998 samen met een vriend het asbestinventarisatiebureau Oesterbaai op. In 2003 fuseerde dit bedrijf met het laboratorium voor legionella- en luchtonderzoek AS Bioconsult en gevaarlijke vezel onderzoeksbureau & laboratorium Fibrecount uit België en werden we de Shield Group. Ikzelf ben in 2003 bij het bedrijf gekomen, dat sindsdien enorm gegroeid is, in eerste instantie autonoom en vanaf 2011 door overnames. Hoe groot zijn jullie nu dan? Inmiddels werken we met 880 mensen in Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Ik vind het mooi om te zien dat we daarbij niet alleen geografisch gegroeid zijn: in sommige landen hebben we bijzondere expertises, waar collega’s in andere landen van kunnen leren. En de mensen zelf zijn meegegroeid met ons bedrijf: we zijn een klantgedreven, inventief, toekomstgericht en solide bedrijvengroep. Dat past heel goed bij Rotterdam, en het grappige is dat we eigenlijk in bijna alle landen waar we actief zijn, in de havenstad zitten. Dat kan geen toeval zijn. Ik denk dat je een bepaalde mentaliteit zoekt, en dat het daardoor sneller klikt. En de toekomst, blijven jullie groeien? Ja, maar niet zo snel meer als in de afgelopen tien jaar. Ambitieus zijn we uiteraard wel: op ons verlanglijstje staan landelijke dekking in Frankrijk en Duitsland en het over de grens brengen van vormen van dienst-verlening die binnen de groep aanwezig zijn. Wordt Rotterdam Noord-West al te klein voor jullie? Nee hoor. Sowieso hebben we dit pand in eigendom en helemaal naar onze eigen wensen ingericht. Verder zijn we goed ingeburgerd: we hebben tankpassen van de benzinepomp hier vlakbij en Eetcafé Noord-West komt hier elke werkdag broodjes brengen. En de nabijheid van uitvalswegen naar Den Haag, Amsterdam, Utrecht en het Zuiden en natuurlijk Rotterdam Airport vind ik ook heel prettig. Wij blijven hier met veel plezier!

Lees verder

Samenwerking verlaagt criminaliteitcijfers

Ook in de Spaanse Polder en op de aangrenzende bedrijventerreinen gebeuren zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Door allerlei bezuinigingen moet de politie roeien met de riemen die ze heeft. Ook ondernemers ontbreekt het soms aan middelen voor een afdoende beveiligingssysteem. Maar wanneer verschillende partijen de handen ineenslaan, blijkt er veel mogelijk. Wijkagent Leen Dekker vertelt… Brandstofdief ingerekend ‘Bij bedrijfsbezoeken die ik zo nu en dan afleg, hoorde ik ondernemers regelmatig klagen over brandstofdiefstal. Maar aangiftes daarover zag ik nooit. Veel te veel moeite, was dikwijls het excuus van de ondernemers. Maar ja, geen aangifte, geen zaak. Vaak moet ik dan uitleggen dat je voor het doen van aangifte de deur niet uit hoeft. Je kunt het zo via www.politie.nl regelen. Al snel daarna rolden de aangiftes binnen en konden we, samen met een gedupeerde ondernemer, actie ondernemen. De ondernemer hing een camera op, bekeek de beelden en ontwaarde een patroon in de diefstallen. Vervolgens was het een kwestie van afwachten en inrekenen. De dader bleek twintig jerrycans in zijn kleine bestelauto te hebben staan en bekende de diefstallen. Het aantal brandstofdiefstallen in het gebied is inmiddels met 85% gedaald.’ Straatraces in de kiem gesmoord ‘Het was ons al vaker opgevallen dat er zich onder het A20-viaduct aan de Giessenweg ’s avonds zo’n tien jong volwassenen ophielden. Niets aan de hand, alleen als het er veertig worden en er steeds meer ‘sportieve’ auto’s bijkomen, ga je natuurlijk extra opletten. Op een avond kregen we een melding dat er ‘een paar imbecielen door de Spaanse Polder scheurden’ en konden we aan bandensporen zien dat er geracet werd. We hebben besloten dit ongewenste gedrag in de kiem te smoren. De algemene plaatselijke verordening (APV) bevat een artikel waarin staat dat samenscholing verboden mag worden als er wanordelijkheden dreigen. De sanctie op het overtreden van de verordening is zo’n 250 euro per persoon. We hebben de Giessenweg vervolgens gedeeltelijk afgesloten en de APV en de sanctie op mobiele matrixborden gezet. Daarnaast zetten we een videowagen in die alle kentekens registreerde van bestuurders die zich tevergeefs voor een race-avontuurtje kwamen melden. Dit hebben we in samenwerking met de verkeerspolitie en de gemeentewerf vier weken volgehouden. Sindsdien is het er rustig.’ Succesvolle kentekenplaten-vastschroefacties ‘Kentekenplaten zitten niet meer, zoals voorheen, aan de carrosserie van de auto vastgeschroefd. Veel platen kunnen gemakkelijk in en uit een kunststof houdertje worden geklikt. Ideaal voor kentekenplatendieven, die zo lekker snel kunnen ‘werken’. Een groot aantal nietsvermoedende bezoekers van de industrieterreinen hebben dat al aan den lijve ondervonden. Daarom hebben we nu, samen met ondernemers, zoals RMC en de autobedrijven A-parts, Lagendijk en Blok, drie succesvolle kentekenplatenvastschroefacties gehouden. Bij tankstations of op parkeerplaatsen boden we aan om de kentekenplaten vast te schroeven met een popnagel (officieel een blindklinknagel). Deze nagel werkt als een holle wandplug en is dus veel moeilijker los te krijgen. De nagels worden netjes afgewerkt met een geel dopje. Ook een voorbeeld van een succesvolle gezamenlijke actie die ons veel positieve reacties opleverde. Bijkomend voordeel: je hoort nog eens wat.’

Lees verder

Samenwerken en netwerken

Crisis verandert perspectief gemeente Hoewel de geruchten over het einde van de crisis sterker worden, zullen de effecten ervan nog wel een tijdje voelbaar blijven. De kaarten zijn inmiddels anders geschud en taken en verantwoordelijkheden zijn onomkeerbaar verschoven. Zowel ondernemers als overheden vragen zich af wat hen nu te doen staat. De stad Rotterdam beschikte voor de crisis over veel geld. Geld dat verdiend werd met uitgeven van grond en investeren in vastgoed. Met deze financiële middelen konden andere projecten, zoals het bouwen van parkeergarages, de aanleg van tunnels en bruggen en het herontwikkelen van in verval geraakte stadsdelen min of meer afgedwongen worden. Die tijd is voorbij. De grond is op en de reserves zijn verdampt. De machtspositie van toen bestaat niet meer, maar wat is er dan wel? Los van de wettelijke taken, waar zit de meerwaarde die het bestaan (en de kosten) van een ambtelijk apparaat rechtvaardigen? Netwerken De meerwaarde van een gemeente nieuwe stijl is gelegen in haar unieke positie. Het is de plek waar alle beleidsvelden samenkomen. De gemeente bezit dan ook als geen ander de mogelijkheid om een verbindende schakel te zijn in een groot en heel verscheiden netwerk. Dat is haar nieuwe inzet voor de samenleving. Dit lijkt geen grote omwenteling, maar dat is het wel. De gemeente beseft dat bescheidenheid de nieuwe norm is, dat zij meer naar buiten zal moeten treden en positieve energie aan haar netwerk moet toevoegen. Parkmanagement Samenwerken en zoeken naar nieuwe oplossingen is de nieuwe standaard, waarbij iedere partij vooral moet doen waar hij of zij goed in is. De gemeente zorgt voor de regie, het bredere perspectief en het beheersbaar houden van de regels. Marktpartijen zorgen voor het economisch haalbaar maken van de plannen. Een goed voorbeeld is de Belangenvereniging Spaanse Polder die het parkmanagement naar zich toe trekt. Er zijn gesprekken gaande over hoe bestaande gemeentelijke onderhoudsbudgetten anders ingezet kunnen worden.

Lees verder

Perspectief voor parkmanagement in de Spaanse Polder

De overheid trekt zich meer en meer terug. Dat vraagt om een duidelijke visie van ondernemers op parkmanagement. Op donderdag 13 maart jongstleden troffen de directeuren van de Top 20 bedrijven in de Spaanse Polder elkaar om hierover van gedachten te wisselen. ‘Waar staan we in de Spaanse Polder als het gaat om samenwerking tussen de bedrijven? Wat kunnen we met parkmanagement? En wie gaat dat betalen?,’ trapt Frank Kapsenberg voorzitter van de BVSP de bijeenkomst af. Wim van Sluis, oud-wethouder Haven, Economie en Milieu en Werkgelegenheid (Leefbaar Rotterdam, 2002 – 2006) die ooit het startsein gaf voor de revitalisering van de Spaanse polder: ‘We hebben te maken met een overheid die zich steeds meer terugtrekt. U kunt als ondernemer voorkomen dat het gebied weer afglijdt. Voorwaarde is dat je het samen moet willen, dat je er tijd en aandacht aan geeft, ook op de lange duur. En dat je ook bereid bent financieel bij te dragen.’ Dittie Blom van de dienst Stadsontwikkeling verduidelijkt dat de overheid zich steeds meer zal beperken tot haar kerntaak: de zorg voor de openbare veiligheid en de openbare ruimte. ‘We moeten het met minder mensen en minder budget stellen. Vraaggericht werken is bij ons het sleutelwoord. Uw initiatief wordt dus steeds belangrijker.’ Marlies Mulder, directeur van De Zakenpartner (een bedrijf dat ondernemersinitiatieven ondersteunt): ‘De vraag is: wat wil je dat het oplevert? Denk aan voorzieningen waar je gezamenlijk van profiteert zoals veiligheid, onderhoud, afvalinzameling, bereikbaarheid.’ Piet Bakker, directeur van Ecoplanet (een organisatie die vormen van parkmanagement faciliteert) is positief over een gezamenlijke aanpak: ‘Dat het wat oplevert is evident: er zijn voorbeelden van gezamenlijk afval inzamelen waarbij de deelnemende bedrijven vijftien tot zestig procent kosten besparen.’ BIZ De BVSP staat positief tegenover de invoering van BIZ (bedrijveninvesteringszone) als vorm van parkmanagement en onderzoekt momenteel de mogelijkheden hiervoor. Niek Ooijevaar van het Havenbedrijf Rotterdam: ‘Binnen een BIZ investeren alle ondernemers gezamenlijk in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Bij voldoende draagvlak betalen alle bedrijven verplicht mee. De ondernemers bepalen zelf waarin ze extra willen investeren. Het gaat om maatregelen aanvullend op de basistaken van de gemeente. De BIZ-bijdrage is afhankelijk van de WOZ-waarde. De gemeente heft en int de bijdrage via de OZB-aanslag en hevelt het volledige bedrag vervolgens als een subsidie over naar de BIZ-­organisatie.’ Het belangrijkste voordeel van BIZ is dat het zogenaamde freeriders voorkomt, een risico dat wel kleeft aan enkel OZB-verlaging. Fundament Om draagvlak te creëren voor parkmanagement in de vorm van BIZ, start de BVSP een pre-BIZ-traject, vooruitlopend op de nieuwe BIZ-wetgeving die naar verwachting in 2015 van kracht wordt. In eerste instantie zal de BVSP dit traject oppakken met de Top 20 bedrijven om een stevig fundament te ontwikkelen. De gemeente is voorstander van een vorm van parkmanagement in de Spaanse Polder en stelt een bedrag beschikbaar om dit verder te ontwikkelen. Het visiedocument ‘Parkmanagement 2.0 in de Spaanse Polder’ is op te vragen bij het secretariaat belangenvereniging Spaanse Polder via 010 - 262 29 89 / 010 - 462 04 01 of info@bvspaansepolder.nl

Lees verder

SEW-EURODRIVE: Alles draait om beweging

Kermisattracties, transportbanden, machines en havenkranen. Oftewel ‘alles wat beweegt en waar geen rook uitkomt’. Dat is in het kort de markt waarop SEW-EURODRIVE onbetwist marktleider is. De wereldspeler op het gebied van aandrijftechniek heeft vijftien fabrieken en 75 montagehallen, verspreid over 47 landen. Sinds 2000 behoort ook het ‘oude’ Vector aan de Industrieweg volledig tot dit mondiale netwerk. De laatste jaren is flink geïnvesteerd in de locatie. Met trots geven Jaap Moree, manager Finance & Control, en Louis Duijser, Training & Communicatie, een rondleiding door het pand. Jaarlijks worden in de Spaanse Polder 40.000 à 45.000 aandrijftechnische eindproducten geassembleerd voor de Nederlandse markt, zoals motorreductoren, frequentieregelaars en tandwielkasten. Ze worden toegepast op uiteenlopende plaatsen, van de Fata Morgana in De Efteling tot de conveyorbanden op Schiphol of machines in de levensmiddelenindustrie. ‘We leveren niet alleen kwaliteitsproducten’, vertelt Moree, ‘maar ook innovatieve oplossingen voor de vaak complexe aandrijf- en besturingstechnische vragen van klanten. Daarvoor hebben we de specialistische kennis in huis.’ Perspectief Enkele jaren geleden overwoog SEW-EURODRIVE twee mogelijkheden: verhuizen uit de Spaanse Polder en nieuwbouw plegen of de bestaande locatie opknappen. Uiteindelijk zag het bedrijf in de laatste optie het meeste perspectief. ‘Pluspunten van de Spaanse Polder zijn de goede bereikbaarheid en de nabijheid van het centrum’, legt Jaap Moree uit. ‘Bovendien komen onze medewerkers uit de buurt en zitten we hier qua oppervlakte ruim in ons jasje. Daarom hebben we besloten flink te investeren in het opknappen en moderniseren van onze Rotterdamse vestiging. Daarnaast hebben we drie verkoop- en servicesteunpunten in Zutphen, Purmerend en Grubbenvorst. Ook in die regio’s bedienen we de klanten dus dichtbij huis. In totaal werken er 140 medewerkers bij ons bedrijf.’ Lean en strak Paradepaardje van de renovatie is de nieuwe assemblagehal. In april 2012 verhuisde in één weekend tijd het hele productieproces van de achterste hal naar de voorste. De hal is lean en strak ingericht met montage-eilanden en geavanceerde aandrijftechnische installaties. ‘De laatste tien jaar zijn we steeds efficiënter gaan werken,’ vertelt Moree. ‘We streven naar een minimale verspilling van tijd en materiaal. Zo is ons productieoppervlak nu 3.500 m2, dat is slechts veertig procent van het oude oppervlak, maar toch is onze productie gestegen en onze levertijd sneller.’ ‘We showen onze locatie graag aan de buitenwereld’, voegt Louis Duijser toe, die de pr onder zijn hoede heeft. ‘Daarom organiseren we vaak kosteloos lean seminars, waarin we onze aanpak presenteren en geven we rondleidingen. Dat doen we niet alleen voor klanten, maar ook voor andere organisaties, zoals banken en ziekenhuizen. Daarnaast nodigen we regelmatig studenten van technische en bedrijfskundige opleidingen uit. Onze kennis en expertise delen we graag met anderen, bijvoorbeeld via onze gratis workshop “Aandrijfspecialist in één dag”.’ Metamorfose Niet alleen de montagehal is nieuw. Ook de kantoren, vergaderkamers en het restaurant ondergingen een metamorfose. ‘Leuk was dat medewerkers konden meedenken over de nieuwe werkomgeving’, vertelt Duijser. ‘Alles is ergonomisch verantwoord en uitgerust met de nieuwste snufjes. Er is zelfs een fitnessruimte. In ons bedrijf krijgen medewerkers kansen om opleidingen te volgen en zich mentaal te ontwikkelen, maar nu kunnen we ook fysiek in beweging blijven.’ Moree: ‘We hebben onlangs een nieuw tijdsregistratiesysteem ingevoerd om flexibele werktijden mogelijk te maken. Want medewerkers die hun privé- en werktijd goed kunnen combineren, zijn productief en gemotiveerd. Door mee te bewegen met de tijd, creëren we nieuwe perspectieven en win-winsituaties.Alles draait om beweging.’ SEW EURODRIVE ziet de toekomst rooskleurig in. ‘We zijn goed door de crisis gerold en verwachten dit jaar een all time high in onze omzet te realiseren,’ besluit Moree. ‘In de Spaanse Polder zitten we voorlopig goed en we gaan ons hier meer profileren. We worden lid van de Belangenvereniging Spaanse Polder en willen samen met de gemeente en onze medeondernemers in de polder werken aan verbeteringen, zoals een oplossing voor de parkeeroverlast.’ 69 jaar Rotterdamse aandrijftechniek In 1945 starten drie gedreven Rotterdammers met de verkoop van aandrijfcomponenten onder de naam Verwaaijen & Co Aandrijvingstechniek B.V. Later verandert de naam in Vector Aandrijftechniek. Al snel gaat Vector producten leveren van het Duitse SEW-Eurodrive. SEW introduceerde het modulaire systeem van motorreductoren. Met een beperkt aantal onderdelen worden vele duizenden varianten gebouwd waarbij de assemblage voor een deel plaatsvindt in het land van afzet. Vector groeit. In 1963 verhuist het bedrijf naar de Industrieweg 171 en in 1971 naar een nog groter pand aan de Industrieweg 175. Daar rollen de eerste zelf geassembleerde SEW-motorreductoren van de band. Het bedrijf telt in 1987 voor het eerst meer dan honderd medewerkers en behaalt in 1993 als een van de eerste bedrijven het kwaliteitszorgcertificaat ISO 9001. In 1998 verkoopt Vector de miljoenste motorreductor! In het begin van de 21ste eeuw wordt Vector een volledige dochter­onderneming van SEW-EURODRIVE, dat inmiddels wereldwijd meer dan 14.500 medewerkers heeft. In 2011 verandert de naam Vector Aandrijftechniek in SEW-EURODRIVE B.V.

Lees verder

Geef krakers geen kans

‘Kraken is van alle tijden’, zegt Leen Dekker, al ruim vijf jaar wijkagent in de Spaanse Polder. ‘Ze waren er voor mijn tijd en ze zullen er daarna ook zijn.’ Dekker heeft het over de min of meer vaste groep mensen die zich in de polder verschanst in verschillende leegstaande bedrijfspanden. Waarom wilt u ondernemers waarschuwen? ‘Het is een groep die niet kraakt uit idealisme. Deze groep streeft ernaar om zich zoveel mogelijk te onttrekken aan elke vorm van sociale controle. Het gekraakte pand op het bedrijventerrein dient als uitvalsbasis van hun activiteiten.’ Wat voor activiteiten? ‘Doorgaans geen activiteiten waar de maatschappij iets aan heeft. We hebben gekraakte panden aan­getroffen die aan de binnenkant compleet gesloopt waren en ontdaan waren van alle koper, lood en andere waardevolle spullen. Andere panden waren bezaaid met hennepplanten, gestolen spullen en hondenstront. Geen zaken die de herstructurering van de Spaanse Polder goed doen.’ Kan de politie ze er niet uitgooien? ‘Dat ligt gecompliceerd. Allereerst hebben we te weinig mankracht om altijd in de polder aanwezig te zijn. Bovendien was kraken voor oktober 2010 niet strafbaar en zou dat met de nieuwe Kraakwet, die op de genoemde datum inging, anders moeten zijn. Maar deze wet heeft niet het beoogde resultaat. Het Openbaar Ministerie (OM) moet bepalen of we tot actie mogen overgaan. Daarbij kijkt het OM hoe lang het pand al leeg staat, wat de eigenaar ermee van plan is en of het in verhuurbare staat is. Bovendien kijkt het OM of de eigenaar genoeg heeft gedaan om kraken te voorkomen. Doet de eigenaar in de ogen van het OM te weinig moeite, dan kunnen we geen actie ondernemen. De eigenaar kan dan niets anders doen dan via een civiele procedure ontruiming afdwingen. Dit is sowieso een zaak die geld, moeite en energie kost. Zaken die je beter voor ondernemen kunt gebruiken.’ Wat is de oplossing? ‘Geef de krakers geen kans. Wat niet verhuurd wordt, verpaupert. Zorg dat dat niet gebeurt. Heb je een leegstaand pand, biedt dan bijvoorbeeld onderdak aan beginnende ondernemers of kunstenaars. Plaats wat simpele tussenwandjes en verhuur het voor een zacht prijsje. Dan is het bewoond en krijgt de Spaanse Polder de uitstraling die het verdient. Ben je als bedrijf gevestigd naast een leegstand pand, houd dan je ogen extra open. Want ondernemers maken samen de buurt. De uitstraling van het bedrijventerrein gaat alle ondernemers aan.’

Lees verder

Poldermodel: Aldowa plaatwerk

Al heel wat gevels zijn door Aldowa plaatwerk in een metalen jasje gestoken. Het bedrijf houdt de gevelbekleding van ontwerp tot montage in eigen hand. ‘Onze kracht ligt in maatwerk’, zegt eigenaar Allard Droste. ‘Ieder gebouw dat we bekleden, krijgt een eigen karakteristieke uitstraling.’ Bedrijf: Aldowa plaatwerk Adres: Overschieseweg 32 Eigenaar: Allard Droste Werkzaamheden: aluminium gevelbekleding, plaatwerk, zetwerk en walsen Medewerkers: 35 Website: www.aldowa.nl Waar komt de naam Aldowa vandaan? ‘Al’ staat voor  aluminium, ‘do’ en ‘wa’ slaan op de namen van de vroegere eigenaars, die hier veertig jaar geleden met het bedrijf zijn gestart. Ik heb de zaak zeven jaar geleden gekocht samen met Jan Boom, die toen al werknemer van Aldowa was. Wat doen jullie precies? We bekleden gevels met metaalplaatwerk van 2 à 3 mm dikte. Voor ieder gebouw maken we een jasje op maat. Geen standaardproduct maar projectgebonden ontwerpen waarvoor we al in een vroeg stadium met de architect om de tafel gaan zitten. De productie doen we hier in onze eigen werkplaats en de montage ter plekke doen we ook zelf. In dat opzicht is Aldowa  ouderwets. Maar ook betrouwbaar, we bieden onze klanten korte lijnen en snelle doorlooptijden. Heb je iets veranderd aan het bedrijf? Vroeger was er een sterke hiërarchie, nu is iedereen gelijk aan elkaar. Geen aparte afdelingen, geen hoofden. Alles loopt kriskras door elkaar en iedereen denkt mee. We doen het echt samen. Noem eens een project waar je trots op bent? De bekleding van de Markthal Rotterdam aan de Blaak is een spectaculair en spraakmakend project waar we op dit moment aan werken. De boogvormige hal is 40 meter hoog en we bekleden de hel boog aan de binnenkant met 4.000 beprinte platen, die samen een ontwerp vormen van de kunstenaar Arno Coenen. De hal wordt in november 2014 geopend.  Groeit Aldowa zelf niet uit zijn jasje? Sinds zeven jaar groeien we elk jaar met tien procent en ontwikkelen we ons steeds meer van toeleverancier naar partner van de klant. Als die lijn zich voortzet, ligt uitbreiding voor de hand. Ik zal dan eerst de mogelijkheden daarvoor in de Spaanse Polder verkennen. Deze plek bevalt ons goed, zeker nu het terrein stukje bij beetje wordt opgeknapt.

Lees verder

Bereikbaarheid versus veiligheid

Een goede bereikbaarheid is cruciaal voor ondernemers. Klanten moeten per slot van rekening makkelijk bij een bedrijf kunnen komen en ondernemers moeten zelf ook eenvoudig hun goederen of producten kunnen verplaatsen. ‘Helaas ondermijnt deze goede bereikbaarheid de veiligheid van het gebied’, zegt Leen Dekker, wijkagent Spaanse Polder. ‘Ons industrieterrein heeft qua bereikbaarheid kennelijk niet te klagen’, vindt Leen. ‘Weliswaar liggen er in het kader van de revitalisering om de zoveel tijd een paar straten uit, maar daar komen mooie straten voor terug. Rondom de polder helpen de autosnelwegen A20 en A13, en binnenkort de A4, je snel op weg. Daarnaast zijn er nog een aantal goede doorgaande uitvalswegen vanuit Schiedam, Overschie en Spangen. Misschien vindt u het raar, maar ik zie daarin, als politieman, toch evenveel nadelen als voordelen. De Spaanse polder is zo gemakkelijk te bereiken, dat het terrein dus ook heel eenvoudig weer te verlaten is.’ Toezichtmodel ‘Door de veelheid van straten en in- en uitvalsmogelijkheden is het moeilijk een goed toezichtmodel te hanteren’, vindt Leen. Moeten we nu op elke hoek een camera plaatsen of een beveiliger of agent neerzetten? ‘Als dat zou kunnen. Dan zou criminaliteit instorten en zouden er ook slechte economische tijden voor het dievengilde aanbreken.’ Parkeren Dan zit er nog een ander nadeel aan de goede bereikbaarheid van de polder: het maakt parkeren eenvoudig. En ook dat houdt de ondernemers bezig. ‘Het lijkt er op dat ondernemers geen voorstander zijn van betaald parkeren in de Spaanse Polder. Aan de andere kant biedt het ook mogelijkheden. Met name voor ondernemers die voor hun eigen grond betalen. Een hek eromheen en zelf parkeergeld heffen, dát is nog eens ondernemersgeest. En u blijft altijd goed bereikbaar en voor klanten is er altijd plek.’ Vrachtwagens Ondernemers in het Schiedamse gedeelte van de Spaanse Polder en in een gedeelte van de ’s-Gravelandse Polder kijken wellicht anders tegen betaald parkeren aan. Leen: ‘Deze bedrijventerreinen zijn aan een aantal zijden omgeven door betaaldparkeergebieden. Dus zoeken veel mensen mogelijkheden om onbetaald te parkeren, bij ondernemers voor de deur. Op de Schuttevaerweg heeft dat ertoe geleid dat de voor vrachtwagens aangelegde parkeervakken – breder en langer – worden ingenomen door niet betalende personenauto’s uit de omliggende wijken. Deze vrachtwagenparkeerplaatsen worden nu afgeschermd door speciaal geplaatste borden. Nadeel is wel dat de politie en stadstoezicht regelmatig langs moeten komen om bonnen te schrijven.’ Ideale mix Omdat betaald parkeren steeds meer aan terrein wint, zoeken vrachtwagenchauffeurs op hun beurt ook de nog gratis plekken op om te overnachten. ‘Maar de ondernemer zit niet te wachten op een rijtje geparkeerde vrachtwagens voor de ingang van zijn bedrijf’, weet Leen. ‘Een goede oplossing hiervoor weet niemand op dit moment. Misschien moeten alle partners in de polder het eens hebben over de gewenste modus en op zoek gaan naar de ideale mix van bereikbaarheid, parkeergelegenheid en een integraal veiligheidsbeleid.’

Lees verder

Blijft de Polder bereikbaar?

De goede bereikbaarheid van Spaanse Polder, ’s Gravelandse Polder en NoordWest is een groot pluspunt van deze industrieterreinen en een belangrijk argument voor bedrijven om zich hier te vestigen. Maar hoe ontwikkelt die bereikbaarheid zich de komende jaren? Rotterdam staat met maar liefst vier files in de nationale filetopvijf, met de A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein met stip op één. Slibt de ruit van Rotterdam langzaam dicht? Wat doen overheden daaraan? En wat kunnen ondernemers zelf doen? ‘Er ligt genoeg infrastructuur om Rotterdam heen, het probleem is alleen dat mensen daar te vaak tegelijk gebruik van willen maken’, zegt Hans Stevens, programmamanager bij de Verkeers­onderneming. ‘Er is dus een gedragsverandering nodig.’ De Verkeers­onderneming is opgericht in 2008 als een initiatief van het Havenbedrijf, de stadsregio, de gemeente Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat. Aangezien de Rotterdamse haven de motor van de economie in de regio en Nederland is, wilden alle partijen er met de oprichting van De Verkeers­onderneming voor zorgen dat het verkeer in en om Rotterdam blijft doorstromen. Dichtslibben De Verkeersonderneming voert een tweeledig programma uit, gericht op het oplossen van infrastruc­turele knelpunten en het aanbieden van reisalter­natieven. ‘Als we niets doen slibben de wegen rondom Rotterdam, zoals de A20, langzaam dicht’, waarschuwt Hans. ‘Zeker als het doortrekken van de A4 voltooid is en als het op de Tweede Maasvlakte gaat draaien. We hebben uitgerekend dat we ongeveer 16.000 auto’s uit de spits moeten halen op de wegen rondom Rotterdam, wil het verkeer soepel doorstromen. We bedenken alternatieven om dit aantal ‘spitsmijdingen’ te halen.’ Gedragsverandering Aan wat voor soort alternatieven moeten we denken? Hans: ‘De mogelijkheden zijn divers. Soms zijn het werkgevers die kunnen bijdragen door flexibele werktijden of thuiswerken toe te staan. Andere keren zijn het werknemers die we ondersteunen bij de aanschaf van e-bikes of e-scooters. Binnenkort komen er veel meer nieuwe mobiliteitsdiensten naar Rotterdam. Alles bij elkaar willen we een Marktplaats voor Mobiliteit creëren waar reizigers zelf een keuze maken uit diverse handige reisalternatieven. Daarnaast is er het project Spitsmijden010 waarbij werknemers een beloning van vier euro krijgen voor elke keer dat zij de spits weten te mijden.’ Medewerkers van bedrijven blijken vaak huiverig te zijn om hun baas te vragen of ze voor of na de spits mogen reizen, weet Hans uit ervaring. ‘Uit onze actie blijkt dat de medewerker het overleg wél aandurft met een beloning in het vooruitzicht. Conclusie: een kleine beloning zet aan tot gedragsverandering, tot het organiseren van een regeling. Onze Spitsmijdenproef bewijst dat ook managers op dit gebied welwillender zijn dan vooraf gedacht.’ E-bike De Verkeersonderneming presenteert ook een actie voor werknemers die twee dagen per week uit de spits blijven. ‘We kunnen hen de helft korting geven op de aanschaf van een e-bike, een elektrische fiets tot een maximum van 550 euro . Ik gebruik zo’n bike regelmatig zelf om van Spijkenisse naar het centrum van Rotterdam te komen. Een afstand van 25km, maar voor de e-bike geen probleem. En de Erasmusbrug over is een eitje. We gebruiken onze e-bikes ook veel voor afspraken in de stad. Het gaat sneller dan met de auto en je hebt geen parkeerkosten.’ Extra kansen Er zijn mogelijkheden genoeg om de filedruk te verminderen, maar die mogelijkheden moeten we wel benutten, vindt Hans. ‘De rol van de overheid verandert van een partij die bepaalt naar een partij die samenwerkt met werkgevers, werknemers en bewoners. Door met elkaar het gesprek aan te gaan en samen oplossingen te zoeken krijg je niet alleen andere oplossingen, je krijgt ook oplossingen die worden omarmd. Een voorbeeld? De Watertaxi zet medewerkers van IHC en Alphatron over van de ene oever van de Maas naar de andere. De overtocht, parallel aan de Van Brienenoordbrug, duurt twee minuten, terwijl hetzelfde stuk over de weg (A16) vaak twintig minuten kost. Daar willen medewerkers wel gebruik van maken.’ Nieuwe initiatieven Nu het openbaar vervoer in Spaanse Polder niet meer rendabel is, ontstaat ook daar ruimte voor nieuwe initiatieven. ‘We hebben bijvoorbeeld samen met Toogethr de app ‘Samenspitsen’ ontwikkeld waarop je een plek in jouw auto kunt aanbieden, voor iemand die naar dezelfde bestemming moet. Behalve dat dit veel geld in brandstof scheelt, kan de deelnemer ook nog sparen voor leuke beloningen zoals winterbanden.’ Om nog meer van dergelijke goede ideeën naar Rotterdam te krijgen, start in november een aan­besteding. ‘We hopen dat we dan weer vijftien nieuwe mobiliteitsdiensten aan reizigers kunnen aanbieden. Want de automobilist moet natuurlijk wel wat te kiezen hebben, voordat hij tijdens de spits uit de auto blijft. Gelukkig heeft de eerste aanbesteding die we hebben georganiseerd veel goede ideeën opge­leverd. We zijn erg tevreden over de kwaliteit en diversiteit van de alternatieven.’ Kijk op www.verkeersonderneming.nl voor een overzicht. Filetoptien mei tot augustus 2013 (Bron: Rijkswaterstaat). Positie Weg Locatie 1 A20 tussen Crooswijk en Terbregseplein 2 A50 tussen Waalbrug en Ewijk 3 A13 tussen Overschie en Kleinpolderplein 4 A15 tussen Charlois/Rhoon en Vaanplein 5 A16 tussen Prins Alexander en Terbregseplein 6 A10  tussen Coentunnel en Coenplein 7 A20  tussen Cortland-Aquaduct en Nieuwerkerk a/d IJssel 8 A27  tussen Utrecht-Noord en Bilthoven 9 A1  tussen Eembrug en Bunschoten 10 A27  tussen Industrieterrein Avelingen en Merwedebrug

Lees verder

Poldermodel: M.P. Leijdekkers

Micky Leijdekkers behoort tot de zevende generatie van een geslacht van kermisexploitanten, variété- en circusartiesten. ‘Mijn dochters vormen de achtste generatie. Ik ben er trots op dat we het als familie nog steeds volhouden.’ Bedrijf: M.P. Leijdekkers Adres: Linschotenstraat 79 Eigenaar: Micky Leijdekkers Werkzaamheden: Exploitatie van kermisattracties Medewerkers: Drie vaste krachten, in drukke tijden aangevuld met soms wel tien medewerkers Website: geen Bijzonderheid: Vermelding in het Guinness Book of Records: grootste suikerspin ter wereld Blij in de Spaanse Polder? Ja, de familie woont hier al 28 jaar bij elkaar. Mijn broer drijft brasserie ‘Het Zonnetje’ aan de Zevenhuizenplas en verzorgt catering. Mijn neef heeft snackwagens en oliebollenkramen, Ik houd me bezig met draaimolens en suikerspinkramen; de rode draad. We zijn eigenlijk de suikerspinfamilie van Nederland. Maar ieder heeft zijn eigen tak uitgebouwd en ontwikkeld. Hoe ziet het leven van een kermisexploitant eruit? Afwisselend, soms zwaar. We zijn zo’n tweehonderd dagen in touw op kermissen in binnen- en buitenland. Hartstikke leuk. Je ziet vaak dezelfde collega’s en natuurlijk heel veel verschillende kermisbezoekers. Onze familie kom je overigens ook tegen op evenementen als Lowlands of Parkpop. Zo’n drie maanden per jaar bakken we oliebollen. In de resterende dagen knappen we de attracties en kramen op en maken we ze schoon. Dagen van veertien of vijftien uur zijn eerder regel dan uitzondering. Als we on tour zijn, gaan de kinderen naar een rijdende school. Het is een apart wereldje. Als je er als buitenstaander in wilt stappen, krijg je het moeilijk. Je moet het klappen van de zweep kennen. Hoe werkt dat op een kermis? Je schrijft in op een plek. Bied je het hoogste bedrag, dan mag je er staan. De prijs van de pacht bepaalt de prijs van de suikerspin, je moet je pachtprijs natuurlijk wel terugverdienen. In Best heb ik de beste ervaringen, daar is de gemeente erg meedenkend. De kermis is daar hoe het bedoeld is: laagdrempelig en betaalbaar voor iedereen. Ondernemen is je met de paplepel ingegoten? Dat kun je wel zeggen. Ik stond met zestien jaar al op eigen benen. Ik probeer regelmatig nieuwe attracties uit als ik denk dat daar brood in zit. Ik heb grijpkranen gehad, een bingokraam en een Astroliner, dat was een soort ruimteraket waarin je film vertoont. Dan heb ik ook nog een kinderzweefmolen en een draaimolen met vliegtuigjes die al veertig jaar in de familie is. Die ga ik opknappen, dat is het volgende project. Hoe ga je de crisis te lijf? Gewoon, een stapje extra zetten. Ik word wel moe van de alsmaar toenemende regelgeving. Omdat we door heel Europa reizen, weet ik dat Nederland het pietluttigste land is. In de aggregaten moet nu bijvoorbeeld witte diesel in plaats van de gebruikelijke rode. Dat levert de regering meer accijnzen op, maar kost mij 10.000 euro extra per jaar. Als je een grote attractie hebt, komen er vier keuringsinstituten over de vloer. Ze keuren zelfs de hoogte van het stoepje voor de kassa. Van die dingen. Die zaken belemmeren het ondernemen. Hoe zie je de toekomst? Geen idee, niemand heeft een glazen bol. In die tak van sport zitten we nou net niet…

Lees verder

Betaald parkeren in aantocht

Er zijn plannen om in het Schiedamse deel van de Spaanse Polder betaald parkeren in te voeren. Wat is nu de exacte status van die plannen? We vragen het aan Francisca Ruiter, beleidsadviseur van de gemeente Schiedam. Frank Kapsenberg, voorzitter van de Belangenvereniging Spaanse Polder (BVSP) reageert. ‘Het plan om betaald parkeren in te voeren, is niet nieuw. Dat dateert al uit 1999 toen het masterplan Schieveste werd opgesteld’, vertelt Francisca Ruiter, beleidsadviseur van de gemeente Schiedam. ‘We zijn al geruime tijd bezig met de herontwikkeling van het gebied tussen het spoor en de A20. De stadsregio wilde daar al een P&R-garage realiseren. Die is er nog niet, maar er is wel een parkeerterrein dat door Q-Park wordt geëxploiteerd. Tot voor kort kon je daar voor de zeer schappelijke prijs van 2,40 euro de hele dag parkeren.’ Toch kiezen forensen – die voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de parkeerdruk in het Schiedamse deel van de Spaanse Polder – voor een plekje op het industrieterrein, omdat het daar gratis is. ‘Onlangs heeft Q-Park zijn tarief verdubbeld’, weet Ruiter. ‘Schiedamse ondernemers ondervinden nu de extra parkeerdruk van die maatregel en zijn het zat. We zijn met ondernemers in gesprek om ergens tussen 2014 en 2017 een vorm van betaald parkeren in te voeren.’ Rekening voor de ondernemer Ondernemers in Schiedam en Rotterdam zijn fel tegen het genomen besluit. De primaire oorzaak van de overlast, de forensen die op het industrieterrein parkeren, wordt met betaald parkeren niet weggenomen vinden zij. ‘Je zou als gemeente ook een deal kunnen sluiten met Q-park, waarbij forensen gratis op het Q-park kunnen staan’, vindt BSVP-voorzitter Frank Kapsenberg. ‘Dan is het probleem als sneeuw voor de zon opgelost. Dat dat de gemeente geld kost, is juist. Maar nu met de Schiedamse maatregel wordt de rekening van het forensenverkeer neergelegd bij de ondernemer op een industrieterrein. Dat is niet zuiver.’ Atoomgeleerde ‘De gemeente Schiedam veroorzaakt met deze maatregel nog een probleem’, vervolgt Kapsenberg. ‘De grens van Schiedam en Rotterdam ligt op de middenstreep van de Strickledeweg. De Schiedamse helft is straks betaald parkeren, de Rotterdamse helft blijft vooralsnog gratis. Je hoeft geen atoomgeleerde te zijn om te raden waar de parkeerdruk dan komt te liggen.’ Ruiter: ‘Wanneer de invoering actueel wordt, zullen we contact zoeken met de Rotterdamse afvaardiging. Over de datum van invoering van betaald parkeren overleggen we met de Schiedamse ondernemers.’ Ook de vorm van het betaald parkeren is nog onderwerp van discussie. ‘Een bord met ‘verboden voor forensen’ is uitgesloten, maar er zijn vele andere – technische – mogelijkheden om ondernemers tegemoet te komen. Je kunt zorgen dat leveranciers en gasten altijd gratis bij je kunnen parkeren voor een bepaalde duur. Dat kan met een prepaid chipknip of met bezoekerskaartjes, zoals we dat al in Schiedam doen.’

Lees verder

Veiligheid vergroten door krachten te bundelen

Hoe maken we Spaanse Polder veiliger? Leen Dekker van de politie Rotterdam-Rijnmond heeft daar wel een visie op: ‘Lokale overheid, politie, beveiligingsbedrijven en ondernemers moeten de handen ineenslaan en een integraal veiligheids­beleid vaststellen.’ Sinds Dekker betrokken raakte bij de plaatsing van beveiligingscamera’s in de Spaanse Polder, als onderdeel van het project Veilig Ondernemen, volgt hij de vakliteratuur en de technische ontwikkelingen op dit gebied op de voet. Zo viel zijn oog op de kop ‘Vijfsluizen kiest voor intelligent cameratoezicht’ in het blad ‘Security Management’ van afgelopen april. Vijfsluizen is een klein bedrijventerrein in Schiedam. De Stichting Collectieve Beveiliging Bedrijventerrein – een afgeleide van de lokale ondernemersvereniging – heeft in samenwerking met een beveiligingsbedrijf de traditionele vorm van mobiele surveillance vervangen door intelligent cameratoezicht. Een goed systeem, vindt Dekker. ‘De camera’s reageren via intelligente software die, als het nodig is, opvolging door politie of een beveiligingsbedrijf regelt. Camerabeelden kunnen live worden uitgekeken, zelfs op je mobiel en 24/7 toezicht is gerealiseerd.’ Etalage Ook in Spaanse Polder zijn beveiligingscamera’s geplaatst, op twaalf punten. ‘Maar alleen camera’s zijn natuurlijk geen wondermiddel’, weet Dekker. ‘Het komt nog vaak voor dat zowel het inbraakalarm als de camera’s alleen maar bevestigen dat er is in­gebroken: er is schade ontstaan en de dieven zijn gevlogen. Als ze geen sporen achterlaten en de beelden zijn kwalitatief te slecht, kan ook de politie niet veel uitrichten.’ Wat kunnen bedrijven wel doen? Dekker: ‘Kijk eens naar uw eigen bedrijf. Als ik mij tijdens de avond- en nachturen in de polder bevindt, probeer ik door de bril van een inbreker naar bedrijven te kijken. Ik zie dan vaak kinderlijk eenvoudige manieren om in te breken. Vooral op terreinen zonder buitenschil (hekken of camera’s die het terrein bewaken). Sommige bedrijven hebben van hun kantoor een etalage gemaakt. Dubbel glas houdt echt geen inbreker tegen. Met een gemiddeld model koevoet gaat bijna elke deur of raam open. Ook rolluiken zijn vaak geen partij voor enig geweld. Toch, hoe groter de belemmerende factoren zijn, des te groter de kans dat de inbraak wordt verijdeld, of zodanig wordt vertraagd dat de criminelen gepakt worden. Verder valt het me op, als ik de aangiftes bekijk, hoeveel inside information er is bij de daders. Veel dieven blijken wetenschap te hebben over de plaats en de aanwezigheid van de waardevolle spullen in de bedrijven. Wel eens aan gedacht hoeveel personen in uw bedrijf weten wat waar te halen valt?’ Alarmering als het moet Of het systeem dat nu draait in Vijfsluizen ook geschikt zou zijn voor Spaanse Polder, weet Dekker niet. ‘Infrastructureel gezien verschillen beide terreinen enorm. Vijfsluizen heeft één toegangsweg, Spaanse Polder tientallen. Je zou het wel per bedrijf, compartiment, blok of cluster kunnen aanpakken.’ Een vroegalarmeringsysteem met intelligente camera’s die buiten het pand hangen en gekoppeld zijn aan een bestaand alarmsysteem binnen, lijkt Dekker het meest efficiënt. ‘Het systeem is bij voorkeur uitgerust met licht-, flits- en geluidsignalen, zodat de omgeving hoort en ziet dat het alarm afgaat. Criminelen maken namelijk direct een inschatting van hoe snel ze kunnen vluchten en hoe lang het nog duurt voor zij bij het daadwerkelijke doel zijn. Met intelligente buitencamera’s gaat het signaal naar een alarmcentrale en kun je ook zelf via computer of GSM direct live meekijken. Geen permanente mobiele surveillance dus maar alleen een alarmering als het moet. En dat scheelt geld.’ Solide veiligheidsketen Uiteindelijk zou Dekker graag zien dat er voor de Spaanse Polder, in overleg met alle betrokken partners, een integraal veiligheidsbeleid wordt vastgesteld. ‘Ik ben voorstander van een samenwerkingsvorm, die kan variëren van kostendeling tot parkmanagement, met een solide veiligheidsketen. Met lokale overheid, politie, beveiligingsbedrijven en ondernemers als sterke schakels.’

Lees verder

Schouw legt toestand open­bare ruimte bloot

Afgelopen voorjaar is er op initiatief van de Belangenvereniging Spaanse Polder weer een schouw gehouden. Afgevaardigden van de belangenvereniging, de politie Rotterdam-Rijnmond, DCMR, de gemeente Rotterdam en enkele ondernemers, bogen zich over de toestand van de openbare ruimte. Wat de schouwers zoal in kaart hebben gebracht? Verzakkingen van het wekdek en de trottoirs, lantaarnpalen met openliggende bedrading en losliggende bakstenen. Daarnaast hebben zij slecht verlichte plekken, slecht onderhouden groen en zwerfvuil geinventariseerd. Remsporen De Graafstroomstraat werd bestempeld als de straat die de meeste aandacht verdient. Andere ‘mindere’ plekken zijn de parkeerplaatsen onder het viaduct van de A20. Daar is het enorm donker, zelfs overdag. Deze locatie wordt dan ook met enige regelmaat als ‘afwerkplek’ gebruikt en regelmatig worden daar kentekenplaten gestolen. Uit de remsporen op het wegdek op het einde van de Schuttevaerweg blijkt dat er straatraces worden gehouden. Verder viel het de schouwers op dat veel parkeerplaatsen in beslag worden genomen door de autobedrijven die ze als opslagterrein voor hun auto-inventaris gebruiken en dat er (te) hard wordt gereden op de Giessenweg en de Industrieweg.

Lees verder

ABC-beleid op de Spaanse Polder

Kijkje onder de motorkap ABC staat voor auto’s, boten en caravans. De gemeente voert hiervoor een speciaal beleid. ‘De Spaanse Polder is een tamelijk bijzonder bedrijventerrein’, zegt Mieke Cornet, communicatiemanager bij de gemeente Rotterdam. ‘Het is niet alleen het grootste aaneengesloten terrein van Noordwest Europa. Maar er mogen zich ook bedrijven vestigen die elders in de stad niet welkom zijn. Dat zijn de bedrijven in de hogere milieucategorieën. Dat betekent dat er niet alleen aan de bedrijven, maar ook aan de omgeving strenge eisen gesteld worden. Alleen al daarom is de combinatie met detailhandel niet wenselijk. De gemeente vindt dat detailhandel zoveel mogelijk in bestaande winkelgebieden moet plaatsvinden. Er is wel een uitzondering gemaakt voor de detailhandel die samenhangt met auto’s, boten en caravans. Onderdelen en accessoires hiervan mogen wel aan particulieren verkocht worden. De Spaanse Polder geldt als vanouds als het Mekka voor autobedrijven. Van de achthonderd ondernemingen op het industrieterrein zijn er meer dan 140 gerelateerd aan de autohandel. Hoog tijd om er eens een paar te portretteren. Aan het woord Robert de Heer, manager fleetsales en verantwoordelijk voor de PR bij Goosen & Polderman en Mehmet Kolay, operationeel directeur van WestCam. Beschrijf uw bedrijf… Pluijm in Pijnacker, Spiering in Ommoord en Toyota Goosen & Polderman in de Spaanse Polder opereren onder de vlag Toyota 010. We worden ondersteund door ons schadeherstelbedrijf in Bergschenhoek. Goosen & Polderman één van de grootste en modernste Toyota-dealers in de regio. In onze showroom hebben we niet alleen alle Toyota-modellen staan, maar ook jonge occasions. Al lang actief in de autobranche? Ik heb voorheen zowel in de autobranche als in diverse andere sectoren gewerkt. Sinds twee jaar ben ik hier actief voor de fleetsales en de PR. Daarnaast ben ik bezig met de duurzaamheids­certificering van het schadeherstelbedrijf. Hoe bevalt het in de Spaanse Polder en hoe vinden mensen Goosen & Polderman? Sinds jaar en dag zijn we hier gevestigd. Prima locatie, al zitten we niet in een natuurlijke loop. Dat wil zeggen dat het geen winkelgebied is waar mensen toevallig langs ons wandelen. Ze komen echt gericht naar ons toe. Meestal zoeken mensen op internet naar Toyota Rotterdam en komen dan op onze site. Er zijn 140 autobedrijven op het industrie­terrein. Moordende concurrentie? Nou, niet meer dan gezonde concurrentie. Voornamelijk in gebruikte auto’s. Klanten komen bij ons voor Toyota. Wellicht hanteren we hier een hoger uurtarief dan niet merkgebonden bedrijven, maar het zou ook best zo kunnen zijn dat wij sneller en beter repareren. Verder gebruiken wij alleen originele Toyota onderdelen. De gemeente heeft het plan geopperd om de autobranche te centreren op het terrein waar de Spaanse Toren stond. Goed idee? Slecht idee. Ik zou de spreiding handhaven. Er wordt geklaagd dat er veel autobedrijven in de Spaanse Polder hun te repareren auto’s gewoon op de openbare weg stallen. Als de overheid dit toelaat en geen rekening houdt met de vergunning kan dat. Bij ons staan ze overdag allemaal op ons eigen terrein en ’s nachts binnen. Wat is er bijzonder aan uw bedrijf? We zijn actief over de volle breedte van de auto-spectrum. Nieuwe auto’s, occasions, reparatie, onderhoud, schadeherstel en fleet service. Daarnaast bieden we ook diverse flexibele financiële constructies. Kunt u iets zeggen over de toekomst van de autobranche? We kantelen langzaam van bezit naar gebruik. Automotive-bedrijven zullen in loop der tijd steeds meer een mobiliteitscentrum worden met veel flexibele concepten. De fabrikanten zullen daarin het voortouw moeten gaan nemen. Beschrijf uw bedrijf We hebben twee soorten bedrijven. WestCam is een garage waar we autoreparaties verrichten en op een steenworp afstand staat ons pand Stahlie-Cam Automaterialen. Verder hebben we nog twee auto­materialenvestigingen aan de Mathenesserdijk en de Boezemlaan. We bieden een complete service voor particulieren en verzorgen apk’s voor autobussen en koeriersbussen, ook voor andere garages als zij daarvoor onvoldoende faciliteiten hebben. Al lang actief in de autobranche? Niet zo lang, sinds twee jaar. Na mijn opleiding aan de TU Delft was ik expat in de Verenigde Staten en Japan en werkte ik onder meer vijftien jaar voor Kenwood als hoofd software development. Hoe bevalt het in de Spaanse Polder en hoe vinden mensen WestCam? Ondanks dat we geen showroom hebben, het is natuurlijk een werkplaats, weten mensen ons goed te vinden. Dat gaat meestal via mond-tot-mondreclame. En we zitten aan een drukke weg. Ik heb wel eens staan tellen, er komen toch zo’n 5.500 auto’s per dag langs. We hebben veel Turkse klanten, maar ik denk toch ook veertig procent Nederlandse klanten. De percentages groeien naar elkaar toe. Er zijn 140 autobedrijven op het industrieterrein. Moordende concurrentie? Nee, dat valt mee. Als je goed werk aflevert, naar je klanten luistert, transparant opereert en je flexibel opstelt, blijven je klanten je trouw. De gemeente heeft het plan geopperd om de autobranche te centreren op het terrein waar de Spaanse Toren stond. Goed idee? Als een soort autoboulevard bedoel je? Commercieel gezien zie ik daar wel wat in, maar praktisch zie ik dat niet voor me. Veel bedrijven hebben hun bedrijfsterrein in eigendom. Er wordt geklaagd dat er veel autobedrijven in de Spaanse Polder hun te repareren auto’s gewoon op de openbare weg stallen. Bij ons staan alle auto’s op ons eigen terrein. We hebben hierachter een terrein en we hebben onlangs het pand van de buurman erbij gekocht. Wat is er bijzonder aan uw bedrijf? We zijn een familiebedrijf. Er werken zes familieleden bij ons. We hebben een sterke band met elkaar, kunnen goed met elkaar overweg en kunnen werkzaamheden van elkaar overnemen. Verder organiseren we ongeveer eens per kwartaal een seminar. Dan komen mensen van een bepaalde autofabriek iets vertellen over een interessant thema, bijvoorbeeld over het repareren van een automatische versnellingsbak. Kunt u iets zeggen over de toekomst van de autobranche? We kantelen steeds meer van een reparatiemarkt naar een vervangingsmarkt. Door de toenemende arbeids­kosten is het vaak goedkoper om een nieuw onderdeel in te bouwen dan het kapotte onderdeel te repareren. Ook de technologische ontwikkeling staat niet stil, we hebben dus meer behoefte aan knowhow van elektronische apparatuur.

Lees verder

‘Je moet mensen met elkaar verbinden’

‘Je kunt wel goed werk afleveren, maar als niemand het weet, heb je er nog niets aan’. Een belangrijke les die Richard Jongste, directeur van familiebedrijf Maasmond, van zijn vader leerde. ‘Zeker in slechte tijden is het goed om een degelijk netwerk te hebben en krachten te bundelen.’ De geschiedenis van Maasmond gaat terug tot 1898 en krijgt een ferme impuls als Jan Jongste in 1960 het Kralingse schildersbedrijf C. Knegt overneemt. Onder de naam Maasmond weet hij het bedrijf succesvol uit te bouwen. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw wordt het dienstenpakket uitgebreid met stoffering, zonwering, projectinrichting en een gordijn­atelier. ‘Een allround projectinrichting- en vastgoedzorgbedrijf met vestigingen in Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden en Bergen op Zoom’, licht Richard Jongste toe, die in 1981 de zaak van zijn vader overnam. ‘Mijn vader was overleden, ik was de oudste, dus dat was een logische stap. Mijn broer Hans is mede-eigenaar.’ Nooit spijt Sinds 1985 is het bedrijf gevestigd in de Spaanse Polder. ‘De bereikbaarheid in Kralingen, waar we eerst zaten, liet te wensen over omdat we uit ons jasje waren gegroeid. De vrachtwagens die al het materiaal kwamen aanleveren, blokkeerden de smalle straten van de woonwijk. We hebben destijds verschillende panden bekeken, maar gekozen voor dit pand aan de Linschotenstraat. Het is 2.500 m2 groot en biedt genoeg ruimte voor kantoor, opslag, een gordijnatelier en een showroom. Bovendien was voor een redelijke prijs te koop omdat het al vijf jaar leeg stond. We hebben er nooit spijt van gehad.’ Draaiend houden Vanuit de Spaanse Polder is het bedrijf zich meer en meer gaan richten op grote zakelijke klanten, vooral in de vastgoedsector. ‘Een robuust netwerk is van groot belang bij het gunnen van opdrachten’, weet Jongste, die onder andere lid is van de Rotterdamsche Manège, deel uitmaakte van het bestuur van het Concours Hippique International Officiel (CHIO) en bestuurslid is van de Rotterdamse tak van VNO-NCW. ‘Ook daar gaat het om het onderhouden van contacten en netwerken. VNO-NCW Rotterdam is een invloedrijke regionale netwerkorganisatie voor ondernemers. We proberen we de regionale economie draaiend te houden en economische processen te bevorderen. We organiseren bijeenkomsten en activiteiten voor specifieke groepen. Zoals het VrouwenNetwerk, het HRM Expert Netwerk, Zorgpower en Bouwpower.’ Creatieve oplossingen Het is geen geheim dat de bouwsector klappen heeft gekregen. ‘Ook Maasmond ontkomt niet aan de nadelige gevolgen van de crisis. Het volume in de vloerbedekkingtak bijvoorbeeld, is meer dan gehalveerd. Verder komen er vanuit de overheid weinig opdrachten en is er relatief weinig nieuwbouw. Zeker in deze tijden moet je mensen met elkaar verbinden. De verbinding tussen bedrijfsleven en overheid moet de aanjager zijn van onze economie. Ondernemers moeten zich naast hun werk meer gaan inzetten op het maatschappelijk vlak en zich mengen in maatschappelijke problemen en zorgen dat er een positieve uitstraling komt naar de buitenwereld. Watertaxi ‘Vanuit VNO-NCW lobbyen we ook voor de Spaanse Polder, waarbij we de nadruk leggen op de ontwikkeling van het bedrijventerrein, een goede bereikbaarheid en een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. We voeren daartoe gesprekken met de gemeente Rotterdam. Het is belangrijk dat de kwaliteit van het bedrijventerrein op peil blijft, dat we verpaupering tegengaan.’ Jongste ziet wel wat in meer parkjes, zodat medewerkers tussen de middag naar buiten kunnen en vaker medewerkers van andere bedrijven kunnen ontmoeten. ‘Ook zie ik kansen voor goede eetgelegenheden waar je voor ondernemers bijvoorbeeld bijeenkomsten kunt organiseren. Verder zou ik een halte voor de watertaxi een goede investering vinden. Hierbij ontstaat ook een verbinding naar de Maas en de binnenstad.’ Lange termijn Bepaalde vormen van parkmanagement ziet Jongste ook wel zitten. ‘Al is dat in deze tijd lastig te realiseren. Als een ondernemer tussen twee goed beveiligde panden gehuisvest is, snap ik dat een hij niet staat te springen om mee te betalen aan een gezamenlijk beveiligingsplan. Aan de andere kant komen we nergens met het ‘ik-denken’ of het kiezen voor de goedkoopste oplossingen. Dat fenomeen doet zich bij ons ook voor. Een aantal van onze klanten kijkt over de grens omdat het daar voordeliger kan. Toch komen ze weer naar ons terug omdat er allerlei details niet altijd kloppen. Al met al zijn ze dan duurder uit. Kortetermijndenken of denken in snel-geld-maken zul je bij familiebedrijven niet snel tegenkomen. Wij houden altijd het voortbestaan van het bedrijf in gedachten en geloven in continuïteit, samenwerking en in langetermijneffecten. En in netwerken: als je maar genoeg pannetjes op het vuur hebt staan, gaat er altijd wel een koken.’

Lees verder

Poldermodel: Restaurant Au Marché

Afgelopen herfst waaide er een frisse wind door horeca-etablissement Au Marché. Evert Neeb is sinds september de nieuwe eigenaar en besloot zowel de buitenkant als het interieur flink onderhanden te nemen. Hij runt de zaak samen met zijn vrouw Vareni en de kok, Jeroen Post. Bedrijf: Restaurant Au Marché Adres: Industrieweg 46 Eigenaar: Evert en Vareni Neeb Werkzaamheden: restaurant, catering, zaalverhuur Medewerkers: 4 Website: www.au-marche.nl Al een beetje ingeburgerd? Ja. Au Marché is natuurlijk dé ontmoetingsplek in de Spaanse Polder. Ik praat veel met mijn gasten. Daarnaast neem ik veel van mijn producten en diensten af bij leveranciers binnen de Spaanse polder. Hoe gaan de zaken? Goed. Onze gasten komen voornamelijk uit de Spaanse Polder. Maar ik merk ook dat er steeds meer interesse is uit de omtrek. Au Marché is vanuit alle windstreken gemakkelijk te bereiken. En parkeren is gratis. Ideaal voor een business meeting, een zakelijke lunch of een jubileum- of afscheidsfeestje. We hebben een aparte zaal voor kleine tot grote gezelschappen. Waarom kocht je dit bedrijf? Na een sabbatical – mijn zoontje werd geboren en ik wilde iedere minuut van zijn eerste jaar meemaken – zocht ik een nieuwe uitdaging. Ik hoorde dat Au Marché te koop was en kreeg enorm veel zin om er iets moois van te maken. Dat was het niet? Laat ik zeggen dat ik vond dat het niet meer helemaal voldeed aan de eisen van deze tijd. Ik ken Au Marché al van tien jaar terug. Ik ben overtuigd van de potentie van het etablissement. Door er een frisse wind doorheen te laten waaien wil ik weer nieuw elan in de zaak brengen. Wat heb je veranderd? We hebben de buitenkant aangepakt en een lik verf gegeven. Het zalmrose interieur heeft plaatsgemaakt voor nieuw meubilair dat met ontspannen en rustige kleuren een lounge-achtige sfeer creëert. Ik heb ontzettend veel positieve reacties gehad. Verder hebben we onze activiteiten uitgebreid. De slogan is niet voor niets: lunch, diner & more. We verzorgen ook catering in verschillende vormen. Mensen die moeten overwerken kunnen bij ons terecht voor een lekkere (week-)maaltijd of wij komen het brengen. Goed écht eten. Is dat je motto? Nee, dat is kwaliteit, snelheid en service. Gasten mogen rekenen op dagverse producten. We beknibbelen niet op kwaliteit of op hoeveelheid.

Lees verder

Water als levensader

Op de locatie aan de Giessenweg produceert Mebin zo’n 80.000 m3 betonmortel per jaar. Daarvoor is een aanvoer van 160.000 ton aan zand en grind nodig. Dat gebeurt over water. ‘Onze levensader’, aldus Mebin-vestigingsmanager Henk van Holten. Mebin maakt deel uit van de Duitse Heidelberg Cement Groep, een onderneming met zo’n 55.000 medewerkers. Het bedrijf is actief in drie segmenten: cement (ENCI), zand en grind (Sagrex) en betonmortel (Mebin). Mebin heeft in Nederland dertig productielocaties, waarvan vier in Rotterdam. ‘Eén in Europoort, één op de Maasvlakte, één op de Waalhaven en eentje in de Spaanse Polder’, vertelt Henk van Holten, vestigingsmanager van deze vier locaties. Diepgang Per jaar leggen zo’n 130 schepen aan bij de Mebinsteiger. ‘De Alblashaven is onze levensader. Een keiharde voorwaarde voor ons productieproces hier in de Spaanse Polder. De haven heeft een aanzienlijke diepgang. Voordelig voor ons en onze klanten.’ Van Holten legt uit: ‘Hoe meer diepgang, hoe groter het schip, hoe goedkoper de grondstoffen en het eindproduct.’ Logistieke soepelheid is onontbeerlijk voor Mebin. Nadat het zand en grind met kranen uit het schip is gelost, wordt het opgeslagen in arena’s en bunkers. Om er mortel van te maken krijgen de grondstoffen nog wat toevoegingen waarvan water de belangrijkste is. ‘Omdat het product daarna snel uithardt, kunnen we geen voorraad aanhouden. Het moet dus meteen per vrachtauto – er vertrekken er circa 8.000 per jaar vanaf deze locatie – naar de plek van bestemming worden gebracht.’ Nieuwe producten Het is geen geheim dat de bouwsector een niet al te florissante periode doormaakt. Wat merkt Van Holten daarvan? ‘Ik vervul deze functie nu tweeënhalf jaar en heb al tweemaal een kleine reorganisatie moeten doorvoeren. Het is een voordeel dat we over verschillende productielocaties beschikken. Daardoor zijn we flexibel en kunnen we opdrachten bundelen. Vanzelfsprekend letten we nu nog meer op onze kosten, maar belangrijker is dat we nieuwe producten ontwikkelen en daardoor extra toegevoegde waarde bieden. We leveren sinds kort bijvoorbeeld Fibrecrete ready. Dat is mortel waaraan we staalvezels toevoegen. Er is dan geen traditionele wapening meer nodig. Dat scheelt de klant een arbeidsgang, bovendien hoeft hij de wapening niet nog eens apart te bestellen. Het is niet onze kernactiviteit maar helpt wel bij ons streven om de klant te ontzorgen.’ Hergebruik Verder zet Mebin in op duurzaamheid om zich te onderscheiden. ‘Van Oranje BV, specialist in duurzaam amoveren en ook gevestigd in de Spaanse Polder, kopen we granulaat in. Materiaal, onder meer afkomstig uit afgebroken viaducten en gebouwen, dat we hergebruiken in onze producten. Verder beschikken we nu op drie van de vier Rotterdamse vestigingen over recyclinginstallaties. Onze vrachtwagens die terugkomen van een rit, bevatten altijd nog wat betonresten. Na wat zeefen spoelwerk, hergebruiken we die resten weer.’ Inmiddels krijgt het orderboek ook weer wat meer kleur. Van Holten: ‘We gaan een aanzienlijke hoeveelheid mortel leveren voor de verbreding van de A15 en ook voor het doortrekken van de A4.’

Lees verder

SmartDC en i3D: Een gefaseerde groeistrategie

Achter de namen SmartDC en Interactive 3D gaan een datacenter en een game server provider schuil. Het ‘duobedrijf’ is een mooi voorbeeld van de creatieve kracht van ondernemers in de Spaanse Polder. Directeuren Stijn Koster (i3D) en Richard Boogaard (SmartDC) kennen elkaar van de Spaanse Kubus waar Boogaard verhuurmanager bij TCN was en waar indertijd ook i3D was gevestigd. Het klikte tussen beide heren en al gauw ontstond het idee samen een datacenter op te zetten. i3D zou als eerste klant, zelf meteen een flinke hoeveelheid van de capaciteit huren. En dus gingen Koster en Boogaard op zoek naar een plek waar energie en connectiviteit in ruime mate aanwezig zijn. Die plek vonden ze in het voormalige distributiecentrum van de Van Nelle-fabriek. Doordacht plan Boogaard: ‘We hebben hier de beschikking over een elektrisch vermogen van 12 megavoltampere en maken gebruik van een eigen internettoegang. Een datacenter van deze omvang (3.500 m2) is uniek voor Rotterdam; de grote datacenters zitten vooral in de regio Amsterdam. Wat ons – naast de bijzondere en inspirerende locatie – verder uniek maakt in deze regio is ons snelle 225 gigabit netwerk dat direct aansluit op internet. Dat betekent wij met een zeer snelle koppeling data kunnen afleveren voor onze klanten. Daarnaast bieden we alle kwaliteit die je van een modern datacenter mag verwachten: betrouwbaarheid, veiligheid, brandbeveiliging, state-of-the-art koeling en een hoge energy efficiency.’ De oprichting van SmartDC vond plaats in 2009 en sindsdien kent het bedrijf een jaarlijkse groei van veertig procent. Het datacenter heeft een aantal grote, aansprekende klanten zoals de Hogeschool Rotterdam en het mediabedrijf Springer International Publishing AG. ‘Een datacenter opzetten vergt enorme investeringen; kosten die voor de baten uitgaan,’ vertelt Boogaard. ‘Banken eisen een goed doordacht plan voordat ze je willen helpen met de financiering. Ons businessplan is gebaseerd op gefaseerde groei. We ontwikkelen steeds een zelfstandige module die per eenheid wordt gebouwd. Eigenlijk bestaat SmartDC dus uit meerdere kleine datacenters. Op die manier zijn de investeringen te overzien en kun je geleidelijk je verhuurcapaciteit en klantenbestand uitbouwen.’ Internet backbone Boogaard ziet nog steeds een toename van bedrijven die hun servers onderbrengen in datacenters. ‘De detailhandel stapt meer en meer over op verkoop via internet en dus neemt de behoefte aan snelle en betrouwbare internetverbindingen toe. Het aantal kleine regionale datacenters neemt wel toe maar we zijn niet bang voor deze concurrentie. Onze schaalgrootte biedt mogelijkheden, de directe toegang tot de internet backbone is een unique selling proposition en we zijn een innovatief bedrijf. Sinds eind 2010 hebben we een nieuw type koeling in gebruik genomen op basis van verdamping. Een systeem dat nog duurzamer is in termen van energieverbruik. Dit innovatieve systeem wordt de toekomst en gaan we verder uitrollen bij de volgende modules. We leren van elke module die we opleveren. Zo blijven we vernieuwen en innoveren.’

Lees verder

Betaald parkeren in de polder?

De herziening van beeldkwaliteitstrategie voor het Schiedamse deel van de Spaanse Polder vordert gestaag. Het overleg tussen ondernemers en de gemeente Schiedam verloopt constructief. Een van de strijdpunten is het parkeerbeleid. Hoe zorg je er voor dat je bedrijventerrein er aantrekkelijker uit gaat zien en dat er tegelijkertijd voor iedereen voldoende parkeer gelegenheid is? Gratis parkeergelegenheid als het even kan. Gemeente en ondernemers zoeken een oplossing. In het Schiedamse deel van de Spaanse Polder hebben ondernemers last van ‘oneigenlijke’ parkeerders. Dat zijn automobilisten die elders moeten zijn maar hun voertuig parkeren voor de deur van de bedrijven. ‘Voornamelijk forensen die op het nabijgelegen station de trein of bus naar hun eindbestemming pakken en personeel van het scholencomplex aan de Parallelweg’, legt Rob Christiaanse uit. Hij is projecleider bij de gemeente Schiedam. ‘We hebben onderzocht dat zij ongeveer dertig procent van de beschikbare parkeerplekken innemen. Ze kunnen voor twe euro veertig per dag in de P&R-gelegenheid op het station hun auto stallen, maar ja, als het even verderop gratis kan, doen ze dat. Deze oneigenlijke parkeerders willen we weren uit het gebied.’ Regulering Tegelijkertijd is een herziene beeldkwaliteitstrategie voor het gebied in de maak. Daarin staan maatregelen die het bedrijventerrein aantrekkelijker moeten maken voor gevestigde bedrijven, bezoekers en nieuwe investeerders. De rommelige openbare ruimte met plaatselijk caotisch parkeren is een ernstig knelpunt bij de herstructurering van het gebied. Het huidige aantal parkeerplaatsen neemt als gevolg van de kwaliteitsslag in de openbare ruimte af van de huidige 914 naar 777. Verder denkt de gemeente aan regulering. Geen maatregelen die het verstigingsklimaat verbeteren, zo lijkt het. ‘Maar dat is slechts schijn’, zegt Christiaanse. ‘Als we de oneigenlijke parkeerders weten te weren, zijn er genoeg parkeerplaatsen. Daarom ligt een parkeerregulering voor de hand.’ Paard Een regulering betekent betaald parkeren en dus een lastenverzwaring voor de ondernemers. Christiaanse: ‘Je kunt ook maatregelen nemen om het autogebruik te beperken, dan vermijd je kosten. Veel mensen komen van dichtbij en het station ligt naast de deur. Ook kun je in plaats van op je eigen terrein op straat parkeren, tegen een schappelijk tarief. De vrijgekomen ruimte op het eigen terrein kun je dan gebruiken voor ondernemingsdoeleinden. Dat levert veel meer op dan het parkeren kost.’ Een hoge parkeerdruk is slecht voor de bereikbaarheid van de Spaanse Polder. Door de regulering daalt de parkeerdruk – van PenR en kantoren buiten het bedrijventerrein – met zo’n 275 auto’s, aldus cijfers van de gemeente Schiedam. De gratis parkeergelegenheid verder uitbreiden vindt Christiaanse het paard achter de wagen spannen. ‘Los van de kosten daarvan voor de gemeente, zou het ten koste gaan van de ruimte voor bedrijvigheid en economische ontwikkeling.’ Plannen Mocht na een paar jaar blijken dat de parkeercapaciteit te krap is, dan kan de gemeente Schiedam snel een collectieve parkeermogelijkheid realiseren, zo verzekert Cristiaanse. Na het laatste overleg met de klankbordgroep – een dwarsdoorsnede van het ondernemersbestand – worden alle ondernemers in het gebied op de hoogste gesteld van de plannen. ‘Let wel’, zegt Christiaanse, ‘Die plannen moeten daarna nog wel allemaal door het college en door de gemeenteraad worden goedgekeurd.’ Melkkoe? Ondernemers vrezen dat, als het betaald parkeren wordt ingevoerd, het tarief aanvankelijk misschien wel beperkt is, maar dat de prijzen al snel fors zullen worden verhoogd. Christiaanse: ‘Als er sprake is van betaald parkeren, wordt het zeker geen melkkoe. Het moet kostendekkend zijn. Bovendien staat de optie van een blauwe zone, waarbij je korte tijd gratis kunt parkeren, nog open. Dat ei is nog niet definitief gelegd.’ Ons probleem? Ondernemers zeggen: ‘Het probleem wordt veroorzaakt door de oneigenlijke parkeerders. Nu wordt het opeens ons probleem en moeten wij betaald parkeren.’ Christiaanse: ‘Het probleem is de beperkte openbare ruimte. Het parkeren reguleren betekent dat degene die het meest profijt heeft van de beschikbare parkeerplekken daarvoor ook het meest betaalt.’ Betaald parkeren werkt als een waterbed ‘Ik ben tegen betaald parkeren omdat er een goed alternatief is. Met een blauwe zone zouden we als ondernemers namelijk kunnen leven. Dan kun je door een parkeerkaart te gebruiken, regelen dat iemand niet langer dan twee uur op een bepaalde plek kan staan. Zo worden oneigenlijke parkeerders geweerd en kan ons bezoek doorgaans kosteloos parkeren. Maar deze oplossing houdt in dat de gemeente Schiedam moet handhaven en dat de inkomsten van bekeuringen naar het Rijk vloeien. Maar moet de ondernemer dan voor dat probleem betalen? Betaald parkeren is voor de meeste bedrijven een aanzienlijke lastenverzwaring. Bovendien: als je betaald parkeren in het Schiedamse deel invoert, werkt dat als een waterbed. De massa verplaatst zich; men parkeert even verderop waar het nog wel gratis is.’ Betaald parkeren? Grote onzin! ‘We willen toch nieuwe ondernemers aantrekken? Betaald parkeren betekent een lastenverzwaring voor ondernemers. Dat is een zwieperd de verkeerde kant op. Het is ook niet bewezen dat het nodig is. Ik heb voorgesteld om een aantal straten eenrichtingsverkeer te maken. Dan kun je gestoken parkeren en dus meer parkeerplaatsen creëren. Verder zijn er veel meer uitritten van bedrijven dan nodig. Daar zou je ook auto’s kunnen parkeren. Ook zijn er trottoirs van wel vier meter breed, waar bijna nooit iemand loopt. Als je die versmalt, levert dat ook behoorlijk wat parkeercapaciteit op. Betaald parkeren invoeren is grote onzin. Temeer omdat ik denk dat oneigenlijke parkeerders hun auto’s op plekken gaan zetten waar het nog wel gratis is. Verder twijfel ik aan de uitvoerbaarheid ervan. In een van onze panden is Tapwacht van Facilicom gevestigd. Zij hebben wel 25 servicewagentjes die er gemiddeld drie keer per dag eventjes parkeren. Moeten die dan telkens betalen? Hoe ga je zoiets handhaven? Op het moment ontbreekt elke vorm van handhaving in Schiedam. Kijk, als je maakindustrie wilt, betekent dat gewoon veel autoverkeer. Er is een groot verschil tussen een theoretische oplossing en de praktijk. En ik ben van de praktijk.’ ‘De handhaving is hier nul’ ‘Ik denk dat door de aangepaste beeldkwaliteitsstrategie het uiterlijk van ons bedrijventerrein zal verbeteren. In het plan zijn zo’n zeshonderd parkeerplaatsen opgenomen. Als we het ‘oneigenlijk’ parkeren uitbannen, zou dat aantal voorlopig genoeg moeten zijn. Het is natuurlijk logisch dat forensen en schoolpersoneel ervoor te kiezen om gratis bij ons voor de deur te parkeren. Het P&R-tarief bij het station is slechts 1,50 per dag, maar per jaar scheelt ze dat toch zo’n 300 euro. Als je parkeren gaat reguleren, moet er wel gehandhaafd worden. Op het moment is de handhaving hier nul. Er zijn veel autobedrijven die parkeerplaatsen gebruiken om hun handelswaar uit te stallen. Dat moet ook aangepakt worden. Bij Modelstaal werken dertien mensen, waarvan er vijf met de auto komen. Drie mensen parkeren op eigen terrein, twee op straat. Als er echt niets anders mogelijk is dan betaald parkeren, dan moet dat maar. Maar dan niet voor meer 1,50 per dag, analoog aan het P&R-tarief.’

Lees verder

Hoezo crisis?

Orga: Een hoge olieprijs en innovatieve kracht Aan de Strickledeweg in Schiedam ligt Orga. Een bedrijf dat navigatiesystemen en hightech licht-, geluid- en radarbakens ontwikkelt voor de olie & gas, petrochemische en windturbine-industrie. Begonnen in 1972 als servicebedrijf voor de offshore, groeide Orga in 40 jaar uit tot een internationale marktleider. Cors Dieterich, general business manager bij Orga, legt enthousiast uit wat het bedrijf nu precies doet: ‘We maken lichtbakens, geluidbakens zoals misthoorns en radarbakens voor olie & gasplatforms en windturbines op zee. Voor hoge obstakels op het land zoals de Euromast en windturbines maken we lichtbakens. Daarnaast produceren we navigatiesystemen voor helikopterlandingsplaatsen op zee. Het doel van deze systemen is te voorkomen dat schepen en vliegtuigen tegen een obstakel botsen met alle rampzalige gevolgen van dien. We leveren deze systemen wereldwijd aan grote oliemaatschappijen en windturbinefabrikanten\'. Wind mee Orga groeide in de laatste drie jaar van ongeveer 100 naar ruim 150 medewerkers en kocht een aanpalend terrein op voor verdere uitbreiding. Het bedrijf heeft kennelijk de wind mee. ‘Dat klopt’, zegt Dieterich,’ wij hebben baat bij de huidige hoge olieprijs. Veel grote olie- en gasvelden raken ‘leeg’ maar door de hoge olieprijs wordt het rendabel om de kleine veldjes in de buurt aan te boren. Dat betekent een toename van het aantal kleine productieplatforms en dus meer vraag naar onze producten. En omdat de prijs van elektriciteit meestijgt met de olieprijs, is het klimaat ook gunstig voor de aanleg van meer windturbine parken.’ Concurrentie Van concurrentie heeft het bedrijf weinig te vrezen. Dieterich: ‘Wereldwijd zijn er hooguit drie concurrenten waar we rekening mee moeten houden. Wij onderscheiden ons door het bieden van kwalitatief hoogwaardige totaaloplossingen. De klant betaalt iets meer bij aanschaf maar krijgt daar een systeem voor dat onder de meest extreme omstandigheden betrouwbaar is. En dat is lucratief want reparaties zijn vaak zeer kostbaar.’ Research & Development Kenmerkend voor Orga is de innovatieve kracht. ‘Wij hebben een grote R&D-afdeling van 18 fte en er is intern een goed samenspel tussen inkoop en ontwikkeling. Innoveren in deze tak van sport vergt forse investeringen, veel knowhow en een lange adem. Bijna niemand doet het. Wij wel en daarmee blijven we de concurrentie voor.’ Zo begon Orga in de jaren ’90 aan de ontwikkeling van een nieuw navigatiesysteem voor helikopterlandingsplaatsen op booren productieplatformen. Inmiddels is dit systeem de internationale norm. Ook bedacht Orga een product om de lichtbakens op windturbines in een windpark gelijktijdig te laten flitsen. En in het eigen lichtlab deed het bedrijf uitgebreid onderzoek naar de toepassing van led-licht in de producten.’ Bedrijfscultuur Een andere belangrijke factor die bijdraagt aan het succes van Orga is volgens Dieterich de bedrijfscultuur. ‘Mensen krijgen hier de ruimte om zich te ontwikkelen en blijven daardoor lang bij ons werken. Voor de opbouw van kennis en ervaring binnen het bedrijf is dat gunstig. Ook het management van Orga is een stabiele factor. Dat geeft veel vertrouwen en loyaliteit bij klanten en toeleveranciers voor langdurige samenwerkingsverbanden.’

Lees verder

Gezamenlijk besparen en profiteren

Uitslag enquête over collectieve contracten Danny Houtman en Jurjen Verhage van Scoron hebben op verzoek van de Belangenvereniging Spaanse Polder een enquête uitgevoerd. De hoofdvraag was: hebben ondernemers er behoefte aan om gezamenlijk kostenbesparende contracten af te sluiten? De resultaten wijzen uit dat daarvoor zeker belangstelling is, met name op het gebied van het aanbieden van bedrijfsafval en het inkopen van beveiligingsmaatregelen. ‘Van de 438 adressen die we hadden geïnventariseerd, bleken er 93 niet actief’, vertelt Danny. ‘Dat wil zeggen dat het pand leeg staat of anti-kraak wordt bewoond. ‘Het aantal actieve ondernemingen hebben we daarom vastgesteld op 345. Van die ondernemingen bleek een behoorlijk aantal onder eenzelfde ondernemer te vallen en nog eens een aanzienlijk deel bleek niet over een e-mailadres te beschikken.’ Jurjen vult aan: ‘Er bleven uiteindelijk 130 benaderbare ondernemers over. Degenen die na twee weken de vragenlijst nog niet hadden ingevuld kregen elke week een herinneringsmailtje.’ Uiteindelijk hebben 79 ondernemers de vragenlijst ingevuld. ‘Dat lijkt misschien een bescheiden getal’, zegt Danny, ‘maar je moet je bedenken dat alle grote jongens – neem bijvoorbeeld Verstegen Specerijen en MOB, die samen tientallen panden bezitten en een groot oppervlak van de Spaanse Polder bestrijken – de vragenlijst hebben ingevuld. En die tellen mee als één bedrijf. We kunnen stellen dat de uitkomsten representatief zijn voor de gevestigde ondernemers.’ Interessant voor iedereen De vragen op de lijst gingen over verschillende onderwerpen. Op deze pagina’s tonen we daar een selectie uit. Het hoofddoel was om te kijken op welke gebieden ondernemers in de Spaanse Polder bereid zijn om collectieve contracten aan te gaan om zo te kunnen profiteren van schaalvoordelen. Een onderdeel van deze vraag was ook of er behoefte is aan invoering van een parkmanagement-constructie in de Spaanse Polder. ‘We hebben ondernemers gepeild op de onderwerpen vervoer, afval, veiligheid, energie, en digitale infrastructuur’, vertelt Danny. ‘We beseffen dat het voor een bedrijventerrein met zoveel diversiteit en bedrijfsomvang – met veel verschillende belangen – lastig is om contracten af te sluiten die interessant zijn voor iedereen. Voor de één is glasvezel een must terwijl de ander prima uit de voeten kan met een adsl-verbinding.’ Hoofdpunten Uit de resultaten blijkt dat 56 procent geïnteresseerd is in het collectief aanbieden van bedrijfsafval. 61 procent van de ondernemers vindt het gezamenlijk inkopen van beveiligingsmaatregelen een goed idee en net zoveel ondernemers zijn geïnteresseerd in een bundeling van de inkoop van energie en gas. Slechts zo’n tien tot vijftien procent daarvan ziet zo’n gezamenlijke inkoop in een parkmanagementconstructie zitten. De BVSP heeft het gezamenlijk regelen van beveiliging en van afvalcollectie als hoofdpunten aangemerkt. Danny: ‘Meteen na de zomer gaan we gesprekken voeren met bedrijven die een dergelijke dienst kunnen leveren.’ Scoron Scoron staat voor Stichting Centrum Ondernemers Rijnmond. Het bedrijf ondersteunt winkeliers en ondernemersverenigingen bijvoorbeeld bij het aanvragen van subsidies en bij de uitvoering van secretariële of administratieve werkzaamheden. Het bedrijf voert ook het secretariaat van de BVSP. Voor het onderzoek naar de behoefte aan een parkmanagementconstructie in de Spaanse Polder kende de provincie Zuid-Holland een Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB-subsidie) toe. Uitkomsten: Diversiteit bedrijven: Industrie 29% Groothandel 17% Bouwnijverheid 9% Reparatiebedrijven 7% Zakelijke dienstverlening 7% Transport/logistiek 6% Horeca 3% Anders 22% 60% van de respondenten is lid van de BVSP 76% van de bedrijven heeft minder dan vijf medewerkers 47% vindt de representativiteit van de omgeving slecht of matig 36% vindt de ontsluiting van de Spaanse Polder door openbaar vervoer onvoldoende 58% vindt het onderhoud van de groenvoorziening onvoldoende 45% vindt de inbraakpreventie onvoldoende JA NEE Interesse in collectief aangestuurd vervoer? 20% 80% Collectief aanbieden van bedrijfsafval 56% 44% Gezamelijk beveiligingsmaatregelen inkopen 61% 38% Collectief inkopen energie? 61% 33% Collectief contract bij een internetprovider 53% 47%

Lees verder

Poldermodel Verenfabriek Roveron BV

In 2008 namen Klaas Jan Soeteman en Edwin Broers, twee collega’s bij de Röntgen Technische Dienst, de Verenfabriek Roveron in de Graafstroomstraat over van de voormalige eigenaar. Bedrijf: Verenfabriek Roveron BV Adres: Graafstroomstraat 15 Eigenaars: Klaas Jan Soeteman en Edwin Broers Werkzaamheden: Productie van allerlei soorten veren Medewerkers: 8 productiemedewerkers en 1 magazijnmedewerker Website: www.roveron.nl Hoe kwam dat zo? Klaas Jan: Edwin en ik waren bevriend en wilden allebei al een tijdje iets anders gaan doen. Mijn droom was een eigen zaak in Rotterdam, het liefst in de metaalindustrie. Toen ik via via hoorde dat de eigenaar van Roveron zijn fabriek wilde verkopen, was ik meteen geïnteresseerd. Ik vroeg Edwin of hij mee wilde doen en hij hoefde er niet lang over na te denken. Wat maken jullie hier? We maken alle typen veren van draad en plaat voor zeer uiteenlopende industrieën. Veren kom je in bijna alle apparaten en machines tegen, van scheepsbouw, voedingsmiddelenindustrie en medische sector tot de juweliersbranche en in de kunst. Je kan het zo gek niet bedenken. We hebben bijvoorbeeld de metalen frietzakhouders voor Bram Ladage gemaakt. En meer recent de inschuifbare speer, waarmee wordt ingestoken op een ijsbeer in de film Nova Zembla. Veren maken is echt vakwerk, dat vaak nog handmatig wordt gedaan. Was het een goede beslissing om de verenfabriek over te nemen? In onze eerste maanden sloeg de crisis toe. We dachten toen wel even: waar zijn we aan begonnen? We hebben toen veel energie in de externe promotie van het bedrijf gestopt en een goede website opgezet. Dat wierp vanaf 2010 vruchten af en in 2011 draaide de fabriek het beste jaar ooit. Dus ja, het is goed uitgepakt. Een resultaat om trots op te zijn... Zeker, maar het gaat niet alleen om de omzet. We zijn vooral trots op het mooie bedrijf dat we hier hebben. We zijn samen sterker uit de crisis gekomen dan we erin gingen. Het teamgevoel is de laatste drie jaar gegroeid. Medewerkers gaan prettiger met elkaar om dan vroeger. Ze stappen gemakkelijk het bedrijfskantoor binnen, ook met privévragen. Er is geen drempel of afstand, dat vinden we heel belangrijk. Wat vinden jullie van de Spaanse Polder? Prima plek. De bereikbaarheid is super en je hebt hier alles in de buurt. We maken veel gebruik van de pakketdienst GLS en iedere vrijdag bestellen we broodjes bij lunchroom Stricklede. Met een aantal bedrijven in de Spaanse Polder doen we aan ruilhandel. Zoals met de firma Automator hier om de hoek, waar we regelmatig partijen veren chemisch laten zwarten, en met metaalbewerkingsbedrijf Constructa. Maar behalve het uitwisselen van werk zien we nog veel meer mogelijkheden voor samenwerking met medeondernemers. Denk bijvoorbeeld aan de gezamenlijke inkoop van juridisch advies, energie of arbodiensten. De uitstraling van het bedrijventerrein laat soms wel te wensen over, maar dat is dan ook het enige minpuntje.

Lees verder